Mariniers moeten half mei actief zijn in Tjsaad
De zestig Nederlandse mariniers die het kabinet wil inzetten voor de Eufor-missie in Tsjaad, moeten in de tweede helft van mei aan het werk zijn. Dat is iets later dan was verwacht maar nog wel voordat het regenseizoen in het gebied begint, dat loopt van begin juni tot begin september.
Dat zei kapitein-ter-zee Rob Bauer, hoofd van de afdeling Plannen, dinsdag tijdens een hoorzitting van de Tweede Kamer over Tsjaad. De Kamer geeft op 25 maart haar oordeel over het voornemen van het kabinet.De mariniers gaan in het gebied van zuidelijk Tsjaad dat grenst aan Sudan, verkennende activiteiten uitvoeren voor een Iers bataljon waar zij onder vallen. „Ze moeten te weten komen wat er speelt in dat gebied. Zij zien zonder gezien te worden en koppelen de informatie terug naar de Ieren", aldus Bauer. Volgens hem gaat het om een specifieke taak en een bescheiden bijdrage aan de hele Eufor.
De Eufor is erop gericht burgers en vluchtelingen te beschermen tegen bandieten en opstandelingen. De Europese troepen mogen geweld gebruiken om zichzelf of de burgers te beschermen. Alleen als het dringend noodzakelijk is om eerder de aanvallers uit te schakelen, dan mogen de troepen „actief verdedigen", na toestemming van de Eufor–commandant.
In de vluchtelingenkampen houdt de Tsjadische politie orde. Maar in extreme situaties mag EUFOR ook binnen de kampen optreden, na toestemming van de Eufor–commandant in Abéché.
De Kamer is bezorgd dat de Eufor zijn onpartijdigheid kan verliezen als tegen opstandelingen is opgetreden. Bauer is het daar niet mee eens. Het interne conflict speelt tussen de regering in N’Djamena en de rebellen. Bauer heeft geen indicaties dat de rebellen het op de Eufor gemunt hebben.
