Conservatief kamp in Iran behoudt meerderheid
De conservatieven in het Iraanse parlement hebben vrijdag bij de parlementsverkiezingen hun meerderheid weten te behouden. President Mahmud Ahmadinejad vat dat op als een verwerping van het Westen door de kiezer, zei hij zondag. De Europese Unie noemde de verkiezingen vrij noch eerlijk.
Nu het tellen van de stemmen bijna voltooid is -alleen de uitslag van Teheran is nog niet binnen- lijkt het conservatieve kamp in het Iraanse parlement te zijn verdeeld. De aanhangers van Ahmadinejad kregen de meerderheid, maar toch wisten parlementariërs die zich gaandeweg van de president hebben afgewend nog een substantieel deel van de zetels te behouden. Zij zijn het niet eens met het beleid van Ahmadinejad, die vaak de confrontatie zoekt en de economie niet vooruithelpt.Hervormingsgezinden spraken van winst, hoewel zeker de helft van hun kandidaten niet mocht meedoen. Een niet-verkozen raad van geestelijken had veel hervormingsgezinde kandidaten gediskwalificeerd vanwege een verondersteld gebrek aan trouw aan de doelstellingen van de revolutie van 1979 en aan de islam.
Er zal waarschijnlijk vanuit het nieuwe parlement meer druk worden uitgeoefend op Ahmadinejad om economische hervormingen door te voeren of een einde te maken aan zijn autocratische beleid - waaraan ook de meest conservatieve parlementariërs zich beginnen te storen. En wellicht verhoogt de verkiezingsuitslag de kansen van een tegenkandidaat als Ahmadinejad moet worden herkozen, bijvoorbeeld van de kersverse parlementariër Ali Larijani. Larijani was een hoge nucleaire onderhandelaar maar legde zijn functie neer na onenigheid met de president.
Nu alle kiesdistricten behalve Teheran zijn geteld, staat de uitslag zo goed als vast: 113 van de 290 zetels gaan naar conservatieven; 70 zetels naar de aanhang van Ahmadinejad en de rest naar conservatieve critici van de president. De cijfers zijn schattingen gebaseerd op gegevens van de staatstelevisie.
Hervormingsgezinden wonnen 31 zetels en 39 zetels gingen naar onafhankelijke kandidaten. Vijf zetels gaan naar christelijke, joodse en zoroastrische minderheden. De opkomst lag rond de 60 procent, volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dit is een stijging in vergelijking met de 51 procent die bij de verkiezingen in 2004 zijn stem uitbracht, toen de conservatieven aan de macht kwamen. Voordien, toen de hervormingsgezinden het voor het zeggen hadden, kwam rond de 80 procent van het electoraat naar de stembus.
De stijging in opkomst wordt door leiders beschouwd als een bevestiging van de eigen populariteit en een verwerping van de Verenigde Staten. „Met jullie epische en krachtige opkomst zijn de foefjes van de vijand overwonnen en is de psychologische oorlogsvoering van de vijand om een lage opkomst te veroorzaken als een zeepbel uiteengespat”, zei Khameini tegen het staatspersbureau IRNA.
Het Iraanse ministerie van Cultuur maakte zondag bekend dat negen Iraanse filmtijdschriften en lifestylemagazines niet meer mogen verschijnen, omdat er foto’s en verhalen in zijn verschenen over „ontaarde” buitenlandse filmsterren en omdat ze hebben aangezet tot bijgelovigheid. Dertien andere tijdschriften hebben een waarschuwing gekregen.
Het is niet duidelijk wat de directe aanleiding was tot het verbod, maar in een van de tijdschriften die het betreft, Sobh-e-Zendegi, stonden onlangs foto’s van Amerikaanse filmsterren, met daarbij stukjes over hun huidige activiteiten. In de bladen staan ook vaak advertenties voor medicijnen als potentiepillen.
De hoofdredacteur van Sobh-e-Zendegi, Mohsen Ahmadi, noemde het verbod betreurenswaardig. „Het betekent dat zeventig mensen hun baan kwijt zijn”, zei hij.