„Fondsen moeten beleid niet loslaten”
Pensioenfondsen moeten zich in de huidige barre tijden strikt aan hun afgesproken beleid houden. Het is te gevaarlijk om onder druk van premiebetalers of gepensioneerden af te wijken van de regels voor premieverhogingen en de zogeheten indexering, het laten meestijgen van de pensioenen met de lonen.
Dat stelt pensioendeskundige G. Boender van Ortec, een adviesbureau voor onder andere pensioenfondsen. Hij reageert hiermee op de onrust over de pensioenfondsen, die door het extreem slechte beursklimaat de afgelopen maanden snel door hun reserves heen zijn geraakt. De toezichthouder op de pensioenen PVK heeft berekend dat ongeveer 300 fondsen 23 miljard euro in het rood staan.
Volgens Boender hebben de meeste fondsen heldere regels over dit indexerings- en financieringsbeleid. „Fondsen schrappen de indexering als ze onder de 105 of de 100 procent dekking terechtkomen. Dat moet consequent worden doorgevoerd.” Fondsen mogen daarbij niet zwichten voor eventuele protesten van gepensioneerden. „Het is geen gemakkelijke boodschap, maar het zal noodzakelijk zijn om de pensioenfondsen ook in de toekomst gezond te houden.”
Volgens hoogleraar verslaggeving financiële instellingen A. Oosenbrug is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. „Bij veel fondsen zijn indexering en premiebeleid nauwelijks duidelijk vastgelegd. Voor fondsen die in het rood staan is de keuze daarom geen eenvoudige. Het achterwege laten van de indexering is gemakkelijker doorgevoerd dan een premiestijging, maar zal het vertrouwen in het fonds niet groter maken.”
Volgens Oosenbrug zitten de pensioenfondsen voor een deel door hun eigen beleid in de problemen. „Bepaalde fondsen hadden al veel eerder hun aandelen moeten verkopen”, zo stelt hij. Volgens Oosenbrug moeten de fondsen die nu nog net niet in de gevarenzone verkeren, dat ook doen. „Het is net als met een particuliere belegger: als je het je niet kunt permitteren moet je geen geld in aandelen steken.” Voorzitter Witteveen van de PVK stelde maandag juist dat verkoop van aandelen „geen biet uitmaakt.”
De misère van de pensioenfondsen is volgens Oosenbrug dat ze het recente verleden als leidraad voor hun aandelenrendementen nemen. „Eind jaren tachtig en in de jaren negentig waren die hoog, maar dat geeft geen garantie voor de toekomst”, benadrukt hij. Dat de verkoop van aandelen op korte termijn de koersen onder druk zet, ziet Oosenbrug niet als een probleem. „Dat effect moet niet overschat worden.”
Boender zoekt de oplossing in minder rigoureuze maatregelen. Nu het water tot enkele centimeters onder de dijk staat, zo stelt hij, is het verstandig extra zandzakken aan te slepen. „Het draait daarbij niet zozeer om directe effecten op de dekkingsgraad, maar om maatregelen die het risico in deze slechte periode beperken”, aldus Boender.
Hij adviseert fondsen die in gevaar zijn een zogeheten ”buy and hold”-beleggingsbeleid te voeren. Dat houdt in dat fondsen hun aandelenpakket ten opzichte van het totale vermogen mee laten krimpen met de dalende koersen op de beurs, om ze weer aan te vullen als de koersen weer stijgen. „Het is een onschuldige manier om een stuk risico weg te nemen”, zo omschrijft Boender deze strategie. „Ten opzichte van alle beleggingen wereldwijd blijft jouw aandeel als fonds gelijk.”