Hoogleraren koersen richting westen
Groningen, Twente, Maastricht. Langs de oostgrens van Nederland blijken de studenten het meest tevreden over hun onderwijs. Hoogleraren koersen echter westelijker en wijzen precies drie andere universiteiten aan als de beste van Nederland: Utrecht, Tilburg en Eindhoven.
Al staat de officiële ’APK’ van hogere opleidingen nog in de kinderschoenen, vergelijkende onderzoeken verschijnen er al geruime tijd. Elsevier presenteerde donderdag voor de zevende maal de special ”De beste Studies”. „Het was eerst een bijlage bij ons weekblad, maar vanwege het succes is het nu een zelfstandige uitgave”, aldus hoofdredacteur J. A. S. Joustra.
Ruim zeventig opleidingen gaan in het themanummer onder het mes. Voor het eerst zijn ook studenten aan kunstopleidingen in het hbo gevraagd om een oordeel over hun studie. Winnaar bij kunst en vormgeving: de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem. Bij muziek: Hogeschool Zuyd (conservatorium Maastricht).
Negen opleidingen aan universiteiten zijn zowel door studenten als door hoogleraren boven aan de ranglijst gezet en aangemerkt als echte aanraders: werktuigbouwkunde aan de TU Eindhoven, biologie en scheikunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, Engelse taal en cultuur aan de Universiteit Leiden, fiscaal recht en economie aan de Universiteit van Tilburg, technische informatica aan de Universiteit Twente, en informatica, sociale geografie en planologie aan de Universiteit Utrecht.
Twee universiteiten onderscheiden zich als de absolute top waar het om onderwijs gaat, zo blijkt uit een vergelijking met voorgaande jaren van het onderzoek onder hoogleraren: de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Tilburg (voorheen Katholieke Universiteit Brabant).
In totaal zijn 10.000 studenten aan universiteiten en hogescholen ondervraagd, terwijl 1400 hoogleraren de beste opleiding op hun vakgebied aanwezen. Bij de beoordeling van universiteiten is rekening gehouden met de omvang en het aanbod van opleidingen. Daarbij zijn drie groepen onderscheiden: zes grote ’klassieke’ universiteiten (UvA en VU in Amsterdam, Groningen, Leiden, Nijmegen, Utrecht), drie kleine universiteiten (Maastricht, Rotterdam, Tilburg) en drie technische universiteiten (Delft, Eindhoven, Twente).
De afgelopen vier jaar zijn 38 hbo-opleidingen beoordeeld. Dit jaar zijn er zes aan toegevoegd, waaronder de kunstopleidingen. De Christelijke Hogeschool Windesheim, de Hogeschool Zuyd, de Christelijke Hogeschool Ede en de Hogeschool Brabant staan hoog op de ranglijsten.
Volgens de hoogleraren biedt de Technische Universiteit Eindhoven de beste werkomstandigheden (gevolgd door Nijmegen en Delft) en de Universiteit van Amsterdam de slechtste.
Hoogleraren aan de TU in Delft vinden het meest (81 procent) dat hun werkplek past bij hun status, aan de Universiteit van Amsterdam (33 procent) vinden zij dat het minst. De TU Eindhoven biedt de beste onderzoeksfaciliteiten en ook hierbij scoort de Universiteit van Amsterdam het beroerdst. Bij de vragen kwam ook het beschikken over een eigen kamer en een secretaresse aan de orde, evenals de kwaliteit en bereikbaarheid van het universiteitsgebouw.
Veel hoogleraren zitten vast aan hun stek, maar 40 procent zou naar de concurrent vertrekken als er daar meer onderzoeksgeld, betere faciliteiten en meer medewerkers geboden zouden worden. Salarisverhoging blijkt zeker niet het belangrijkste motief voor een eventuele overstap.
De aanleiding tot de opiniepeiling vormen opmerkelijke overstappen in de universitaire wereld, zoals die van natuurkundige en Spinoza-prijswinnaar A. Lagendijk van de Universiteit van Amsterdam naar die in Twente. Kern van de peiling is dan ook de vraag: Voor welke prijs is de professor te koop?
Desgevraagd denkt 55 procent van de hoogleraren dat collega’s boven de CAO worden betaald, een kwart van hen vermoedt dat het gaat om bedragen tussen de 25 en 40 procent extra. En 39 procent vindt, als men zijn eigen kwaliteiten in ogenschouw neemt, dat men een te laag salaris krijgt.