Dat blijkt uit cijfers die de organisatie Consument en Veiligheid woensdag bekendmaakte. Tijdens de afgelopen jaarwisseling viel één dode vielen en raakten ruim 1100 mensen gewond door vuurwerk. Het aantal gewonden is met 140 gestegen ten opzichte van een jaar eerder, toen er 960 slachtoffers vielen.Voor het eerst sinds zeven jaar ligt het aantal vuurwerkslachtoffers boven de 1000. Tijdens de jaarwisseling van 1999-2000 vielen er nog 1200 slachtoffers, in 1992-1993 waren het er 1900.

Dat er na 2000 minder gewonden tijdens de jaarwisseling vielen, is volgens woordvoerder C. Meijer van Consument en Veiligheid vooral te danken aan een betere afstemming tussen opsporing en preventie. „De wetgeving is aangepast en de campagnes zijn verbeterd.”

Volgens Consument en Veiligheid is de stijging van het aantal slachtoffers dit jaar vooral te wijten aan ongelukken met illegaal professioneel vuurwerk. In bijna 25 procent van de gevallen was daar sprake van. Dat cijfer kan volgens Meijer nog veel hoger liggen, omdat meer dan 40 procent van de slachtoffers getroffen is door vuurwerk van anderen. Daarbij is het niet direct duidelijk of het om consumentenvuurwerk of om illegaal vuurwerk gaat.

Tijdens de jaarwisseling 2006-2007 waren vier op de tien slachtoffers tussen de 10 en de 19 jaar oud. Consument en Veiligheid is daarop een campagne gestart, onder andere met filmpjes op YouTube. In de leeftijdscategorie 15 tot 19 jaar is het aantal vuurwerkslachtoffers daardoor gedaald. Het aandeel kinderen jonger dan 15 jaar is gestegen naar 42 procent.

Meijer noemde het donderdagmorgen „belachelijk” dat kinderen onder de 15 jaar al ruim voor de jaarwisseling met nitraatbommen rondlopen zonder dat ouders daar iets tegen ondernemen. De organisatie wil zich bij de komende jaarwisseling met een campagne richten op deze groep jongeren en hun ouders.