Mukhanyo, een licht in zuidelijk Afrika
Een gedreven zendingsman, een theoloog die de Afrikaanse cultuur serieus neemt en tegelijk flink bekritiseert. Prof. dr. Flip Buys, leider van Mukhanyo Theological College in Zuid-Afrika, was enkele dagen in Nederland om afscheid te nemen als zendeling van de Christelijke Gereformeerde Kerken. „Afrikanen worden snel christen, maar staan vaak met één been in het christendom en met het andere nog in het heidendom.”
In 1993 wilde een aantal kerkelijke voorgangers in Zuid-Afrika komen tot een meerdaagse gecentraliseerde opleiding voor de onafhankelijke zwarte kerken. Het werd het startpunt van Mukhanyo Theological College. De opleiding is gevestigd in het vrijwel uitsluitend zwarte Zuid-Afrikaanse dorp KwaMhlanga (spreek uit: Kwamsjlanga). Mukhanyo is het Zoeloewoord voor ”licht”. „De theologische school wil een licht zijn. Niet alleen in het land van Thabo Mbeki, maar in heel zuidelijk Afrika.”In 1994 waren er vijf studenten. In de jaren erna kwamen fondsen ter beschikking, meestal van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), maar onder andere ook uit Amerika en Korea. Er werden gebouwen neergezet, er kwam een bibliotheek.
In 1997 kreeg Mukhanyo universitaire erkenning voor de cursussen op hoger niveau, terwijl de cursussen op lager niveau voorwaardelijk door het ministerie van Onderwijs van de nationale regering werden erkend. Daarna kwamen er contacten met tehuizen voor aidswezen en werd er een ontwikkelingshulpproject opgezet. Studenten en leden uit hun kerken helpen daar nu.
Het bestuur van de opleiding bestaat uit vertegenwoordigers van de CGK, de Gereformeerde Kerken in Zuid-Afrika, de Zuid-Afrikaanse Vrye Gereformeerde Kerke en onafhankelijke Afrikaanse kerken. Sinds vorig jaar doceren twee predikanten van de Heritage Reformed Congregations uit Noord-Amerika aan Mukhanyo in de personen van dr. Arthur Miskin en dr. Brian de Vries.
Het docentenkorps is verder bezig vanuit KwaMhlanga langeafstandsprojecten van de grond krijgen op andere plaatsen in Afrika. Er zijn verzoeken ontvangen om te helpen met het opzetten van opleidingen in Burundi, Zambia, Rwanda en Botswana.
Opleiding
Doelstelling van Mukhanyo is het opleiden van voorgangers voor met name de zwarte, onafhankelijke kerken. „We spreken van een inserviceopleiding: onze studenten werken al als evangelist of predikant, maar hebben nooit een opleiding gehad. Het ontbreken van opleidingen is een groot probleem, niet alleen in Afrika maar in de gehele derde wereld.”
Prof. Buys was onlangs bij een conferentie in Manilla waar bleek dat iedere zondag in Azië, Afrika en Zuid-Amerika 2 miljoen voorgangers hun werk deden, maar dat slechts 10 procent van hen enige opleiding had. „Terwijl de groei van de kerken in deze continenten groot is, tussen de 3 en de 5 procent. Veel van deze kerken hebben te lijden aan een mix van christendom en heidendom, als gevolg van onkunde.”
De tweede doelstelling van Mukhanyo is meer toegespitst op de zending. „Studenten participeren in het ontwikkelingshulp, zoals ten aanzien van bestrijding van de armoede en de opvang van wezen en aidspatiënten. Aan de theologische opleiding zijn modules ontwikkelingswerk gekoppeld. Deze opleidingen worden afgesloten met in Zuid-Afrika erkende diploma’s. Het niveau ervan wordt bewaakt doordat we aan de Noord-West Universiteit in Potchefstroom zijn gelieerd en zodoende geregistreerd zijn bij het departement van Onderwijs.”
Contextueel
Prof. Buys probeert contextueel te denken in de goede zin van het woord. Hij weet van de huidige tendens onder westerse én Afrikaanse theologen om recht te willen doen aan het eigene van het Afrikaanse christendom.
„Er is in het verleden veel misgegaan doordat westerse zendelingen inheemse gebruiken afdeden als bijgeloof, zonder recht te doen aan de noden en problemen waarmee Afrikanen worstelden. Je moet de denkwereld van de Afrikaan eerst willen begrijpen. In Afrika is het nog steeds gebruik dat je, als je in een crisis verkeert, offers brengt aan vooroudergeesten, meestal een kip of een geit. Het is de opdracht van de kerk om vanuit de Bijbel duidelijk te maken dat door de zoenverdienste van Jezus Christus geen bloedoffer meer nodig is. Hij is het finale bloedoffer.”
