„Ware christenen lijken op het Lam”
DOORN - „Er is maar één logo dat bij christenen past en dat is het geslachte Lam. Naar dit criterium mag en moet alles wat zich als geestelijk of christelijk aandient gemeten worden: is het wel of niet in verhouding met die verachtelijke gestalte van een lijdende Christus?”
Dit zei ds. J. Koppelaar zaterdag in zijn lezing voor de IRS-conferentie 2008. De werkgroep Bezinning en Evangelisatie van Stichting In de Rechte Straat (IRS) organiseert ieder jaar een driedaagse conferentie. Dit jaar was het thema van de conferentie ”Wast op in de genade…!”De conferentie in Doorn trok zo’n vijftig bezoekers uit verschillende kerkgenootschappen. Vrijdagavond hield dr. M. Verduin de eerste lezing, over het onderwerp ”De Heilige Geest in ons persoonlijk leven”. Zaterdagavond sprak drs. I. A. Kole over ”De Heilige Geest in de gemeente”.
Zaterdagmorgen sprak ds. Koppelaar over het onderwerp ”Door de Heilige Geest leven in onze cultuur”. Ds. Koppelaar, predikant van de hersteld hervormde gemeente van Abbenbroek, baseerde zich op de Korinthebrief, waarin de apostel Paulus onderscheid maakt tussen de geest van deze wereld en de Geest van Christus. De predikant ging in het bijzonder in op het tweede hoofdstuk en trok parallellen met de plaats van christenen in onze moderne cultuur.
Volgens ds. Koppelaar reageren kerkmensen vaak niet juist op de verontrustende antichristelijke ontwikkelingen. „De geestelijke malaise en de verloedering bestrijd je niet met sleutelen aan godsdienstige constructies. De oplossing ligt in het totaal gericht zijn op de levende Persoon: Jezus Christus. Het verbeteren van kerkelijke structuren door aanvaarden van goede belijdenisgeschriften, zuivere dominees en het creëren van hechte verbanden tussen vrome mensen, zullen onmachtig blijken de geest van de wereld buiten de deur te houden. Geen enkele kerkelijke muur is in staat de antichristelijke invloedsfeer die via allerlei media, vooral via internet, binnenkomt, buiten te houden. Er is slechts één remedie: een echte relatie met de Persoon Jezus.”
Ds. Koppelaar zei dat het onderscheid tussen ware gelovigen en wettische kerkmensen, die op de keeper beschouwd vaak werelds leven, cruciaal gaat worden. „Orthodoxe godsdienstige mensen zijn enkel gericht op iets, terwijl levende christenen altijd Iemand volgen.” Volgens de predikant kan de uitdrukking dat er iets in een mensenleven moet gebeuren, beter vervangen worden door „Iemand moet in je leven komen.” Het werk en de gaven van de Geest worden door de apostel Paulus altijd in verband gebracht met Gods grootste Gift, dat is Zijn Zoon.
De predikant uit Abbenbroek ging uitvoerig in op het onderscheiden van de gaven van de Geest. Hierbij kan een gezegde van Maarten Luther bruikbaar zijn. De hervormer vroeg zich bij iedere beoordeling af: „Is dit te vergelijken met dat wat Christus dreef?” Volgens ds. Koppelaar moeten nieuwe geestelijke bewegingen op hun „drive” getoetst worden. Dan blijkt snel of die wel of niet in relatie staan met het geslachte Lam. De ware christenen die steeds meer buiten de samenleving gesloten worden, gaan toenemend de trekken van het geslachte Lam vertonen. „Ongeestelijke christenen zijn altijd bezig zichzelf te profileren. Wie gedreven wordt door de geest van de wereld is constant met zichzelf bezig. De moderne tijd schrijft immers voor dat je aan jezelf moet werken.”
Ds. Koppelaar sprak aan het eind van zijn lezing de vrees uit dat vele tekenen erop wijzen dat ook de kerk met deze geest is doordrenkt. Predikanten in opleiding worden verplicht een eigen profielschets te maken. Het almaar hameren op geestelijke groei lijkt door die wereldse geest gedreven. „Christenen zullen altijd op het geslachte Lam moeten lijken en als dat zo is, dan imponeert dat het meest.”
Een praiseavond die uit enkel lofprijzing bestaat, noemde de predikant „een ongeoorloofde anticipatie op de grote toekomst.” De Bijbel tekent de nieuwtestamentische gelovigen altijd als levend tussen de eerste regen van het pinksterfeest en de late regen die pas na de wederkomst zal komen.