Hom of kuit voor mosselsector
Zeeuwse vertegenwoordigers praten vanavond in Den Haag met minister Verburg van Visserij over het voortbestaan van de mosselsector. „Het is hom of kuit.”
In mosseldorp Yerseke is men niet gerust op de uitkomst van het overleg. „Er zal wel een compromis uitkomen waarbij de kool en de geit worden gespaard”, zegt een van de mosselkwekers.In de Koningin Julianahaven van Yerseke doen allerlei scenario’s de ronde. De meest realistische lijkt een gedeeltelijk uitkopen van de mosselvloot. „Er wordt gesproken over 30 procent minder vergunningen. Dat betekent het failliet van de zelfstandige kwekers. Alleen enkele grote jongens kunnen dan doorgaan.”
De complete Zeeuwse mosselvloot telt ongeveer zestig schepen waarvan de helft uit Yerseke komt. De sector telt 3500 arbeidsplaatsen, vooral in Yerseke en het noordelijker gelegen Bruinisse.
De mosselveiling in de Koningin Julianahaven -de enige ter wereld- draait jaarlijks een omzet van ruim 75 miljoen euro. De grootste afnemers van de Zeeuwse mosselen zijn België en Frankrijk.
De Raad van State oordeelde eind vorige maand dat de minister voor 2006 ten onrechte een vergunning had verleend, omdat ze onvoldoende kan aantonen dat deze visserij geen schade veroorzaakt in de Waddenzee. De vergunning werd aangevochten door de Waddenvereniging en Vogelbescherming.
Om uiteindelijk een duurzame mosselvisserij in de Waddenzee te krijgen, kan er dit voorjaar geen commerciële visserij op mosselzaad plaatsvinden, schreef CDA-minister Verburg vorige week aan de Tweede Kamer. Dit najaar kunnen de vissers wel uitvaren, maar tot dan wil Verburg dat er louter wordt gevist voor wetenschappelijk onderzoek.
Dat onderzoek moet uitwijzen of de mosselvisserij schade veroorzaakt aan de natuur van de Waddenzee. Verburg hoopt verder dat dit onderzoek kan worden versneld, zodat er volgend jaar wel een goed onderbouwde visvergunning kan worden afgegeven.
Het is voor Verburg -minister van Visserij én Natuur- lastig om een belofte van voorganger en partijgenoot Veerman na te komen. Hij zegde de mosselsector toe tot 2020 de ruimte te krijgen om te verduurzamen, om minder afhankelijk te worden van ’wild’ mosselzaad uit de Waddenzee.
Veerman zelf doet er in de kwestie het zwijgen toe. „Het past mij niet om in het beleid van mijn opvolgster te treden”, zegt hij desgevraagd.
Even gloorde bij de mosselkwekers de hoop dat de oud-minister wel in de bres zou springen. Veerman, nu onder meer voorzitter van Natuurmonumenten, was vrijdag aanwezig bij de Statenvergadering in Zeeland over de problemen in de mosselsector.
Volgens een van de kwekers gaf hij aan dat ze hun rug recht moesten houden. Daarmee geconfronteerd zegt Veerman dat hij in Middelburg was voor een vergadering van de Deltacommissie. De Zeeuwse Staten schaarden zich overigens statenbreed, inclusief GroenLinks, achter het behoud van de sector.
Veerman vergiste zich al eerder in het toekomstperspectief van een deel van de sector: de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee werd ondanks zijn toezeggingen per 1 januari 2005 de nek omgedraaid.
„Een angstwekkend voorbeeld”, meent Jos van Damme, voorzitter van de Vereniging van Mosselkwekers. „Veel kwekers investeerden op basis van het door Veerman opgewekte vertrouwen. Ik zou zeggen: Minister, kom uw woord na.”
Van Damme is vanavond aanwezig bij het overleg met Verburg. Donderdag is er een bijeenkomst met de natuurorganisaties. Ook onafhankelijk bemiddelaar drs. S. Heldoorn is uitgenodigd. Van Damme geeft aan weinig heil te zien in een compromis. „Het is hom of kuit. Deze sector kan niet overleven op de helft van de ruimte. Bovendien willen we snel duidelijkheid. De onzekerheid is martelend, ook voor de psychische gesteldheid van de kwekers.”
En als die duidelijkheid betekent dat er een grote zak met geld op tafel komt? Van Damme: „Er is hier niemand die zijn bedrijf wil verkopen. We willen absoluut mosselkweker blijven.”