Consciëntie
„…maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd.”
Spreuken 15:15De zaak waar Salomo hier van spreekt, is een vrolijk hart. Hij getuigt ervan dat het een gedurige maaltijd is. Onder het hart wordt hier de consciëntie bedoeld. Indien ons hart ons hier veroordeelt, God is meer dan ons hart.
U zult hier vragen: Wat is de consciëntie? Gelijk Pilatus vroeg: Wat is waarheid? Ik antwoord: Het is een kracht van de ziel, die kennis neemt van en getuigenis geeft over al onze gedachten, woorden en werken. Zij doet dit volgens Gods Wet die in ons hart geschreven is en beschuldigt, of verontschuldigt daarna de mens. Zie, dit is ons hart of onze geest die in ons is. Zij heeft haar woonplaats niet alleen in ons verstand, geheugen en wil, maar ze heeft haar zitplaats en gerichtskamer in al de delen van onze ziel. Waar zal ik heengaan voor Uw Geest, vraagt David. Waar zullen wij heen vluchten voor onze Geest?
Onze consciëntie is een overal tegenwoordige richter, notaris, secretaris en tuchtmeester, of een ziekentrooster van binnen. Al vluchtte u met Jona naar de zee en met Elia op de bergen, u zou deze kwelgeest niet kunnen ontlopen. Hij is de notaris en getuige, ja, de richter en de beul, ja, alles in allen. Soms is het een goede en soms een kwade geest. Soms is het een wolkkolom en soms een vuurkolom. „Wat is dat dan, een vrolijk hart en een goede consciëntie”, zult u vragen.
Johannes Carpentier, predikant te Barendrecht (”Het voorspel van de bruiloft des Lams”, 1662)