Kerk & religie

Een wereldhistorische vondst in Qumran

Een bedoeïen is op zoek naar een geit. Hij gooit een steen in een grot om het beest daaruit te krijgen. Er klinkt gerinkel. De man kijkt en ontdekt een kruik, met daarin, zo blijkt, de oudste Bijbelse manuscripten uit Joodse tijd die ooit gevonden zijn. Ze stammen uit de eerste eeuw voor Christus en zijn ruim duizend jaar ouder dan de tekst die tot dan toe bekend was. De Dode Zeerollen, genoemd naar de vindplaats in Qumran bij de Dode Zee, zijn wel dé wetenschappelijke ontdekking van de twintigste eeuw genoemd. Na zestig jaar verschijnen ze in een herziene Nederlandse editie.

K. van der Zwaag
28 February 2008 08:17Gewijzigd op 14 November 2020 05:35
Een Zuid Koreaanse vrouw bekijkt een gedeelte van de Dode Zeerollen die vorig jaar tentoongesteld werden in Seoul. Foto EPA
Een Zuid Koreaanse vrouw bekijkt een gedeelte van de Dode Zeerollen die vorig jaar tentoongesteld werden in Seoul. Foto EPA

De meeste wetenschappers gaan ervan uit dat in Qumran aan de noordwestelijke oevers van de Dode Zee 2000 jaar geleden een religieuze sekte woonde, die mogelijk behoorde tot de essenen. De grotten van Qumran liggen in de woestijn van Judea.De beweging van de Essenen ontstond in de tweede eeuw voor Christus en hield er strenge leefregels op na. Waarschijnlijk vestigde de sekte zich in Qumran om aan vervolgingen van de zijde van de sadduceeën in Jeruzalem te ontsnappen. Ze zouden daar een bibliotheek en een scriptorium hebben gehad, waar ze nieuwe rollen schreven.

In 68 na Christus, tijdens de eerste Joodse opstand tegen de Romeinen, werd de nederzetting verwoest. De sektariërs hebben volgens de gangbare hypothese de manuscripten in grotten in de buurt verborgen voor de oprukkende Romeinen. In 1947 vonden archeologen de rollen in grotten in de buurt van de Dode Zee.

De rollen en rolfragmenten worden tegenwoordig bewaard in het ”Heiligdom van het Boek” en het Rockefeller Museum in Jeruzalem. Het betreft Bijbelse, apocriefe en sektarische geschriften uit de periode van de derde eeuw voor Christus tot de eerste eeuw na Christus in het Hebreeuws, Aramees en Grieks. Ze behoren tot de belangrijkste archeologische vondsten in de twintigste eeuw en werpen nieuw licht op de Joodse geschiedenis.

Het oudste complete handschrift van het gehele Oude Testament, in de oorspronkelijke Hebreeuwse taal, werd gekopieerd in 1008 na Christus en draagt de Latijnse naam ”Codex Leningradensis”. Er zijn wel kleinere gedeelten die ouder zijn, maar pas de vondsten van Qumran hebben gezorgd voor een tekstoverlevering die voor de verschillende Bijbelse boeken teruggaat op manuscripten uit de derde eeuw voor Christus tot de eerste eeuw na Christus. Daarmee bieden de Dode Zeerollen tekstgetuigen van het Oude Testament die meer dan duizend jaar ouder zijn dan het middeleeuwse manuscript uit 1008.

Men geloofde aanvankelijk niet dat de manuscripten zo oud konden zijn, maar wetenschappelijk onderzoek heeft dat toch al snel bevestigd. Overigens heeft het verschillende decennia geduurd voordat alle teksten wereldwijd beschikbaar waren. Getouwtrek om primeurs bij wetenschappers en hoge geldprijzen voor de unieke documenten hebben zelfs geleid tot het spreken van hét wetenschappelijke schandaal van de twintigste eeuw.

Piet Prins
Alle teksten zijn nu beschikbaar voor het grote publiek, zegt dr. Mladen Popovic (1977), de huidige adjunct-directeur en postdoconderzoeker van het Qumran Instituut in Groningen. Hij hoorde onlangs dat Piet Prins een jeugdboek heeft geschreven onder de titel ”Joessoef vindt een grote schat”. Het bleek over de Dode Zeerollen te gaan. „Dat ga ik later aan mijn kinderen voorlezen”, zegt hij enthousiast.

