Lampje (slot)
Een kerk die haar deuren opent voor een dienst, opent haar deuren voor een ieder die het Woord van God wil horen. Niet één kerkbezoeker is dan belangrijker dan een andere bezoeker, of heeft meer rechten.
Als het goed is, zouden we ook niet moeten willen dat er onderscheid gemaakt wordt in de bezoekers. Eenieder moet welkom zijn (RD 8-2), ongeacht rang, stand of lidmaatschap. Als een kerk met behulp van groene lampjes aangeeft dat gasten en vreemdelingen nog maar even buiten moeten blijven, geeft ze aan dat er voor hen (nog) geen plaats is. Dat dit nog steeds plaatsvindt, is diep triest. Juist een kerk zou moeten uitstralen dat eenieder welkom is. Niemand zou toch willen dat een vreemdeling op de drempel van de kerk nog zou twijfelen of hij toch maar weer niet terug naar huis zal gaan omdat hij nog maar even buiten moet blijven? Groene lampjes horen niet in de kerk, al hebben we nog zulke behulpzame kosters.Marius de With
Grootslag 31
3991 RA Houten
Dieren
RD 13-2 vergelijkt appels met peren bij de vergelijking tussen SGP en Partij voor de Dieren. Hun politieke succes kan niet worden afgemeten aan het aantal aangenomen moties. Want hoeveel aangenomen moties liggen op het terrein van de kerndoelstelling? De PvdD heeft louter moties ingediend op het gebied van dieren, natuur en milieu, en op die gebieden worden niet heel veel moties aangenomen in Den Haag. De SGP heeft maar heel weinig moties aangenomen zien worden op het terrein van haar kerndoelstelling, het bevorderen van haar gedachtegoed. De vergelijking gaat hier dus volledig mank. Vergelijken we het maatschappelijk debat over dierenwelzijn dat sinds het verschijnen van de PvdD is losgebarsten, dan zien we een enorme oogst binnen en buiten het parlement. Welke nieuwkomer in de politiek heeft ooit zo’n productie aan Kamervragen, moties en maatschappelijk debat op haar naam geschreven binnen één jaar? Voeg daar de productie van een complete en zeer spraakmakende documentaire bij en het zal duidelijk zijn dat een zo badinerende beoordeling van het succes van de PvdD weinig objectief is. De SGP is 86 jaar aanwezig in het Nederlands parlement, is een zeer gerespecteerde en gewaardeerde factor, maar kan moeilijk als succesvoller worden aangemerkt voor haar kerndoelstelling dan de PvdD in haar eerste parlementaire jaar. Ook onder christenen wint de partij aan waardering: Marianne Thieme werd dit jaar door de jongerenorganisatie van de ChristenUnie uitgeroepen tot Engel van het Jaar. En engelen en ganzen hebben maar weinig gemeen, toch?
Inez Hegeman
G. van der Muelenweg 16
7443 RE Nijverdal
Dialoog
Volgens RD 21-2 roept de Wereldraad van Kerken op tot dialoog met moslims en andere godsdiensten. Volkomen onbegrijpelijk: in gesprek gaan op voet van gelijkheid met hindoes, boeddhisten, moslims enzovoort. Alle leden van bij de WvK aangesloten kerken zouden hier tegen moeten protesteren. Bijbelgetrouwe kerken horen zeker geen lid van de WvK te zijn. In dezelfde krant stond bij ”Alternatieven naast Wereldraad” te lezen dat de ICCC (Internationale Raad van Christelijke Kerken) een stille dood is gestorven na het overlijden van de oprichter, dr. McIntire (aldus de juiste spelling). De ICCC is echter helemaal niet dood. Het 17e congres was in 2005, het 18e wordt 8-14 juni 2010 in Seoul gehouden. Er wordt uitsluitend gebruikgemaakt van de King James-Bijbelvertaling. Alle nieuwere vertalingen worden verworpen. President is dr. Choi Kwang Jae uit Korea, secretaris dr. Quek Swee Hwa uit Singapore. Voorzitter van de Europese Alliantie is dr. Bernard Kaiser (Marburg, Duitsland) tevens lid van het uitvoerend comité van de ICCC. Van de ICCC kunnen uitsluitend Bijbelgetrouwe kerken lid worden, dus naast gereformeerden ook baptisten, lutheranen enzovoorts. Geen grote organisatie, maar wel bestaande uit christenen die niet in dialoog willen, kunnen en mogen gaan met heidense kerken. Gegevens over het zeventiende congres: www.iccc.org.sg.
H. J. Manhave
Postbus 2096
3440 DB Woerden
Suïcide (VI)
Herinnering naar aanleiding van RD 8-2 en voorgaande: Mijn opa was een zwaarmoedig man die steeds met suïcideneigingen rondliep, maar ook heel veel hield van zijn vrouw. Zijn vrouw wist van de gedachten van haar man. Opa was een kleine landbouwer en er moest met de hand worden gespit. In de strenge winter van 1928-1929 ging zijn vrouw een keer van huis, een hele dag, op familiebezoek. Op die dag kreeg opa bezoek van een andere kleine landbouwer en werd er met zorg gesproken over de weersomstandigheden. Dat viel bij opa zo zwaar dat hij zich verhing. Toen mijn grootmoeder nog een halfuur van huis af was, zeiden mensen in de bus: ”In dorp X heeft zich een man van het leven beroofd.” Ze vreesde het ergste. Toen ze mijn vader nog maar bij de bushalte zag staan, zakte ze in elkaar. Ze zei: ”Mede door mijn nalatigheid, want ik ben vergeten te zeggen: Man, zul je zorgen dat de koffie klaarstaat als ik thuiskom.” Dat beloofde hij altijd te doen, uit liefde voor zijn vrouw. Hoogstwaarschijnlijk zou hij niet tot die daad gekomen zijn als ze hem ook die keer had laten beloven voor de koffie te zorgen. Dus: Houd zulke mensen vast, probeer ze een taak te geven, hoewel dat heel moeilijk is en ook per geval verschillend. Overigens hoop ik met deze herinnering en dit advies geen schuldgevoelens op te roepen bij hen die als naastbestaanden overgebleven zijn.
(Naam en adres bij redactie bekend)