Dat hebben twee oud-medewerkers van slachterijen aan de actualiteitenrubriek EénVandaag gemeld. Zij willen anoniem blijven, omdat zij bang zijn voor de reacties uit de vleessector. De rubriek besteedde donderdag aandacht aan hun verhaal.Volgens een van de twee oud-medewerkers heeft elke chef een pieper. „Als de AID langskomt, geeft de portier aan iedereen een bepaalde code door. Dan weten we al hoe laat het is.” Volgens hem gaat de productie bij een controle omlaag van 650 naar 400 varkens per uur. „Hoe sneller varkens door de productieband gaan, hoe beter. Dan verdien je meer”, aldus deze man, die twintig jaar in slachterijen heeft gewerkt.

De tweede man maakte in een andere regio en bij een andere slachterij hetzelfde mee. „Ik zag wel eens varkens waar je de gebroken ribben zag zitten, of met bloeduitstortingen”, liet hij de actualiteitenrubriek schriftelijk weten. Als hij zich afvroeg hoe dat kon, werd hem verteld dat de AID’ers zich altijd bij de poort meldden. Dan werd er een signaal of teken naar achteren gegeven en werd alles bijgesteld. De banden gingen minder snel werken en de knuppels werden weggegooid.

De AID zegt zich er altijd van bewust te zijn dat er in een slachterij altijd „extra alertheid” heerst als een controlerende instantie langskomt. De controleurs hebben echter veel ervaring om bijvoorbeeld afwijkingen in het productieproces te kunnen constateren, liet de woordvoerder van de dienst de actualiteitenrubriek weten.