Pakistan ruziënd op weg naar verkiezingen
Een gebroken hart. Dat zullen de gestaalde kaders van de Pakistaanse Volkspartij PPP-P in Taxila overhouden aan de verkiezingen van 10 oktober. Hoe de uitslag ook luidt, op plaatselijk niveau ligt de partij aan scherven. En dat terwijl Benazir Bhutto’s aanhangers na jaren eindelijk een kans hebben om hun eigen kandidaat naar het parlement in Islamabad te sturen. In dit stadje van 100.000 inwoners tussen de Indusvallei en de uitlopers van de Himalaya ontrolt zich een universeel drama, dat tegelijkertijd tekenend is voor de Pakistaanse politiek, waar iedereen elkaar beschuldigt van corruptie en nepotisme.
De hoofdstraat van Taxila. Riksjabestuurders, truckers en fietsers toeteren en bellen om vrije doorgang. Op een open plek tussen twee huizen hebben aanhangers van de PPP-P een baldakijn gespannen en een tent gebouwd. Onder het gebloemde katoen zitten de oude partijgenoten Mohammed Joweed Mir en Omar Farooq Mir te wachten op wat er zoal gebeurt in een stad als Taxila op een vroege dinsdagavond. Onmiddellijk worden er flesjes Pepsi gehaald. Omdat de hitte tussen de betonnen muren blijft hangen, brengt een man een grote ventilator en haalt een derde een verlengsnoer uit zijn winkel. De twee Mirs laten trots de officiële PPP-P spandoeken zien. Ze steunen de PPP-P-kandidaat Shuhaib Mumtaz Khan, een advocaat met een beschaafde snor en een bolle toet. Mumtaz laat zich verontschuldigen, hij is op campagne. Ze hebben geen goed woord over voor de voormalige PPP-P-man, Sarwar Khan. „Hij is een feodaal heerser. Dat is niet erg, Bhutto was ook een landheer. Maar die had zich aan het volk verbonden. Sarwar heeft de afgelopen jaren niets ondernomen. Onze partij heeft hem daarom niet verkiesbaar gesteld. En nu -en dit is het ergste wat een PPP-P lid maar kan doen- laat hij zich de steun welgevallen van de Moslim Liga Koef.”
Een ernstige beschuldiging; de Moslim Liga Koef steunt Musharraf en maakt het de PPP-P onmogelijk. Neem nu een van de kleine pesterijtjes van de afgelopen weken. Sinds het ontstaan in 1970 heet de partij PPP, maar onlangs besloot de verkiezingscommissie de naam te verbieden. Daar vond men snel iets op, zodat de Pakistani People’s Party nu Pakistani People’s Party - Parlementarians heet, PPP-P, dus.
Modern Taxila is een industriestad. Een arbeidersstad, waar de Pakistaanse Volkspartij PPP-P decennialang een absolute meerderheid behaalde bij plaatselijke en regionale verkiezingen. Het kiesdistrict omvat echter ook een groot landelijk gebied, waar de familie Chaudri veel invloed heeft. Chaudri Nissar Ali Khan was een vertrouweling van premier Nawaz Sharif en kon altijd terugvallen op de machtige Moslim Liga.
Maar Nawaz Sharif is weg. Hij werd in 1999 afgezet en verdween in de gevangenis. Na zijn val spleet de Moslim Liga in tweeën. De ene helft distantieerde zich van Sharif en vormde een nieuwe partij, de Moslim Liga Koef. De andere helft bleef hem trouw. Deze Moslim Liga Nun (van Nawaz) heeft echter geen toegang meer tot overheidssteun en moet het nu op eigen kracht klaren. Voor de socialisten de ideale gelegenheid om in het zo ontstane politieke vacuüm een winnaar naar voren te schuiven.
„Dan moet de partij wél de juiste persoon kandideren”, roept Malik Azer. Malik is de locale president van de PPP-P en de voormalige voorzitter van de plaatselijke industriebond. Hij zit in het voormalige PPP-P-kantoor, schuin aan de overkant van de straat, en maakt zich boos. Boos omdat het verhaal dat de PPP-P-mannen zojuist hebben verteld, niet klopt. Sterker nog, het is een grove leugen.
Zijn zoon Ali zit op de rand van zijn vaders stoel en luistert met rode oortjes naar het gesprek. „Weet je wat er werkelijk aan de hand is? Mumtaz, de officiële kandidaat, stelde zich vijf jaar geleden beschikbaar voor de districtsraad. Hij werd toen niet gekozen. Vervolgens vertrok hij naar Amerika. Onlangs is hij teruggekomen; onmiddellijk eiste hij de kandidatuur voor de parlementszetel op. Je zou verwachten dat de partij zou kijken naar de meest geschikte persoon. Maar dit is Pakistan, dus wat gebeurt er? De zus van Mumtaz woont in Amerika. Toen Benazir Bhutto naar Amerika ging, waar logeerde ze toen? Juist, bij de zus van Mumtaz. Dus toen Mumtaz onze plek wilde innemen, zei Benazir onmiddellijk dat het goed was. Ons werd niets gevraagd.”
Hij wijst woedend naar de portretten van Benazir Bhutto en haar vader aan de muur. Ze hangen naast de verkiezingsaffiches van Sarwar Khan, een helder uit zijn ogen kijkende vijftiger met een grijze snor. Ook hij voert vandaag buiten de stad campagne. Boven het kantoor wappert nog steeds de groen-zwart-rode partijvlag.
Wie heeft er gelijk? „Ik”, zegt Mohammed Farooq Mir. „Ik heb in de jaren tachtig vier jaar in de gevangenis gezeten omdat ik Bhutto steunde. Ik ben de ware PPP-P’er hier. De mensen aan de overkant weten niet waar ze het over hebben. Onze kandidaat zal winnen, want iedereen steunt ons. Dit is een PPP-P-stad. En die Sarwar Khan, die heeft nog nooit iets goeds gepresteerd.”
„Wij hebben gelijk” verklaart Malik Azer, „en Mohammed Farooq Mir is een overloper. Zijn familie heeft hier een benzinestation. In de afgelopen jaren heeft de regering hem financieel zo onder druk gezet, dat hij bij de vorige verkiezingen nog een aanhanger van Chaudri was. Dus hem moet je niet geloven. En onze Sarwar Khan wint, want iedereen kent hem. Er is geen bruiloft, geen begrafenis geweest, of hij heeft de mensen opgezocht. Hij is een van ons.
Dus Sarwar Khan is de man om te volgen tijdens deze verkiezingen? „Sarwar Khan heeft niet eens zijn studie afgemaakt”, verklaart Mohammed Farooq Mir. „Hij mag niet eens meedoen”. „Allemaal leugens”, meent Malik Azer. „De verkiezingscommissie en het hof in Rawalpindi hebben het onderzocht: hij is wél afgestudeerd”.
Zal het nog goed omen? „Na de verkiezingen zullen we een vergadering beleggen en het er nog eens over hebben”, belooft Malik Azer. Hij legt zijn hand op het hoofd van zijn zoon. „Want ik ben nog steeds baas van de partij”.