Gisteren zou het kabinet besluiten over de aanleg van een 120 hectare groot bedrijventerrein in de Hoeksche Waard. Dat besluit is echter uitgesteld naar volgende week. „Maar de richting is duidelijk”, zei minister Van der Hoeven van Economische Zaken gisteren na de wekelijkse ministerraad. Volgens haar is er in principe overeenstemming over opschorting van de plannen en ziet het besluit nog slechts vast op de precieze tekst.Van der Hoeven en haar collega Cramer (Ruimte) willen de ministerraad voorstellen om de aanleg op te schorten tot 2020. Het besluit daarover is met een week uitgesteld, omdat premier Balkenende „erbij” wil zijn. Hij was gisteren in Brussel voor een Europese top. Balkenende zou volgens bronnen binnen het Rotterdamse havenbedrijf aan de termijn willen tornen. Hij vindt dat de discussie na deze kabinetsperiode weer geopend moet kunnen worden.

„Het zou schandalig zijn als zo’n ingrijpend besluit steeds per kabinetsperiode verschilt”, vindt woordvoerder J. Vermeulen van de stichting Noordrand Open. „Minister Cramer was er vorig jaar toen ze hier op bezoek was heel stellig in: geen grootschalige industrie in de Hoeksche Waard. Maar ik ben er niet gerust op. De provincie zit bovendien ook niet stil. Ik heb begrepen dat er nu plannen in de maak zijn om glastuinbouw in de noordrand te regelen.”

Natuurorganisatie Het Hoekschewaards Landschap is tevreden over het feit dat de ministerraad de aanleg van het terrein vooralsnog lijkt uit te stellen. „Al zien we natuurlijk het liefst dat de Hoeksche Waard een nationaal landschap wordt”, zegt woordvoerder D. Bussing. „De reservering van de noordrand voor toekomstige industrie blijft nu nog wel gewoon overeind.”

Woordvoerder C. Hoorweg van de belangengroep Pro Hoeksche Waard is minder blij met het nieuws. „Wij bepleiten al jaren een groot bedrijventerrein. Dat is goed voor de werkgelegenheid op het eiland”, zegt hij. „Zeker, je moet het eiland niet volgooien met containers. Maar een gebied in de noordrand zien wij wel zitten, temeer omdat er nu al grote bedrijven zijn die vertrekken. Zij zien hier te weinig uitbreidingsmogelijkheden.”

Gedeputeerde M. Koop van de provincie Zuid-Holland is naar eigen zeggen teleurgesteld, maar niet uit het veld geslagen. „Als in de toekomst blijkt dat Rotterdam ruimte nodig heeft, zal de Hoeksche Waard toch echt beschikbaar moeten blijven.”