Een Turks offensief
Het Turkse leger heeft zich vrijdag uit Noord-Irak teruggetrokken na het bereiken van zijn doelen. Turkije begon een week geleden een offensief in Noord-Irak tegen de Koerdische terreurbeweging PKK, die sinds 1984 vecht voor een zelfstandige Koerdische staat. De guerrillastrijders voerden geregeld aanvallen uit vanuit het Koerdische noorden van Irak op Turkije.
Het Turkse leger meldde dat bij de gevechten 237 rebellen, 24 soldaten en 3 dorpswachten zijn gedood. De PKK telde 5 gedode rebellen en zeker 81 omgekomen Turkse soldaten.Bij het Turkse offensief zijn een paar kanttekeningen te plaatsen. In de eerste plaats valt op dat niemand luidkeels protesteerde tegen de Turkse aanval. De Verenigde Staten en de Europese Unie lieten zich amper horen. Dat lag in oktober nog wel anders toen de Turkse regering het parlement om een volmacht vroeg om in Noord-Irak jacht te mogen maken op de PKK.
Waarom was nu opeens iets mogelijk wat een paar maanden geleden nog tot tal van ontstemde geluiden leidde? In dit verband moet vooral de rol van de Verenigde Staten worden genoemd. In het verleden gold voor president Bush dat Israël de belangrijkste bondgenoot in het Midden-Oosten was en golden de Koerden als de beste islamitische vrienden. De Verenigde Staten hebben echter Turkije als bondgenoot herontdekt en daarmee komen de Koerden voor Washington op de derde plaats.
Dit is vooral het werk van Defensieminister Robert Gates, de vervanger van Donald Rumsfeld. Rumsfeld is de man die het Ankara nooit heeft vergeven dat Amerika in 2003 niet via Turkije Irak mocht binnenvallen. Gates ziet de Turken nog als de betrouwbare bondgenoot uit de tijd van de Koude Oorlog.
De oorlog in Irak en de semionafhankelijke Koerdische staat in Noord-Irak irriteerden de Turken danig. Daarop zocht Turkije toenadering tot Iran en Syrië, eveneens landen die vanwege hun Koerdische minderheid een onafhankelijke Koerdische staat vrezen. Gates probeert Turkije van deze landen los te weken. Daarom steunt Washington niet de aanspraak van de Koerden in Noord-Irak op de olierijke stad Kirkuk. Daarom seinen de Amerikaanse spionagesatellieten informatie over PKK-bases door naar Ankara. Het resultaat: de relatie met Turkije herstelt zich. Veelzeggend is dat Gates donderdag de Turken vroeg hun militaire actie te staken en dat de Turken een dag later al aan de oproep gehoor gaven.
Ten tweede moet worden opgemerkt dat het zeer de vraag is of Turkije zijn doelen in Noord-Irak heeft bereikt, zoals het Turkse leger stellig beweert. In het verleden boekten de Turkse strijdkrachten ook bijna geen resultaat in Noord-Irak. Geen enkele aanval heeft het Koerdenprobleem opgelost, omdat het in Turkije ligt.
In het verleden stelde premier Erdogan de Koerden in eigen land tal van hervormingen in het vooruitzicht, zoals lokaal zelfbestuur en meer ruimte voor de Koerdische taal en cultuur. Van deze beloften is weinig terechtgekomen.
Erdogan zou er goed aan doen hier werk van te maken. Met een dergelijk binnenlands, vreedzaam offensief zou hij de PKK de wind uit de zeilen nemen en kan een tijd van vrede aanbreken in Turkije.