Combilijst CU en SGP onder druk
Januari 2007. CDA, PvdA en ChristenUnie voeren besprekingen over een regeringscoalitie. In het Europees Parlement geven zij een gezamenlijk persbericht uit over hun gelijkluidende standpunt ten aanzien van -het onderwerp doet er in dit verband niet toe- de liberalisering van de spoorwegen. „De drie partijen zijn het in Straatsburg alvast eens”, schrijven zij aan het slot ietwat triomfantelijk.
De SGP blijft buiten beeld. Vergeet de CU opeens dat ze in Europa met déze partner samenwerkt? denk je dan; nota bene via een gecombineerde delegatie. Waarom een persverklaring van CDA, PvdA en ChristenUnie en niet, in aansluiting op de verhoudingen binnen de betrokken EU-instelling, van CDA, PvdA en CU-SGP? Onder invloed van de opbloeiende liefde tussen de deelnemende partijen aan het formatieberaad misschien niet bij stilgestaan.We zijn ruim een jaar verder. Geleidelijk aan komen de Europese verkiezingen in zicht. In juni 2009 mogen de burgers uit de 27 lidstaten de gang naar de stembus maken. Partijen zullen langzamerhand de voorbereidingen starten: welke kandidaten schuiven zij naar voren en met welk programma gaan zij de boer op?
Voor ChristenUnie en SGP ligt er om te beginnen de vraag of zij in de volgende periode de constructie van een combilijst willen voortzetten. Uiteraard is daarbij erg belangrijk hoe zij aankijken tegen de ontwikkelingen op het vlak van de voortschrijdende integratie binnen de Unie.
In een niet zo ver verleden was het makkelijk. Zowel SGP als CU liep te hoop tegen de beoogde Europese grondwet. In Brussel en Straatsburg vormden de afgevaardigden Blokland en Belder in 2004 met een aantal collega’s uit andere landen de fractie met de naam Onafhankelijkheid/Democratie, in het Engels afgekort tot IND/DEM. Afwijzing van de conceptconstitutie gold als het belangrijkste gemeenschappelijke punt voor deze volksvertegenwoordigers om met elkaar in zee te gaan, zo heette het. Daarbij de kanttekening dat het bij deze groepering slechts gaat om een onderling los-vaste relatie, in hoofdzaak erop gericht om bij het vergaderwerk over bepaalde faciliteiten te beschikken en met behoud van de vrijheid om een eigen geluid te vertolken.
De grondwet is van de baan. Juni vorig jaar brachten Blokland en Belder een nota uit waarin zij verwoordden wat de onderhandelingen over aanpassing van de inhoud van dat document in hun visie dienden op te leveren. Toen zaten zij nog op één lijn. In de herfst bereikten de regeringsleiders een akkoord. Bij de stellingname tegenover dat uiteindelijke resultaat, aangeduid als het Verdrag van Lissabon, is het met de eenheid gedaan.
In februari sprak het EP zich uit over het ontwerp. Blokland en Belder stemden weliswaar beiden tegen een resolutie die een positief oordeel velde, maar hun argumentaties markeerden de scheidslijn. De tekst bevatte een passage waarin werd betreurd dat enkele nader omschreven aspecten uit de verworpen grondwet niet zijn teruggekeerd in de gewijzigde versie. Dat onderdeel greep Blokland aan om tegen het geheel te stemmen, terwijl hij tevens erkende dat hij het verdrag als zodanig steunt. Dit laatste doet Belder niet. Zij trekken verschillende conclusies bij de afweging of de oorspronkelijke plannen voor de hervorming van de EU voldoende zijn afgezwakt.
ChristenUnie en SGP varen ten aanzien van de toekomstige inrichting van het verenigd Europa dus niet langer dezelfde koers. De kabinetsdeelname van de CU speelt daarbij ongetwijfeld een rol, moest Blokland beamen. Het zal destijds niet zo bedoeld zijn geweest, maar het persbericht van 17 januari 2007 was misschien toch veelzeggend. In ieder geval betekent de verdeeldheid over het Verdrag van Lissabon een lastig obstakel voor voortzetting van de nauwe samenwerking bij de komende verkiezingen.
Reageren aan scribent? buza@refdag.nl.