De uitspraak komt overeen met de eis van het Openbaar Ministerie (OM). Volgens justitie heeft P. zijn klasgenoot opzettelijk van het leven beroofd. De rechtbank volgde die visie en verklaarde doodslag bewezen. De zitting had plaats achter gesloten deuren, aangezien de verdachte minderjarig is.P.’s advocaat Bram Moszkowicz vond dat zijn cliënt had gehandeld uit noodweerexces, een vorm van zelfverdediging. De scholier is volgens hem lange tijd op school gepest. De raadsman pleitte tevergeefs voor ontslag van rechtsvervolging. Hij beraadt zich nog op het aantekenen van hoger beroep.

De rechtbank toonde wel begrip voor de emoties van P. als gevolg van de pesterijen, maar tekende daarbij aan dat de jongen zich ook uit de situatie had kunnen terugtrekken. Bovendien heeft hij nooit om hulp gevraagd bij de schoolleiding of zijn ouders. P. had het mes op zak om een einde te maken aan de pesterijen en de vernederingen. Hij had eigenlijk de bedoeling om het alleen te laten zien, maar nadat hij op de bewuste dag een klap in zijn gezicht had gekregen, is hij het steekwapen daadwerkelijk gaan gebruiken. Behalve in de nek raakte hij zijn slachtoffer ook in buik, rug en zij.

Deskundigen hebben een verminderde toerekeningsvatbaarheid bij P. vastgesteld. De officier van justitie had naast de celstraf tevens geëist dat P. zich laat behandelen in een kliniek voor jeugdpsychiatrie. Ook daarin volgde de rechtbank de officier. Als P. in dit opzicht verzuimt, zal hem alsnog de maatregel tot plaatsing in een jeugdinrichting worden opgelegd.