Eerst door de metaaldetector, dan naar de zondagsschool van Jimmy Carter
PLAINS - Drie keer per maand geeft Jimmy Carter les op de zondagsschool in het zuidelijke dorpje Plains. Wie een glimp van de Amerikaanse oud-president wil opvangen, moet vroeg opstaan. Om acht uur staat de geheime dienst al klaar om kerkgangers aan een grondig onderzoek te onderwerpen.
Voorzichtig klimt de zon achter de horizon tevoorschijn. Het witte gebouwtje van de Maranatha Baptist Church in Plains, Georgia, koestert zich nog even in de koelte van de schaduw. Het stadje slaapt nog. Maar bij de baptistenkerk is al volop activiteit.Over twee uur zal oud-president Jimmy Carter zijn wekelijkse zondagsschoolles geven in de Maranatha Baptist Church. En daar horen de nodige veiligheidsmaatregelen bij. De plaatselijke sheriff heeft zijn auto dwars over de weg geparkeerd. Een handjevol agenten van de geheime dienst -lange donkere jassen, zonnebril op- kamt de parkeerplaats uit, op zoek naar explosieven of andere verdachte zaken.
Rond acht uur arriveren de eerste bezoekers bij de kerk. ”Houd er rekening mee dat u en uw bezittingen aan inspectie worden onderworpen”, meldt een bord voor de ingang van het gebedshuis. Twee agenten doorzoeken kerktasjes en jaszakken. Onophoudelijk klinkt het gebrom van een metaaldetector. „Op uw plaats gaan zitten en er niet meer afkomen”, luidt de niet mis te verstane instructie van de ”secret service”.
Klokslag halfnegen sluiten de deuren. Wie na die tijd de lessen van Carter wil volgen, kan terecht in een bijgebouw waar het voormalige staatshoofd via een groot videoscherm is te volgen. In de zomer is deze zaal standaard in gebruik, als de belangstelling voor de zondagsschool de capaciteit van de kerk ruimschoots overstijgt.
In de kerkzaal legt ”miss Jane” omstandig uit hoe de kerkgangers zich tijdens het ’Carteruurtje’ dienen te gedragen. Fotograferen mag alleen tijdens het welkomstwoord van de oud-president. Opstaan is uit den boze. Spreken is alleen toegestaan als Carter je iets vraagt. Wie zich niet aan de regels houdt, wordt aan de geheime dienst overgeleverd. „En dan wordt dit niet de mooiste dag uit je leven”, verzekert de voormalige onderwijzeres haar gehoor, terwijl ze een aantal afschrikwekkende incidenten uit het verleden oplepelt.
Jimmy Carter mag dan ooit in het Witte Huis hebben gewoond, hij is ook een heel gewone man, benadrukt miss Jane. „Hij heeft een hekel aan applaudisseren, dus alstublieft geen geklap. En als u hem wilt aanspreken? Mijn moeder noemt hem Jimmy, omdat ze op de middelbare school met hem uitging. Ik noem hem altijd ”mister Jimmy”, omdat ik hem goed ken. Maar voor u is het gewoon meneer Carter. Noem hem in geen geval meneer de president. Daar hebben we er maar één van en die heet momenteel George Bush.”
Op wonderbaarlijke wijze slaagt miss Jane erin de kerkgangers anderhalf uur lang bezig te houden met anekdotes over het leven van de familie Carter. Al sinds 1983 geeft de voormalige pindaboer les op de zondagsschool, vertelt de Amerikaanse. „Zelfs toen hij president was, deed hij dat. Daarmee is hij voor zover we weten het enige staatshoofd dat tijdens zijn ambtsperiode Bijbelonderwijs gaf.”
Om tien uur betreden Jimmy Carter en zijn vrouw Rosalynn, omgeven door veiligheidsagenten, het kerkgebouw. „Hebben we vandaag nog bezoekers?” vraagt Carter geheel overbodig. Kerkgangers op de voorste rijen hebben het voorrecht om te melden waar ze vandaan komen. „Uit Nederland? Welkom!”
„Zijn er vandaag nog voorgangers of zendelingen in ons midden?” is de volgende vraag van de 83-jarige oud-president - opnieuw geheel volgens het boekje dat hij al 25 jaar hanteert. Een vrouw uit Jeruzalem meldt zich. „Wilt u ons leiden in het morgengebed?”
Na het gebed vertelt Carter, gekleed in een grijze broek en ruitcolbert, zonder stropdas, in het kort wat hij de afgelopen week heeft gedaan. Zijn belangrijkste activiteit was het bijwonen van de baptistenconventie, waar over herziening van de kerkorde is gesproken. Discussies over de vrouw in het ambt en de positie van homoseksuelen dreigen tot een scheuring in het kerkverband te leiden. Carter heeft de rol van bemiddelaar op zich genomen.
Vervolgens wijdt Carter zich aan zijn eigenlijke zondagsschoolles. Aan de orde is Lukas 10, het Bijbelgedeelte waarin de Heere Jezus zeventig discipelen uitzendt en hun de opdracht meegeeft om uit te gaan en te getuigen. „Dit bevel geldt ook ons”, benadrukt de oud-president. „Wij behoren ook tot die zeventig. We hebben de plicht om dienstbaar te zijn aan de uitbreiding van Gods Koninkrijk, ook al wordt onze boodschap verworpen.”
Af en toe stelt Carter zijn gehoor vragen. „Wat weten we eigenlijk van Lukas?” Regelmatig vat hij zijn betoog samen. „We moeten de Bijbelse waarheid blijven herhalen. Christus herhaalt Zijn woorden ook. Als je wilt dat je boodschap overkomt, moet je haar steeds weer opnieuw brengen. Kijk maar naar de presidentskandidaten, die zeggen ook iedere keer hetzelfde”, zegt Carter, met een knipoog naar de verkiezingscampagne.
Na een uur neemt Jimmy Carter zijn plaats in de kerkbanken in. Dominee Jeffery Summers gaat voor in de reguliere kerkdienst. De bezoekers blijven zitten, want na de dienst is er gelegenheid om met de Carters op de foto te gaan. „Ik weet wel dat veel mensen alleen maar voor de zondagsschool komen. Sommigen hebben nog nooit een kerk vanbinnen gezien. Maar op deze manier komen ze toch met het Woord in aanraking. Wie weet heeft het nog effect”, aldus de predikant na afloop.
Na de kerkdienst neemt miss Jane het heft weer in handen. „U gaat netjes in de rij staan. Handen uit de zakken, geen onverwachte bewegingen. Alles wat u bij zich hebt, moet mee naar buiten. Als u het niet leuk vindt om met tas of paraplu op de foto te gaan, houdt u die zaken maar achter uw rug. Na de foto stapt u direct in uw auto en verlaat het terrein. U mag hier niet rond blijven hangen.”
De camera’s klikken. De Carters glimlachen. Een honderdtal Amerikanen gaat met een ietwat verdwaasde blik naar huis. En de geheime dienst haalt weer opgelucht adem.