Oecumene (slot)
Er is in deze krant recent, door onder anderen ds. H. van den Belt, veel geschreven over artikel 28 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, waarin staat dat ieder verplicht is zich bij de ware kerk te voegen. Ik mis echter de criteria, genoemd in artikel 29 van de NGB, waaraan deze kerk moet voldoen: „de reine predikatie des Evangelies” en „de reine bediening der sacramenten” en „het gebruik van de kerkelijke tucht om de zonden te straffen.”
Ik sluit mij volkomen aan bij RD 12-2, waarin dr. C. A. van der Sluijs in het artikel ”Het Woord is het behoud van de kerk” in herinnering roept hoe Calvijn de nadruk laat vallen op de plaatselijke kerk. Die kerk moet met alle gebrek proberen aan de kenmerken uit de NGB voldoen. Dat houdt dan wel in dat men van een kerkelijke gemeente waar men de zuivere waarheid kan beluisteren en men de intentie heeft om aan de twee andere eisen te voldoen, zich niet mag onttrekken. Het houdt dan natuurlijk ook in dat men zich niet moet aansluiten bij een kerkelijke gemeente waar men dat niet vindt. En als men bij zo’n gemeente aangesloten is, is men verplicht te waarschuwen en die gemeente in gebed op de dragen en na rijp beraad zich eventueel aan die gemeente ontrekken. Vervolgens is men verplicht zich aan te sluiten bij een kerkverband waar men de intentie heeft om aan de drie eisen te voldoen. Het maakt dan ook niet uit van welk verband men zich onttrekt of bij welk verband men zich aansluit. Dat heeft niets te maken met de kerk der vaderen, want de kerk der vaderen is die kerk waar de leer en de inzettingen van onze Vader betracht worden. Om aan deze eisen te voldoen mag men eventueel ook de eisen van de meerdere vergadering naast zich neerleggen. Zo zullen onze vaderen van de Afscheiding en Doleantie er ook wel over hebben gedacht.G. Kornet
Richter 1
4251 DA Werkendam
Des
Haast wel zeker weet ik dat ik namens vele desmoeders reageer op het artikel in RD 22-2. De opmerking van een woordvoerder uit de farmaceutische industrie „dat patiënten kritiekloos slikten wat de arts hun voorschreef, speelt ook een rol”, is mij in het verkeerde keelgat geschoten. Waar práát die man over: het waren de jaren ’50/’60. Als een specialist zei: „Ga per dag een uur op je kop staan”, dan deed je dat, bij wijze van spreken (helemaal gek waren we nu ook weer niet). We zijn inmiddels mondiger geworden, vragen meer aan de arts, maar we slikken toch in 2008 nog steeds wat de arts ons voorschrijft? Omdat je vertrouwen hebt in de arts. Ik vind de gemaakte opmerking onverstandig en gevoelloos. Zo wordt de bal teruggespeeld naar de desmoeders. Daarvoor zou deze woordvoerder zich diep moeten schamen. Alle zorgvuldig afgesloten laatjes met verdriet en schuldgevoelens staan weer op een kier. Wat denkt deze man hoe je je voelt als moeder, als je dochter maar niet zwanger wordt, veel problemen ondervindt waar je jezelf de schuld van geeft („Het komt vast van die troep die ik toen geslikt heb”), en wat ben je blij als er -zij het met kunstgrepen- toch twee prachtige dochters worden geboren. Nogmaals, hoe denkt deze man dat het voelt als oma, wanneer je kleindochter van 10 vraagt of ook zij nog problemen krijgt „met dat des”? Dat voelt heel, heel slecht. Ik probeer nu met een klap alle laatjes van verdriet en schuldgevoelens dicht te gooien, want gedane zaken nemen geen keer, maar ik moest dit echt even kwijt.
Een desmoeder
(naam en adres bij redactie bekend).
Calvijnherdenking
Het Calvijnherdenkingsjaar 2009 werpt reeds zijn schaduwen vooruit. Terecht wijdt ook het RD in zijn kolommen hier aandacht aan, zoals recent in ”Herdenkingsjaar biedt tal van boeken en lezingen over Calvijn” (RD 20-2). Het geldt toch een groot theoloog, zo niet de grootste die ooit geleefd heeft. Die, van huis uit ’slechts’ jurist, zich als autodidact een formidabele kennis van de kerkvaders heeft eigen gemaakt, waaruit hij door zijn fenomenaal geheugen feilloos, met pagina en al, kon citeren. Al is de gereformeerde lijn niet van Calvijn getrokken, maar van Augustinus, die op zijn beurt hem weer van Paulus had, en al moet Zwingli als de eigenlijke stichter van de gereformeerde kerk worden beschouwd, dit neemt niet weg dat Calvijn door zijn systematische geest aan de gereformeerde stroming, die van de aanvang af de Reformatie in Zuid-Duitsland en in Zwitserland heeft begeleid, en daarmee aan de Reformatie zelf, voor alle eeuwen haar vaste vorm en inhoud heeft geschonken. Bovendien is Calvijn een van de weinige theologen geweest die er in zijn geslaagd een stempel op het economische leven te drukken. Door zijn centraal stellen van de predestinatie gingen zijn volgelingen zoeken naar kenmerken van hun uitverkiezing, die zij onder andere zagen in het succes van de door hen gestichte ondernemingen. Mede daardoor kan Calvijn worden beschouwd als de initiator van het kapitalistische stelsel. Het is daarom goed dat in heel Europa (ook het Vaticaan doet mee) in dit en het volgende jaar aan deze figuur van wereldhistorische betekenis ruim aandacht wordt gegeven.
Mr. L. Westerhof
Else Mauhslaan 149
2597 HD Den Haag
Klimaatsverandering
In RD 1-3 schreef dr. H. van den Belt over bezinning op klimaatsverandering. „Het regent”, zeggen wij. De Bijbel zegt: „Hij regent.” Op een zondagmorgen toen het flink regende, besloot ik niet met de auto, maar toch maar met de fiets naar de kerk te gaan. Bij binnenkomst in de kerk zei iemand die met zijn ’heilige koe’ gekomen was: „Wat een vies weer.” Ik gaf als antwoord: „Welnee, het zijn juist hemelse gaven, die ook nog laven.” De andere kerkganger was min of meer in verlegenheid gebracht. Ja, zo kon je het ook zien! Grijpen we als refo’s zondags niet al te gemakkelijk naar onze auto’s? Want fietsen, ja, dat kost inspanning en dat ligt ons niet zo.
Wat doen we met onze oude (on)gelezen RD’s? Bundelen we die om ze naar de papierinzameling van de kerk te brengen of, als de kerk niet inzamelt, naar een plaatselijke voetbalvereniging? Of zeggen we bij het laatste: „Dat nooit, want voetbal is zo’n verwereldlijkte sport”? Dan kieperen we de oude kranten maar gewoon in de kliko? We belijden toch dat God al ons handelen en wandelen (door)ziet? Als we zo zouden handelen, zou God zich dan niet ’verbazen’? En gaan onze fietsen alleen mee op de auto als we op vakantie gaan, en pakken we thuis voor iedere (kleine) boodschap met een gerust geweten de auto?
Frank Steenks
Zuideindseweg 102
2645 BJ Delfgauw