OM: werkstraf voor vuur stoken
UTRECHT - Het openbaar ministerie heeft donderdag voor de rechtbank in Utrecht een werkstraf van 120 uur geëist tegen twee Amersfoorters (21 en 22 jaar) die anderhalf jaar geleden tijdens een droge periode een vuur aanstaken in het bos.
De 21-jarige verdachte vertelde dat hij zich van geen kwaad bewust was. Hij was samen met een vriend het bos ingegaan om te gaan barbecueën op een groene strook vlak bij de Eem. Ze hadden een vuurtje gestookt en toen er een paar uur later iets van werd gezegd hadden ze dat vuurtje onmiddellijk uitgemaakt. Hij benadrukte dat het vuur zonder moeite te doven was.De getuigenverklaringen liepen uiteen. Twee jagers verklaarden dat de jongens een groot vuur hadden gestookt dat urenlang had gebrand. Een boer die het ook had gezien vond dat het wel meeviel. Op een foto was te zien dat een van de bomen door het vuur was aangetast.
De officier van justitie benadrukte in zijn requisitoir dat de brandweer tijdens die hittegolf rondvloog met vliegtuigjes om de bossen in de gaten te houden. Dat stond die dagen in alle kranten volgens de officier. De verdachten bleven van mening dat er geen gevaar was geweest. De twee mannen hadden een blanco strafblad en daarom vond de officier een zeer milde straf op zijn plaats.
De twee advocaten vonden zelfs dat nog te veel. Ze stelden dat er geen enkel bewijs was voor brandstichting. Ze bestreden dat er een gevaarlijke situatie was geweest. Die jongens zijn de hele tijd vlak bij het vuur gebleven, benadrukten de beide raadsvrouwen.
De rechtbank doet op 14 februari uitspraak.