Belangstelling voor Edwards neemt toe
NEW HAVEN - De belangstelling voor het werk van de opwekkingsprediker Jonathan Edwards neemt wereldwijd toe, zegt de Amerikaanse onderzoeker dr. Adriaan Neele. Hij is mededirecteur van het Jonathan Edwards Center (JEC) aan Yale University in New Haven. „Het aantal doctoraalscripties over Edwards is de laatste jaren met zo’n 20 procent toegenomen. Ook is er een groeiende interesse in hem onder evangelische predikanten en de beweging ”emerging church”.”
Dr. Neele verricht voornamelijk onderzoek naar de gereformeerde bronnen na de Reformatie die Edwards gebruikte, zoals John Owen, Matthew Henry, Petrus van Maastricht en Matthew Poole. Verder beantwoordt hij vragen over het Edwardsonderzoek wereldwijd.Inmiddels begeleidt hij twee promovendi, een Australiër en een Schot, die op dit moment werkzaam zijn op het centrum. Verder geeft hij leiding aan een studentengroep uit de Filipijnen die elke week bij elkaar komt om een werk van Edwards (in dit geval ”Religious Affections”) met elkaar te lezen.
Dr. Neele is betrokken bij een cursus voor predikanten en studenten met als thema ”Edwards in theologische context”. Ten slotte geeft hij technologische ondersteuning ten behoeve van het online beschikbaar stellen van alle werken van Edwards, gepubliceerd en ongepubliceerd - onder meer zijn 1200 preken. Daaraan worden toegevoegd databases met secundaire literatuur, onderwijsmodules en een publicatie in de vorm van een onlinetijdschrift.
Wetenschappelijke editie
De wetenschappelijk verantwoorde editie van de werken van Jonathan Edwards begon in 1953 aan de universiteit Harvard onder leiding van Perry Miller, maar werd al snel bij Yale University ondergebracht. Deze universiteit herbergt momenteel bijna alle manuscripten van Edwards, in totaal 18 meter aan dozen. Ieder manuscript is getranscribeerd en wordt uitgegeven in de oorspronkelijke en de wetenschappelijke editie.
Sinds de benoeming in 1990 van Harry S. Stout als hoofdredacteur van de ”The Works of Jonathan Edwards” en Kenneth Minkema als adjunct-hoofdredacteur groeide de editie uit tot 26 delen. Andere manuscripten, die in totaal dertig nieuwe delen moeten bevatten, zijn voor het grootste deel wel getranscribeerd en beschikbaar in elektronische versie, maar nog nooit uitgegeven. Een team is nu bezig de rest van de 300 handgeschreven preken te transcriberen. In 2012 moet dat voltooid zijn.
Complete tekst
Het Jonathan Edwards Center werd in 2003, ter gelegenheid van de 300e geboortedag van Edwards, aan Yale University opgericht, gefinancierd door de universiteit en enkele privépersonen. Doel was het werk van Edwards integraal via internet beschikbaar te stellen en het onderzoek naar Edwards te bevorderen. Directeuren werden de hoogleraren Harry S. Stout, Kenneth P. Minkema en Adriaan Neele.
In november 2006 werd de website edwards.yale.edu gelanceerd, met veel informatie over Edwards. De site werd bezocht door vele duizenden mensen uit meer dan 140 landen. Het aantal bezoekers groeit nog steeds snel, aldus dr. Neele.
In het Verre Oosten worden alle gepubliceerde werken van Edwards vertaald in het Koreaans. Er is toenemende belangstelling vanuit China en India. In Oost-Europa werd vorig jaar mei in Boedapest de eerste Europeese conferentie van het JEC georganiseerd. In Latijns-Amerika verschijnen er steeds meer vertalingen van Edwards in het Spaans en het Portugees. In Sao Paulo zijn lezersgroepen gestart.
Ook dit jaar staat het JEC bol van activiteiten, naar aanleiding van de 250e sterfdag van Edwards. Deze maand verschijnt er een catalogus van alle boeken die Edwards in zijn bibliotheek had. Vanaf dit jaar verschijnen de nog uit te geven dertig delen uitsluitend nog digitaal.
„Het JEC is hét academisch instituut voor de werken en onderzoek van Edwards”, zegt Neele. „De uitdaging is om de betekenis van deze grote Amerikaanse theoloog te vertalen naar kerken en universiteiten. Het werk van Edwards is vooral actueel op het punt van het werk van de Heilige Geest, de rechtvaardiging en zijn visie op structuur en thema’s van preken.”
Amerikaanse onderzoekers hebben, volgens Neele, vooralsnog weinig oog gehad voor de postreformatorische bronnen die Edwards gebruikte. „Edwards was als theoloog vooral in gesprek met de postreformatorische theologie. Maar tegelijkertijd is zijn gedachtegoed eigentijds, achttiende-eeuws geformuleerd, zonder een slaafse herhaling van het verleden. Hij wordt gekarakteriseerd als de laatste van de puriteinen, maar tegelijkertijd was hij de eerste theoloog van Amerika.”