In het Westen wordt vaak gezegd dat de duivel een mythe is, maar als je ernst maakt met de Bijbel is de duivel zeker een levensrealiteit, zegt prof. Buys. „Veel heidense gewoonten gaan bij Afrikaanse christenen gewoon door, vooral als ze levensproblemen hebben. Ze zijn nogal geneigd Jezus Christus te accepteren als een extra assurantie, die bij de garantie van de voorouders komt.”
Grote problemen in Afrika zijn het heersende wereldbeeld en het politiek leiderschap. Het wereldbeeld is fatalistisch van aard, leiderschap wordt vaak autocratisch uitgeoefend. De vruchten zijn machtsmisbruik, corruptie, geweld, racisme, armoede en seksisme. „Veel kerken hebben het Evangelie verkondigd als een nieuwe geestelijke realiteit. Door het geloof in Jezus ontvangt de mens de eeuwige redding. Terecht, maar wat in de praktijk niet gebeurt, is dat we door de Bijbelse boodschap ook vernieuwd worden in ons denken en niet gelijkvormig worden aan de wereld.”
Het gebeurt vaak dat christenen ’s morgens de kerkdienst bezoeken en ’s avonds naar de toverdokter gaan, aldus prof. Buys. „Onze uitdaging is dat we het Evangelie niet aanpassen aan de cultuur, maar dat we deze begrijpen én veranderen. Contextualisering betekent niet het wegwerken van botsende verschillen in de cultuur, of een compromis sluiten, maar de cultuur omvormen tot de waarheid van het Evangelie. God en de afgoden kunnen niet op één lijn worden geplaatst.”
Een kenmerk van de Afrikaanse cultuur is het groepsdenken. „Een typisch Afrikaans motto is: Ik ben, omdat wij zijn. De groepsdruk, vooral van de familie, is groot. Het gebeurt regelmatig dat de familie rituelen uitvoert in tijden van crises om de voorouders aan te roepen. En dan moet de gehele familie aanwezig zijn, want anders helpt het ritueel niet. Dat impliceert met name een grote druk op christenen.”
Inheemse religie in Afrika staat gelijk aan heidendom, stelt Buys. „Je hebt een beweging onder westerse liberale theologen die Afrikaanse religie als een authentieke beleving van God ziet, maar dat is een vorm van syncretisme en feitelijk een terugkeer naar het neopaganisme.”
Toch is er wereldwijd steeds meer aandacht voor een ”niet-westerse Jezus”.
„De westerse visie op Jezus is soms beperkt geweest, maar als je een ruimere blik krijgt op alle aspecten van het werk van Jezus Christus, zie je ook de verschillen tussen de Afrikaanse en de westerse cultuur. Een promovendus heeft recent gesproken van een schaamte- en een schuldcultuur bij respectievelijk Afrikanen en westerlingen. In het Westen is er vooral een schuldprobleem: als je een bepaalde wet overtreedt, voel je je schuldig. In Afrika is men meer schaamtegeoriënteerd. Als je een bepaalde overtreding begaan hebt, voel je je niet slecht, wel als je ontdekt bent. Mijn stelling is dat de Heere Jezus Christus zowel de schuld vergeven heeft als de schaamte heeft bedekt. Als je op deze wijze het Evangelie verkondigt, pas je het Evangelie niet aan, maar doe je recht aan de volle betekenis van het Evangelie.”
Grote groei
De groei van de kerk in Afrika is groot en opzienbarend, aldus prof. Buys. „Sommigen noemen aantallen van 25.000 bekeerlingen per dag en 300 nieuwe gemeenten per week. Tegelijkertijd is er echter ook sprake van zorgwekkende oppervlakkigheid. Verdieping is daarom nodig en vooral dat Afrika eigen Schriftgetrouwe theologen krijgt. Afrikanen worden weliswaar snel christen, maar staan vaak met één been in het christendom en met het andere nog in het heidendom.”
