Israël is goed voorbereid op oorlog tegen Irak
Geruststellende woorden klonken deze week uit de mond van de Israëlische minister van Defensie, Benjamin Ben-Eliezer. Israël zou goed voorbereid zijn op een aanval van Irak. „Er is geen reden voor paniek of hysterie”, zei hij. Voor de gehele bevolking zijn voldoende gasmaskers beschikbaar en de pakhuizen liggen vol pillen en injectiespuiten voor het geval er een aanval met biologische wapens zal plaatshebben.
Irak heeft volgens Ben-Eliezer de capaciteit om grond-grondraketten uit te rusten met chemische en biologische wapens. Maar Irak zou maar weinig middelen hebben om deze af te vuren. De Amerikanen zullen in het westen van Irak militaire acties uitvoeren om van daaruit een raketaanval op Israël te voorkomen. Het grootste risico ontstaat volgens de Israëlische bewindsman als Saddam voelt dat hij met de rug tegen de muur staat. „Ik geloof dat de Irakezen ons alleen aanvallen als ze in een situatie van grote benauwdheid verkeren.”
In Israël zijn inmiddels twee batterijen Arrow-antiraketraketten opgesteld. Het Arrow-systeem zal volgens bronnen bij Defensie voor een vrijwel volledige bescherming zorgen van geheel Israël. De Arrow moet Iraakse Scuds enkele minuten voor inslag boven Jordaans grondgebied onderscheppen op een hoogte van enkele tientallen kilometers. De brokstukken komen dan neer op het grondgebied van het hasjemitisch koninkrijk, dat zich tussen Israël en Irak bevindt. Het Amerikaans-Israëlische Arrow-systeem is overigens kostbaar: aan elke raket hangt een prijskaartje van 3 miljoen dollar.
Israël wil het liefst buiten de oorlog blijven die er mogelijk staat aan te komen. Natuurlijk, een omverwerping van het regime in Bagdad en de oprichting van een gematigd, pro-westers bewind zijn in het belang van Israël. Er bestaat een kans dat Irak zijn massavernietigingswapens over enkele jaren tegen Israël zal gebruiken. In Irak is de haat tegen Israël immers zeer groot. Maar een aanval op het regime van Saddam Hussein beschouwt Jeruzalem in de eerste plaats als aan Anglo-Amerikaanse aangelegenheid. De Israëlische regering steunt de Amerikaanse actie in Irak, maar ze zit niet te wachten op een confrontatie met dat land.
Ook in 1991 trachtte Israël buiten de oorlog te blijven. Het Iraakse leger vuurde toen echter 39 Scud-raketten op Israël af. Het aantal slachtoffers bleef zeer beperkt, maar een aantal Scuds richtte grote schade aan. De toenmalige Likud-leider en premier, Yitschak Shamir, besloot toen, daartoe geprest door de Amerikanen, niet te reageren op de provocatie. De Amerikanen vreesden dat de coalitie tegen Irak uiteen zou vallen als Israël zich in de strijd zou mengen. De Arabieren maakten toen deel uit van die coalitie.
De Israëlische houding kende geen precedent: voor het eerst in de geschiedenis reageerde Israël niet op herhaaldelijke gewelddadige aanvallen. In defensiekringen bestaat de gedachte dat aanvallers passiviteit opvatten als een teken van zwakte. Terughoudendheid zou niet worden gezien als een teken van kracht, maar als een uitnodiging tot nieuwe agressie. Na de Golfoorlog van 1991 volgde in Israël een debat over de Israëlische afschrikking. Nu heerst de overtuiging dat het een ernstige fout zal zijn als opnieuw niets wordt ondernomen in het geval van Iraakse agressie. De reactie zal nu naar verwachting volgen, ongeacht de wapens die Irak gebruikt.
Vlak voordat het Amerikaanse offensief tegen Irak begint, kan er een golf van Palestijnse kamikazeterreur ontstaan, zo liet de Israëlische premier, Ariel Sharon, deze week tijdens zijn bezoek aan Moskou weten. De menselijke bommen zouden een poging zijn een Israëlische reactie uit te lokken, terwijl de Amerikanen willen dat het Israëlisch-Palestijnse front kalm blijft. Het defensie-establishment houdt ook rekening met de mogelijkheid dat Hezbollah vanuit Libanon katjoesja-raketten gaat afvuren op Noord-Israël.