Volgens de premier is het kabinet in een positie gebracht waarin het voortdurend zijn eigen onschuld moet bewijzen tegenover anonieme beschuldigingen, zo zei hij dinsdag in een spoeddebat in de Tweede Kamer.Dat is de reden dat het kabinet alsnog heeft gevraagd om een onderzoek van de Rijksrecherche naar de Catshuisbrand, waarbij een schilder om het leven kwam. Het instellen van een nieuw onderzoek betekent niet dat het kabinet nieuwe feiten op het spoor is, aldus de premier.

De brand in het Catshuis ontstond door gebruik van het verboden oplosmiddel thinner. Rijskambtenaren zouden daarvan geweten hebben. Het kabinet gaat er nog steeds van uit dat dat niet het geval was. De Kamer wil dat „de onderste steen boven komt".