De kerk groeit, maar dat betreft vooral de zwarte kerken. „De blanke kerk groeit niet meer, omdat steeds meer blanken, vooral jongeren, emigreren. Oorzaken van de leegloop zijn de criminaliteit en de eis dat zwarten bij sollicitaties de voorkeur hebben boven blanken. Ik noem dat een omgekeerd racisme. De situatie is gelukkig niet zo erg als in Zimbabwe, omdat er in Zuid-Afrika meer vrijheid is en er dat bij de regering nog mensen zijn die rationeel denken. Ook de vrijheid van de journalistiek is hier veel groter. Dat neemt niet weg dat de mensen die weg zijn, niet meer terugkomen.”
Prof. Buys constateert dat het de traditionele kerken grote moeite kost om nieuwe gelovigen aan zich te binden. „Dat geldt vooral blanke kerken. Nieuwkomers komen wel naar de kerk, maar worden niet opgevangen. Er gebeurt tijdens de bestaande diensten veel wat voor buitenkerkelijken niet te begrijpen is. Nieuwkomers zijn net als de nieuwe leden van een gezin, ze hebben meer warmte en aandacht nodig.”
Prof. Buys ziet de charismatische beweging in Zuid-Afrika als een groot gevaar, maar vindt wel dat de uitdaging daarvan ter harte genomen moet worden. De gemeentelijke structuur moet de rijke verscheidenheid van gaven in kaart brengen, om die in te zetten voor de opbouw en uitbouw van de gemeente. „Calvijn en vooral Bucer hebben veel aandacht gehad voor het beginsel van de gaven. Lees Heidelbergse Catechismus vraag 55, waar gezegd wordt dat ieder lid schuldig is om zijn gaven niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de ander aan te wenden.
In Afrika hecht men zich zo gemakkelijk aan wat de dominee zegt. De predikant is echter niet de baas van de gemeente, maar de dienaar van Christus. Zijn taak is de leden van de gemeente toe te rusten, zodat zij hun gaven gebruiken en de gemeente opbouwen. Ik denk dat de gereformeerde kerk momenteel een overreactie vertoont tegen de gevaren van de charismatische beweging. Je moet met het badwater niet het kind weggooien.”
Van jongs af betrokken op buitenkerkelijken
Phillipus Jacobus Buys werd op 16 maart 1947 geboren in Alberton, in de buurt van Johannesburg. Hij groeide op in de Gereformeerde Kerk van Zuid Afrika, de zogeheten Dopperkerk. Hij maakte deel uit van een gezin waar de roeping om het Woord aan buitenkerkelijken uit te dragen, ernstig genomen werd. Als zesjarige ging hij met zijn vader –van beroep postbode– eropuit. „Mijn vader was niet geleerd, maar hield wel elke zondagmiddag in de garage van de pastorie zendingsdiensten.”
Flip studeerde theologie aan de universiteit in Potchefstroom, waar hij in 1984 zijn doctorale graad haalde in de zendingswetenschap en de evangelistiek, met Nieuwe Testament als tweede hoofdvak. De titel van zijn verhandeling was: ”De aard van het verbond en evangelisatie”. In 1989 promoveerde Buys op een nieuwtestamentisch onderwerp: ”De verhouding tussen gemeenteopbouw en evangelisatie”.
Sinds 1993 was hij zendeling van de zendingsdeputaten van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, in samenwerking met de Gereformeerde Kerk Potchefstroom Noord, met als hoofdopdracht het rectorschap van Mukhanyo Theological College. De CGK hebben de school voor een bepaald aantal jaren gesteund, onder meer door bij te dragen aan zijn salaris. Dit is nu afgebouwd. De gereformeerde kerk van Potchefstroom Noord heeft andere hulpbronnen gevonden, zodat het werk zijn voortgang kan vinden.
Prof. Buys heeft de leiding over een opleiding die jaarlijks tussen de veertig en de vijftig theologische studenten heeft. Hij is ook buitengewoon hoogleraar in de zendingswetenschap aan de faculteit theologie van die Noord West Universiteit in Potchefstroom. Hij is verder lid van het bestuur van de Training of Pastors International Coalition (Topic), voorzitter van de Afrika afdeling van de World Reformed Fellowship en van de beheerraad van Mukhanyo Community Development Centre. In het ontwikkelingshulpproject worden nu ongeveer 1200 weeskinderen verzorgd en ongeveer 400 aidspatiënten, terwijl diverse projecten tegen armoede en werkeloosheid zijn gestart.
Prof. Buys publiceerde tal van boeken die gebruikt worden op Bijbelscholen en waarvan er sommige in het Portugees vertaald zijn. Hij maakte verschillende studiereizen naar onder meer Amerika, Nederland, België, Duitsland en Korea.