Zelfbepaling
Iedereen kent wel het beeld van een moeder met een klein kind aan de hand. Plotseling rukt het zich los. Moeder schrikt, grijpt haar kind en houdt het vervolgens stevig vast. De veiligheid van het jongetje of meisje is in het geding. Vervolgens zie je moeder en en het al dan niet tegenstribbelende kind, hun weg vervolgen. Moeder stelt in dit voorbeeld de regels, de kaders waarnaar haar kind zich moet voegen.
In de opvoeding zullen ouders hun kinderen langzamerhand meer ruimte bieden. Kinderen mogen voor een deel zelf gaan bepalen wat ze doen. Ouders bakenen de grenzen af waarbinnen de kinderen moeten blijven. Ze hebben daar behoefte aan.Opvoeden gebeurt met vallen en opstaan. Vooral de puberteit is vaak een moeilijke tijd voor kinderen en opvoeders. De jongeren gaan de grenzen verkennen en het is voor hen niet meer vanzelfsprekend dat hun ouders grenzen stellen. Ook anderen vervullen een betekenisvolle functie. De wereld gaat meer en meer voor hen open. Het zelf bepalen wat te doen, wordt belangrijk. Soms is dit aanleiding voor heftige botsingen.
Het is van alle tijden dat ouders grenzen aangeven. De grenzen werden en worden sterk beïnvloed door cultuur en levensbeschouwing. In onze westerse samenleving ligt de nadruk sterk op zelfontplooiing. De opmerking „dat maak ik zelf wel uit” horen we vaak. Deze levenshouding is in de hedendaagse cultuur tot norm verheven. We zien het in gezinnen waarbij kinderen op een gegeven moment hun eigen gang gaan, zonder zich iets van de regels van thuis aan te trekken.
Zelfs op reformatorische scholen is het niet meer vanzelfsprekend dat leerlingen het gezag van hun docent aanvaarden. We lezen in het RD dat er zelfs tussen docenten van reformatorischen huize zich een discussie ontspint over de vraag of het wel vanzelfsprekend is dat docenten gezag hebben vanwege hun functie of dat ze dit gezag zelf moeten verwerven.
Niet alleen bij de jeugd krijgt dit denken voet aan de grond. We leven in een tijd van mondige ouders, die leraren duidelijk maken hoe hun kinderen opgevoed moeten worden, hoe een schoolbestuur een school moet besturen. Medezeggenschap wordt steeds meer een vereiste.
De tijdgeest vindt ook ingang in het denken van de gereformeerde gezindte en infiltreert haar gedachtegoed. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de discussie rond het vrouwenlidmaatschap van de SGP. De botsing van standpunten die zich voordoet, is heftig. Dit geldt echter helaas zowel buiten als binnen de gezindte.
Zoals al eerder gezegd: zelfbepaling is tot norm verheven. Terwijl andere normen vervagen, krijgt de handhaving van deze norm alle aandacht. Opmerkelijk en wrang zijn de gevolgen daarvan. Er wordt weerstand ondervonden bij de vormgeving van een identiteit die niet aansluit bij het huidige denken over zelfbepaling. De SGP mag niet zelf bepalen hoe zij wil omgaan met het vrouwenlidmaatschap. Schoolbesturen mogen niet zelf bepalen hoe zij medezeggenschap organiseren. In wetten is dit vastgelegd. Hoezo zelfbepaling?
Ondertussen komen de negatieve maatschappelijke gevolgen van de wetten waarin ons ”zelf bepalen” is vastgelegd naar buiten. Om maar een paar zaken te noemen: de doorgeslagen individualisering, de groter wordende vraag naar jeugdzorg, het toenemende aantal gebroken gezinnen.
Zelfbepaling is een begrip waaraan op dit moment veel aandacht besteed wordt in de gehandicaptensector. De Inspectie voor de Volksgezondheid legt daar steeds opnieuw de vinger bij. Zolang deze aandacht erop gericht is om het leven van mensen met verstandelijke beperkingen te verrijken en het blijft binnen de kaders van Gods Woord, is dit positief te duiden.
Maar het laatste is nu juist niet het geval. De inspecteur worstelt met de gedachte dat gehandicapten binnen De Schutse als het ware gekluisterd zijn aan de identiteit van deze zorginstelling. Hierin komt tot uiting dat de zelfbepaling van een mens als een hoger goed gezien wordt dan het leven naar Gods Woord, terwijl dat alle mensen betaamt.
De auteur is voorzitter van de raad van bestuur van gehandicapteninstelling De Schutse.reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl.