„Verschil christendom en islam geen klein ding”
LOUISVILLE - „Als christenen in dialoog gaan met moslims moeten zij een helder christelijk geluid laten horen.” Dat vindt Albert Mohler, rector van het Southern Baptist Theological Seminary. Mohler uitte vorige week scherpe kritiek op een openbare brief aan moslims die is ondertekend door 300 vooraanstaande Amerikaanse christenen.
Mohler deed zijn uitspraken in het radioprogramma Albert Mohler Radio Program. In het programma reageert hij op een paginagrote open brief die The New York Times in december publiceerde. Deze open brief werd opgesteld door wetenschappers van Yale University en ondertekend door bijna 300 vooraanstaande Amerikaanse christenen.In de brief roepen de ondertekenaars op tot een interreligieuze dialoog tussen christenen en moslims. De dialoog zou de twee gemeenschappen zodanig „hervormen” dat beide „oprecht onze gemeenschappelijke liefde voor God en voor elkaar weerspiegelen.” Ondertekenaars waren onder anderen Leith Anderson, president van de National Association of Evangelicals, de evangelicale voorgangers Bill Hybels en Rick Warren en Richard Mouw, voorzitter van de Fuller Theological Seminary in Pasadena.
In de open brief vragen de ondertekenaars de „Barmhartige Ene” („All merciful One”) en de moslimgemeenschap onder andere om vergeving voor de vele misdaden die christenen in het verleden en het heden hebben begaan tegen moslims. Als voorbeelden geven de opstellers de kruistochten en de „excessen in de oorlog tegen het terrorisme.”
Reactie
De open brief in The New York Times is een reactie op het 29 pagina’s tellende document ”A Common Word Between Us and You” dat in oktober werd gepubliceerd door 138 vooraanstaande moslimswetenschappers en -geestelijken. De ondertekenaars pleiten in dit document voor vrede tussen moslims en christenen. Ook roepen zij op tot een dialoog die gebaseerd is op „de gemeenschappelijke liefde voor God en liefde voor de naaste die beide godsdiensten met elkaar delen.”
Mohler behoort niet tot de ondertekenaars van de open brief in The New York Times. „Niemand stuurde me die op en vroeg of ik hem wilde ondertekenen.” De invloedrijke theoloog is echter ook van mening dat er vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de inhoud van de brief. Mohler: „Ik heb niets tegen een dialoog, maar dit is denk ik niet de manier om een gesprek aan te gaan.”
Het ergert Mohler bijvoorbeeld dat er vergeving wordt gevraagd om de kruistochten. „Ik weet zeker dat er allerlei verkeerde dingen zijn gedaan tijdens de kruistochten, maar ik ga me er niet voor verontschuldigen. Ik ben dankbaar dat de poging van moslims om Europa te veroveren is mislukt. Mocht dat gebeurd zijn, dan zouden we nu Arabisch spreken.”
Principes
Mohlers grootste bezwaar betreft echter het taalgebruik in de brief. „Ik denk dat we een groot probleem hebben als we als christenen in een brief aan moslims over God schrijven in hun terminologie. Als christenen een dialoog aangaan, moeten ze zich als christen opstellen. Als je gelooft in de christelijke God, dan geloof je in de God Die zich openbaart als Vader, Zoon en Heilige Geest.”
„We weten echter”, zegt Mohler „dat een van de belangrijkste principes van de islam is dat God Eén is en dat Hij geen Zoon heeft. Je kunt dus niet spreken over een gemeenschappelijke God als je gelooft dat Hij Zichzelf heeft geopenbaard in Zijn Zoon Jezus Christus.” Het meningsverschil over Jezus Christus is geen „klein ding”, zo benadrukt de rector van het baptistenseminarie.
Het Vaticaan heeft eerder deze maand naar aanleiding van het document van de 138 islamitische wetenschappers en geestelijken laten weten dat er dit voorjaar in Rome „een historische ontmoeting” zal plaatsvinden tussen rooms-katholieken en moslims. De bedoeling van de ontmoeting is de dialoog tussen de twee religies te verbeteren.
www.yale.edu/faith/abou-commonword.htm voor de volledige tekst van de open brief.