Kerk & religie

648 christelijke gemeenschappen in Nederland

Op tafel ligt het ”Handboek christelijk Nederland”. Waarschijnlijk kent geen land ter wereld zo veel verschillende kerken, gemeenten, samenkomsten en vergaderingen. E. G. Hoekstra en M. H. Ipenburg tellen er 648 - exclusief de groepen die zich niet willen laten beschrijven. Van de Rooms-Katholieke Kerk tot soloreligiositeit, van het kerkgenootschap Filadelfia in Culemborg tot de Praise Valley Temple in Diemen.

J. M. Stolk
13 March 2008 09:16Gewijzigd op 14 November 2020 05:37
Oude kerken in Nederland. Foto RD
Oude kerken in Nederland. Foto RD

Jammer vindt Ipenburg het wel, dat niet alle christelijke geloofsgemeenschappen een plekje in het handboek willen hebben. „Je kunt niet volledig zijn. Ik begrijp ook wel dat sommige gemeenten niet willen meewerken.”Hoekstra: „Er zijn groeperingen met een duidelijke eindtijdverwachting. Ze willen absoluut niet in het handboek staan omdat ze bang zijn dat de antichrist achter hun adres komt. Wij willen deze mensen niet in verlegenheid brengen. Dat is niet laf, zoals iemand me wel eens heeft verweten, maar respectvol.”

Ipenburg: „Via een overlijdensadvertentie kwamen we op het spoor van een huisgemeente in Hoogeveen. Ze vroeg ons geen gegevens op te nemen omdat ze op eigen kracht, geholpen door de Heere, wilde groeien.”

Hoekstra: „Daar moet je respect voor hebben.”

Ipenburg: „Hoewel het me wel spijt.”

Kruimeltjes
Ipenburg, werkzaam bij de Belgische uitgeverij Averbode, leerde Hoekstra in 1975 kennen. Ipenburg was uitgever bij Kok in Kampen en Hoekstra, jarenlang geschiedenisdocent in Den Helder en Winterswijk, werkte aan ”Dichterbij”, een serie voor het centraal eindexamen van het middelbaar onderwijs.

In de jaren tachtig publiceerden ze voor het eerst samen een boek: ”Wegwijs in religieus en levensbeschouwelijk Nederland”. „Ik kon geen goede contacten in de gereformeerde gezindte krijgen”, zegt Hoekstra. „En die had Ipenburg wel.”

Ipenburg, geestelijk vader van het kwartaalblad Oude Paden, komt naar eigen zeggen uit een „verlicht Gereformeerde Bondsnest.” Zijn grootmoeder was een aanhanger van ds. Paauwe. „Kleine groeperingen hebben me altijd gefascineerd. Hoe ze -vaak- opkomen, blinken en verzinken. Het zijn de kruimeltjes van des Heeren tafel.”

Sympathie
De afgelopen jaren werken Hoekstra en Ipenburg intensief samen aan het ”Handboek christelijk Nederland”. In het boek schetsen ze in hoofdlijnen het christendom, de Nederlandse kerkgeschiedenis en de rooms-katholieke, orthodoxe, reformatorische en overige geloofstradities. Van de verschillende kerken, gemeenten, samenkomsten en vergaderingen beschrijven de auteurs de eigen specifieke geschiedenis, geloofsopvattingen, erediensten, rituelen en tradities. Elk artikel eindigt met een literatuurlijst en adresgegevens.

Het handboek behandelt bijna 650 verschillende christelijke groepen. Waar ligt uw sympathie?

„Ik heb waardering voor de Rooms-Katholieke Kerk, maar ze zijn me allemaal even lief.”

Hoekstra: „Ik was lid van de Gereformeerde Kerken in Nederland, maar sinds mijn studententijd ben ik bij geen enkel kerkgenootschap meer aangesloten. Zo kan ik in alle objectiviteit naar godsdienstige ontwikkelingen kijken. Ik ben vooral geïnteresseerd in het denken van mensen. Ze hebben het recht om zo objectief mogelijk te worden beschreven.”

Ipenburg: „Daarom gebruiken we ook niet het woord sekte - hoewel we misschien meer boeken zouden verkopen als we dat wel zouden doen. We zijn de eersten die geen onderscheid maken tussen sekten en kerken. Iemand als dr. C. N. Impeta schreef zijn ”Kaart van kerkelijk Nederland” duidelijk vanuit een gereformeerde synodale invalshoek.”

Hoekstra: „Mijn diepste overtuiging is dat je mensen en groeperingen in hun waarde moet laten. We praten niet over een politieke partij, maar over de wortels van hun bestaan.”

Betrouwbaar
Informatie over de honderden verschillende geloofsgemeenschappen verzamelden Hoekstra en Ipenburg via krantenartikelen, internet, jaarboekjes en vragenformulieren.

Ipenburg: „Internet is een fascinerende bron voor ons onderzoek.”

Hoekstra: „Maar ook een chaotische. De vragenformulieren vormen onze basisdocumentatie. Maar helaas is de respons niet optimaal.”

Hoe betrouwbaar zijn de gegevens die u krijgt aangeleverd?

