Kerk & religie

Vergeven

19 October 2001 10:24Gewijzigd op 13 November 2020 23:14

De Heere doet de zonden bij Zijn kinderen weg uit tweeërlei register. Uit het boek van Zijn eigen wetenschap doet Hij de zonden weg, beide de schuld en de gedachtenis ervan. Hij schrapt uit Zijn rekenboek de schuld en de gedachten ervan ten enenmale weg, zodat die niet meer tevoorschijn komt volgens zijn belofte: „Ik wil haar zonde niet meer gedenken.”Verder doet Hij uit het register van ons geweten de schuld en de beschuldigende, pijnigende kracht ervan. Hij neemt de gedachtenis eraan echter niet geheel weg. Hij laat enige gedenktekens van onze zonden, nadat ze vergeven zijn, in onze gedachten bestaan. De Heere doet dat om ons te verootmoedigen wanneer wij achterom zien en ons te bewaren om gelijke zonden te bedrijven in de toekomst.

Verder zien we dat David onmachtig was om te betalen voor zijn schuld. Hij doet een beroep op Gods genade en bidt de Heere om zijn schuld uit te krabben uit Zijn boek, want hij had niets om te betalen. Het is een jammerlijke blindheid van die mensen, die menen nog iets te kunnen bijdragen in de uitdelging van hun zonden. O, indien een mens zag hoe groot zijn schuld was, hij zou zich verfoeien in stof en as. Indien de Heere onze schuld niet kwijtscheldt om Christus’ wil, zo resteert ons niets anders dan eeuwig in de kerker gepijnigd te worden.

William Cowper, predikant te Perth

(Al de werken, 1623)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer