Blauw als sneeuw
Het zien van de eerste, neerdwarrelende sneeuwvlokken maakt in jong en oud wat los. Kleuters gaan spontaan op zoek naar een wortel en knopen voor een sneeuwpop. Grotere kinderen beginnen in gedachten al een sneeuwballengevecht. De vertegenwoordiger denkt gelijk aan lange files en meer reistijd. En de hobbyfotograaf kan niet wachten om de camera in te pakken en op stap te gaan. Om al het moois goed vast te leggen zijn witbalans en belichting van groot belang.
Steeds meer mensen binden de dakkoffer op de auto om ver van huis op de latten te gaan staan. De bergachtige wintersportgebieden zijn in de zomer al prachtig, maar met een witte deken erover wordt het pas echt een sprookjeslandschap. Valt er in Nederland sneeuw, dan is hier ook genoeg te zien. De witte laag werkt vervreemdend; de overbekende, eigen omgeving doet heel anders aan. De grenzen tussen wegen, paden en landerijen vervagen, kleine details sneeuwen letterlijk onder.Als alles er even wit en prachtig uitziet, is het soms moeilijk kiezen wat te fotograferen. Veel mensen komen dan ook niet veel verder dan de eigen perenboom of straat te kieken, omdat dat er al zo anders uitziet. Ga eens kijken in een natuurgebied, op een heideveld of bij een bosrand. Misschien is er een gebied in de buurt waar wilde paarden of koeien lopen. Van die dampende, grote beesten in een sereen, wit landschap kunnen schitterende foto’s opleveren. Zoek bij voorkeur een gebied uit dat bekend is. Dan kunnen van tevoren al wat mooie stekjes uitgekozen worden. Hoewel de zon van grote invloed is op sfeervolle winterplaatjes, zorgt dezelfde zon ervoor dat de gezichten maar beperkt houdbaar zijn. In wintersportgebieden waar dagelijks sneeuw valt en het kouder is, speelt dit probleem minder, zodat men langer de tijd kan nemen om foto’s te maken. Let ook op details: zet een takje met een laag sneeuw erop geïsoleerd van zijn omgeving op de foto, of fotografeer ijskristallen die flonkeren in de zon. Deze plaatjes maken een serie winterfoto’s compleet.
Compositie
Behalve aan het zoeken van een onderwerp heeft de fotograaf ook een grote kluif aan het maken van een goede compositie. Normaal kan voor een samenstelling van beeldelementen vaak gebruik worden gemaakt van kleuren en vlakken. Maar vrijwel de enige kleur in een winterlandschap is wit en de kleinere vlakken zijn ondergesneeuwd. Neem vooral iets mee op de voorgrond om extra diepte in de foto te creëren: een leuning, een set ski’s, een uitpuffende gelegenheidssporter, een takje, wees creatief. Ook diagonaallijnen versterken het dieptegevoel. Een hek, bergrug of bosrand kan hier goed voor gebruikt worden en valt ook nog eens extra op doordat de rest van het beeld monotoner is. Denk ook aan de 1/3-2/3-regel; richt de camera bijvoorbeeld zo dat een derde van de het beeld blauwe lucht is, tegen twee delen witte sneeuw. Dit brengt de compositie in balans.
Weerkaatsing
Hoe mooi sneeuw er ook uitziet, het blijft een lastig onderwerp om te fotograferen. Als de zon erop schijnt, schittert hij; de witte laag weerkaatst veel licht. De camera weet hier niet altijd goed raad mee. Is het zonnig en staat er een deel blauwe lucht in beeld, dan is de kans het grootst dat de automatische stand een goed resultaat oplevert. Bij bewolkt weer nekt het weerkaatste licht een goede lichtmeting al snel. De lichtmeter meet veel ’vals’ licht -de reflecties door de sneeuw- en stopt daardoor te vroeg met belichten, waardoor de sneeuw grijs wordt en de hele foto te donker is. Wie het histogram van een foto begrijpt, kan hier ook uit opmaken of de foto onderbelicht is; bij een foto met een groot aandeel sneeuw zal een grote piek helemaal aan de rechterzijde van het diagram te zien zijn. Staat de piek niet precies rechts, dan is de kans op een te donkere plaat groot.
Om dit op te lossen kan belichtingscompensatie worden gebruikt. Deze functie heeft meestal een vierkant pictogrammetje met een plusje en een minnetje. Door nu voor een compensatie van +2/3 of +1 te kiezen, wordt de foto eigenlijk te licht gemaakt, maar dit compenseert juist de afwijking van het toestel. Maak als het kan altijd een paar foto’s met verschillende compensaties -een belichtingstrapje- lopend van 0 tot +1,5. Wordt te veel gecompenseerd, dan vallen details in de lichtste delen weg. Fotografen die in RAW-formaat schieten kunnen thuis uitgebreid proberen wat het beste compromis is en zijn in het veld dus flexibeler.
Brui
Ligt het te fotograferen onderwerp in de schaduw, dan is er een aanzienlijke kans op een blauwe foto. Experimenteer of de witbalansstand ”schaduw” of ”bewolking” dit afdoende verhelpt, anders biedt de witbalans met de hand instellen soelaas. Kies handmatige witbalans, richt op mooie, witte sneeuw en druk af. Het toestel weet nu wat echt wit is en neemt de testmeting als ijkpunt.
Wintersporters pakken zich meestal grondig in. De camera krijgt echter geen extra jas aan, hoewel de techniek het ook moeilijker heeft in de kou. Batterijen gaan minder lang mee, dus zorg elke dag in ieder geval voor een volle accu of een setje reservebatterijen. Bij extreme kou kan de camera er zelfs algeheel de brui aan geven. De camera onder de jas dragen kan afdoende helpen, zorg anders voor een stevige, isolerende fototas.