„Het voordeel van internet is dat je informatie kunt vergelijken. Groeperingen hebben wel eens de neiging zich groter voor te doen dan ze in werkelijkheid zijn. Zo gaf een evangelische gemeente op duizend leden te hebben. Ga je dat natrekken, dan blijken het er veel minder te zijn.”

Ipenburg: „Van een gemeente in Zuid-Limburg kregen we een gescheurd A4’tje terug. In hanenpoten stond geschreven: „Alle gelovigen van de wereld.””

Hoekstra: „Ik denk dat we in 99,9 procent van de gevallen de goede toon weten te vinden.”

Schandaaltjes
Het omvangrijke werk aan het handboek hebben Hoekstra en Ipenburg verdeeld. Ipenburg richtte zich met name op de evangelische en de bevindelijke kerken en gemeenten, Hoekstra op de overige groeperingen. De laatste schreef ook de kerkhistorische inleiding. Ipenburg nam alle tekst nog eens door.

Nooit verschil van mening gehad?

Hoekstra: „Ik schrap wel eens wat. Een handboek moet objectief zijn, en daarom wil ik schandaaltjes zo veel mogelijk vermijden. Als een predikant het zevende gebod heeft overtreden, dan kan het voor zijn vrouw en kinderen heel pijnlijk zijn dat nog eens te moeten lezen.”

Ipenburg: „Ik stop er graag wat humor in. Als een predikant zijn ambt neerlegt vanwege „innerlijke onmogelijkheden” - tsja, dan noem ik dat graag.”

Hoekstra, nadenkend: „Dat kan ermee door. Het was de officiële reden van het vertrek van deze predikant.”

Ipenburg: „Ik zorg een beetje voor de krenten in de pap. Vergelijk ons maar met een komisch duo: we kunnen niet zonder elkaar.”

Vondst
Ipenburg bladert wat in het handboek, wijst „leuke vondsten” aan. Zoals de Interparochiële Rooms-Katholieke Geloofsgemeenschap in Haaksbergen, ontstaan rond de timmerman en ziener W. Holtschlag. „Prachtig toch, dat zo’n timmerman op bed ligt en dat de aartsengel Rafaël hem bij de hand neemt door Haaksbergen heen. Holtschlag bouwt dan zijn garage om tot een kapel met dertig zitplaatsen. En hoewel het officieel niet mag in de Rooms-Katholieke Kerk, houdt een priester hier iedere zondag een mis.”

Hoekstra: „Maar ook in de gereformeerde gezindte zie je dat eenvoudigen van geest een eigen gemeente stichten. Het begint met een gezelschap, vervolgens worden er preken gelezen, en dan wordt er een gemeente geïnstitueerd. Vaak spelen singuliere gaven een rol en bevestigt de een de ander in het ambt. In evangelische gemeenten zie je hetzelfde. Hoeveel ontstaan er niet omdat de gevestigde kerken te massaal en te geleerd zijn en te weinig appelleren aan het geloofsleven?”

Ipenburg denkt dat het in veel geloofsgemeenschappen misgaat als „de intellectuelen komen.” „Je ziet in de Gereformeerde Gemeenten en in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt dat er problemen ontstaan als mensen andere dingen gaan lezen. Voor het behoud van een kerk moeten de overeenkomsten tussen de uitersten groter zijn dan de verschillen.”

Hij verwijst naar de synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, die zaterdag in Zwolle begint. Op de agenda staat onder meer de afzetting van ds. E. Hoogendoorn wegens „openlijke scheurmakerij.”

Ipenburg: „Omdat de synode alleen de gang van zaken bespreekt, ben ik bang dat ze niets anders kunnen besluiten dan dat ds. Hoogendoorn geen predikant binnen het kerkverband meer mag zijn. Mij lijkt dat de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt moeten erkennen dat ze een modaliteitenkerk zijn geworden. Gun ds. Hoogendoorn een plaatsje in Kampen. Als hij er met enkele andere predikanten uitstapt, hebben we wéér een kerk.”

Is Nederland uniek wat het aantal kerken betreft?

Hoekstra en Ipenburg durven het niet met zekerheid te zeggen. Duidelijk is wel, zegt Hoekstra, dat veel andere landen geen gereformeerde traditie kennen. En dat scheelt in het aantal kerkelijke groeperingen. „In Nederland speelt de calvinistische volksaard een rol, denk ik. Onderzoek alles en behoud het goede…”

„En dan heeft iedere ketter zijn letter”, aldus Ipenburg. „Doordat men de Bijbel verschillend uitlegt, ontstaat er een grote verscheidenheid aan groeperingen.”

Welke kerken hebben volgens u de toekomst?

„Kleine kerken, waar warmte is en aandacht voor elkaar.”

Hoekstra: „Migrantenkerken bijvoorbeeld. Maar ook kerken die recht in de leer zijn. Die hebben een beter vooruitzicht dan halfbakken kerken.”

Mede n.a.v. ”Handboek christelijk Nederland. Kerken, gemeenten, samenkomsten en vergaderingen”, door E. G. Hoekstra en M. H. Ipenburg; uitg. Kok, Kampen, 2008; ISBN 978904350929; 752 blz.; € 42,50 (tot 1 mei, daarna € 49,50).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer