Deugden
„Zoekt gerechtigheid, zoekt zachtmoedigheid, misschien zult gij verborgen worden in de dag van de toorn des Heeren.”
Zefanja 2:3 Mijn vrienden, in deze tekst staat ook een belofte die de profeet van de Heere moest uitspreken en aan ons mocht vervuld worden. Dat de dag van de toorn van de Heere genadig aan ons mocht voorbijgaan.
Nu hebben wij ons te onderzoeken of wij aan de conditie die in deze belofte vervat is, bij aanvang of voortgang, wel voldaan hebben, of trachten te voldoen. Immers, wij hebben daarnaar zonder uitstel en met alle ernst te staan, als het enige middel om in tijd en eeuwigheid behouden te worden. Ach, weinigen zijn er onder ons die zover komen als hier bevolen wordt en als er geëist wordt om Gods tijdelijk en eeuwig oordeel te ontvlieden. Hoe velen zijn er niet die de ware gerechtigheid, zoals die in Christus is, niet eens kennen. Hoe velen die nog heimelijk en in de praktijk hun eigen gerechtigheid oprichten door te steunen op hun uiterlijke zedigheid en godsdienstigheid en wat dies meer zij. Zij eisen loon op al hun arbeid. Ze zijn net als die hoogmoedige farizeeër in het Evangelie die God dankte omdat hij niet was gelijk andere mensen, zoals hoereerders en vloekers, maar dat hij een eerlijk en onberispelijk leven had. Die mensen bidden, zingen psalmen en gaan ten avondmaal. Met die jongeling zeggen zij: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jeugd af aan.
Joachimus Mobachius,
predikant te Nijkerk
(”Christelijke zedekunst”, 1741)