„Christen moet weerbaar en tolerant zijn”
HEERENVEEN - Christenen moeten in de wereld zowel herkenbaar en weerbaar als tolerant zijn.
Dat schrijft dr. ir. J. van der Graaf in zijn boek ”Een land van minderheden” dat op 19 maart in de boekhandels ligt.Van der Graaf heeft zijn boek als ondertitel meegegeven: ”Tolerantie: vraagstuk en waagstuk”. „Kunnen we in de complexiteit van gegevens ook lijnen ontwaren als het gaat om wat vandaag tolerantie heet, verdraagzaamheid dus van en jegens andersdenkenden?” zo vraagt de auteur zich af. „Hoe tolerant kunnen, mogen, moeten christenen zijn in de wereld waarin zij leven? De kwaden niet verdragen en toch de ander als medemens verdragen? Hoe moet dat dan?”
Reeds in oktober 2006 riep Van der Graaf in een opinieartikel in deze krant op om te komen tot een theocratisch manifest „om zo het verschil tussen het Bijbels-theocratisch denken en de moslimtheocratie in fundamentalistische landen duidelijk te maken voor de Nederlandse samenleving.”
Van der Graaf trekt in zijn boek „enkele houtskoollijnen” uit de geschiedenis, zoals hij het zelf noemt, om vervolgens ook „in de spiegel van het verleden naar het heden te kijken.”
Hij roept op tot een leven uit de theocratische belijdenis dat God door Christus de wereld regeert. „Dit vraagt om navolging en getuigenis, zowel in het persoonlijk leven van een christen als in de presentie van de kerk.”
Hij sluit af met 26 overwegingen, waarmee de inhoud van het boek wordt samengevat. Deze overwegingen kunnen, volgens Van der Graaf, dienen als beginsel voor een theocratisch manifest. „Een publieke verantwoording van de roeping van christenen in de samenleving van vandaag.”
Volgens een van de overwegingen is de theocratische gedachte een kernnotie in het Bijbelse geloof. Tegelijk kan een theocratische staatsinrichting volgens Van der Graaf niet model zijn voor een staatsinrichting onder de volkeren, „al gaat er wel een theocratisch appel op de volkeren van uit.”
Tolerantie kan volgens de auteur geen „lege tolerantie” zijn. „Aangezien democratische rechten, waaronder vrijheid van meningsuiting, de rechtsstaat, en zo de samenleving, kunnen ondermijnen, proclameren christenen een begrensde vrijheid en een genormeerde democratie. Leven naar het getuigenis van profeten en apostelen staat vaak op gespannen voet met consequent doorgevoerde democratie”, meent Van der Graaf.
Wat betreft allochtonen pleit hij ervoor die met „alle mogelijke, vreedzame middelen” te integreren binnen „onze sterk door het christendom gestempelde cultuur.” Tegelijk moet volgens de auteur „de ontwikkeling van een allochtone cultuur worden tegengegaan, zonder dat dit in mindering komt op de vrijheid van beleving en praktisering van hun religie.”