Volgens een eerste schatting van het ministerie hebben gemeenten ongeveer 200 miljoen euro niet aan deze vorm van thuiszorg uitgegeven. Dat heeft een woordvoerder van Bussemaker dinsdag gezegd.Sinds begin vorig jaar zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de huishoudelijke hulp, die voorheen vanuit de volksverzekering AWBZ werd betaald. Daarvoor kregen zij 1 miljard euro, waarvan dus ongeveer een vijfde op de plank is blijven liggen. Brancheorganisatie Actiz en vakbonden waarschuwden vorig jaar voor massale ontslagen in de thuiszorg nadat de instellingen scherp hadden moeten concurreren voor het binnenslepen van de contracten bij de gemeenten. Daardoor zouden ze onder de prijs zijn gaan werken.

Volgens Bussemaker viel het heel erg mee met de ontslagen. Om personeel dat toch het veld moest ruimen te behouden voor de zorg, stelde ze een speciaal fonds in.

De staatssecretaris stelde al eerder vast dat er een grote verschuiving plaatsvond van een duurdere vorm van huishoudelijke hulp onder de AWBZ naar een eenvoudiger en goedkopere vorm van thuiszorg die de gemeenten inkopen. Ze laat zich er nu nog niet over uit hoe het komt dat gemeenten geld overhouden. Bussemaker gaat ervan uit dat de gemeenten dat geld wel aan de zorg zullen besteden.

Een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) noemt het gezien de lagere tarieven niet onverwacht dat er geld overblijft. De VNG rekent erop dat het geld voor huishoudelijke hulp hard nodig is bij de volgende aanbestedingsrondes. De prijzen komen dan naar verwachting hoger te liggen. Ook zal de vraag naar zorg die gemeenten leveren gaan toenemen, verwacht de VNG.

De SP en de PvdA willen opheldering van staatssecretaris Bussemaker. Met name de Socialistische Partij is uitermate kritisch. „Hier is iets fundamenteel mis”, vindt SP-Kamerlid Kant. „Terwijl honderden mensen in de thuiszorg worden ontslagen, anderen voor slechtere arbeidsomstandigheden aan het werk moeten, en veel gebruikers hun vertrouwde hulp verliezen, blijft bij gemeenten 200 miljoen euro op de plank liggen.” Kant pleit voor een hoorzitting in het parlement. Ook wil ze een spoeddebat tussen de Tweede Kamer en Bussemaker.