PKN discussieert over Israël
De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) neemt in april een besluit over de nota ”Het Israëlisch-Palestijns-Arabisch conflict”. In deze nota bevestigt de kerk „de voor haar fundamentele roeping om gestalte te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.” Daarnaast benadrukt de kerk de voor haar „fundamentele oecumenische verbondenheid met de Palestijnse christenen en kerken.”
Deze materie ligt gevoelig in de PKN. Onder de kerkleden wordt over het zogenoemde Midden-Oostenconflict zeer verschillend gedacht. Zowel Christenen voor Israël (pro-Israël), als de werkgroep Keerpunt (pro-Palestijns) heeft aanhangers in de Protestantse Kerk.Het synodebestuur van de PKN houdt dit voorjaar elf (besloten) hoorzittingen met belangengroeperingen over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Christenen voor Israël heeft de Protestantse Kerk gevraagd zich uit te spreken „voor de ondeelbaarheid van het Beloofde Land, als erfdeel dat God aan Israël geschonken heeft” en dat zij „zich verbindt met de Arabische christenen die de zegening van Israël in hun hart dragen.”
De Joodse delegatie vindt dat de nota te veel naar de Palestijnse zaak overhelt. Volgens rabbijn Evers wordt te veel het woord ”bezetting” gebruikt. Nog een punt dat de afgevaardigden naar voren brachten was dat het recht van het Joodse volk op het land Israël in de nota te veel wordt gefundeerd op de Holocaust en de stichting van de staat Israël in 1948. „Maar de grenzen liggen vast in de Bijbel”, aldus Evers.