Gokwezen Italië vergeet belasting te betalen
ROME - Italië heeft de jacht op belastingontduikers verhevigd. Dat levert heel wat op. Veel groter is echter het bedrag dat het gokwezen nog aan kansspelbelasting moet betalen. Maar daarvan maakt de overheid tot nu toe weinig werk.
Vijf eeuwen geleden ontstond de loterij, onder invloed van de beroemde Genuese admiraal Andrea Doria. Hij stelde negentig kandidaten voor het stadsbestuur en de bevolking ging wedden wie zou winnen.Inmiddels zijn veel Italianen dol op de lotto en andere kansspelen. De laatste jaren is het gokken flink toegenomen, nadat de overheid begin deze eeuw ruimhartig vergunningen verstrekte voor bingohallen en speelautomaten. Mogelijk gokte de overheid zelf op interessante inkomsten uit de kansspelbelasting. En inderdaad is de laatste jaren zo’n 100 miljard euro richting de fiscus gevloeid - op papier dan.
Volgens een onderzoek van de fiscale politie en de rekenkamer zijn de gezamenlijke exploitanten van het gokwezen 98 miljard euro schuldig aan niet-betaalde kansspelbelasting. Die belasting moet worden afgedragen aan het Staatsmonopolie, een staatsbedrijf dat het kansspel organiseert en verantwoording aflegt aan de ministeries van Financiën en van Economie.
Ook een parlementaire onderzoekscommissie heeft zich op de zaak gestort en komt tot soortgelijke conclusies. In haar rapport schrijft de commissie ook nog dat veel organisaties die de speelautomaten beheren „ongewoon” zijn. In Italië wordt daarmee „crimineel” bedoeld.
De onderzoekscommissie wijst met haar vinger naar het Staatsmonopolie dat niets zou uitrichten en geen boetes zou opleggen. De verantwoordelijke ministers weigeren uitleg te geven, ook omdat geen parlementslid er tot dusverre naar gevraagd heeft, en parlementaire onderzoekscommissies in Italië geen vuist kunnen maken.
De -inmiddels demissionaire- minister van Financiën heeft eenmaal kort gereageerd voor de onderzoekscommissie. Het is de schuld van het vorige kabinet, meende de minister. De regering-Berlusconi had het Staatsmonopolie opdracht gegeven de automaten technisch aan elkaar te knopen, zodat het mogelijk zou zijn vanuit een controleruimte de individuele inzet en de af te dragen belastingen na te gaan.
„Dat is op een ramp uitgelopen”, vertelde de minister. „Maar wat wilt u ook met 200.000 automaten in heel Italië?” Dat is ruim drie keer zo veel als in ’s werelds beroemdste gokstad Las Vegas.
En daarmee leek de kous voor de minister af. Premier Prodi liet zich over de belastingschuld in bedekte termen uit, maar waarschuwde vooral voor de onrust die op de beurs zou kunnen ontstaan. Enkele concessiehouders zijn beursgenoteerde ondernemingen.
Er is een politieke reden voor de stilte uit Rome. In Italië is het de gewoonte dat het bestuur van (semi)overheidsorganisaties naar politieke voorkeur wordt ingevuld. Het gaat meer om kleur dan om kwaliteit. Sommige organisaties hebben traditioneel een sociaaldemocratische of christendemocratische manager. Op andere organisaties hebben aanhangers van Berlusconi hun hand gelegd.
Het Staatsmonopolie, dat ook de tabaksverkoop regelt, is toegevallen aan de rechtse Nationale Alliantie. De directeur staat dicht bij deze partij en combineert -heel Berlusconiaans- zijn baan met het lidmaatschap van het dagelijks bestuur van een grote tabaksproducent. De onderdirecteur van het Staatsmonopolie is de zus van de voormalige minister van Landbouw, een kopstuk van de Nationale Alliantie.
Het cijfer van 98 miljard torent ver uit boven het het werk dat de 65.000 medewerkers van de fiscale politie jaarlijks ondernemen. Volgens het jaarverslag van 2006 hebben de ”finanzieri”, zoals de personeelsleden heten, 7000 belastingontduikers in hun nekvel gegrepen en 15,3 miljard euro richting de staatskas kunnen overhevelen.
Hoewel de politiek zwijgt over de 98 miljard, laat de rekenkamer het er niet bij zitten. Vorige week is de rekenkamer naar de rechter gestapt om het Staatsmonopolie te dwingen om bij de concessiehouders tot actie over te gaan. Maar justitie heeft geen haast. De rechtszitting staat gepland op 4 december.