De ontdekking van de Dode Zeerollen heeft de vraag naar de canon vergroot. Het Qumran Instituut belegt op 28 en 29 april een internationaal symposium over de canonvorming, mede naar aanleiding van de nieuwe uitgave.

De manuscripten zijn in vele talen verschenen. Complottheorieën à la ”De Da Vinci code”, als zou het Vaticaan manuscripten achter de hand houden, verwijst Popovic naar het rijk der fabelen. „Het was in de begintijd na de ontdekking een te grote klus voor te weinig mensen. Je moet je realiseren dat het ging om tienduizenden fragmenten. We staan op de schouders van de eerste onderzoekers die werkelijk pioniersarbeid hebben verricht.”

De Dode Zeerollen hebben de kennis van het vroege Jodendom ten tijde van Jezus enorm uitgebreid, stelt Popovic. „We hebben nu zicht op wat de mensen toen lazen en hoe ze leefden. Het beeld van het Jodendom is ook radicaal bijgesteld. We dachten nogal eens dat het een gemeenschap was die statisch was en wettisch leefde, overeenkomstig het beeld van veel christelijke theologen. Maar het blijkt een gemeenschap te zijn met voor die tijd een enorme creativiteit en dynamiek.”

De eerste Nederlandse vertaling (door het Qumran Instituut) verscheen in 1994 en 1995 in twee paperbacks. Dr. A. S. van der Woude (1927-2000), hoogleraar Oude Testament aan de Rijksuniversiteit Groningen en oprichter en oud-directeur van het Qumran Instituut (in 1961), en dr. Florentino Garcia Martinez (1942), oud-hoogleraar-directeur van het Qumran Instituut. en tegenwoordig hoogleraar aan de KU Leuven, verrichtten pionierswerk door te vertalen op basis van de beschikbare foto’s van de manuscripten en op grond van voorlopige edities van sommige teksten.

Zestig jaar na de ontdekking van de Dode Zeerollen is de complete vertaling van deze niet-Bijbelse rollen in een verbeterde en aangevulde uitgave in één gebonden band verschenen. De tekstuitgave bevat een uitgebreide algemene inleiding op de rollen en inleidingen op de afzonderlijke teksten. Verder biedt het boek een complete en volledig bijgewerkte lijst van alle gevonden handschriften, voorzien van recente literatuurverwijzingen.

Nu alle Dode Zeerollen zijn gepubliceerd, is de reconstructie en interpretatie van bepaalde teksten gewijzigd. Ook zijn er nieuwe teksten bekend geworden. In de tweede herziene druk, verzorgd door Garcia Martinez en Popovic, zijn al deze wijzigingen verwerkt.

In de nieuwe editie van de vertaling zijn de teksten, net als in de vorige, naar inhoud geordend. De literatuurverwijzingen zijn aan het eind van de inleidingen uitgebreid met de belangrijkste recente boeken en studies. Een flink aantal nieuwe teksten is in vertaling ingevoegd, terwijl nieuwe fragmenten bij reeds bekende teksten zijn toegevoegd. Met de herziene editie van de vertaling wil het Qumran Instituut te Groningen de Dode Zeerollen bij de zestigste verjaardag van de ontdekking ervan opnieuw toegankelijk maken voor het Nederlandse publiek.

Canon
Popovic wijst erop dat tal van para-Bijbelse geschriften zijn ontdekt, zoals het Genesis Apocryphon. Daarin is te lezen dat Abraham in de eerste persoon spreekt over gebeurtenissen zoals we die uit Genesis kennen, voorspellende dromen heeft en demonen uitdrijft. Ook komen we visioenen van Noach tegen. Noach vertelt hoe hij het land verdeelt onder zijn kinderen.

„We kunnen dus concluderen dat dé Bijbel in de tijd van Jezus niet bestond. Het boek van kaft tot kaft, zoals wij dat kennen, bestond toen niet. Er waren alleen rollen in omloop die vele meters in beslag namen. Bovendien is gebleken dat er in die tijd verschillende geschriften in omloop waren die voor Joden evenveel gezag hadden. De canon lag in die tijd nog niet vast. We zitten dan nog midden in het proces van canonvorming.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer