Verdachten mogen volgens Donner alleen in uitzonderlijke gevallen naar huis worden gestuurd, als alle andere mogelijkheden zijn onderzocht. De maatregel mag bovendien alleen worden toegepast bij verdachten van relatief lichte delicten.

De Tweede Kamer vroeg Donner vorige week om een spoeddebat, toen bleek dat er dit jaar dertig verdachten met een dagvaarding op straat zijn gezet. Volgens Donner valt dit aantal reuze mee. „In totaal worden per jaar 26.000 personen in bewaring gesteld. Je kunt dan niet zeggen dat het vaak voorkomt.” Volgens de minister komen de verdachten, ondanks hun vrijlating, voor de rechter en worden ze ’gewoon’ berecht.

Volgens de minister is er in het verleden te eenzijdig naar het veiligheidsprobleem in Nederland gekeken. „Bij veiligheid dacht men: Meer blauw op straat, en meer capaciteit bij de politiescholen. Maar men vergat dat er ook meer cellen bij moesten komen.”

Het aantal mensen dat gevangenisstraffen krijgt opgelegd, stijgt volgens hem. „Het ziet er naar uit dat de trend zich de komende jaren doorzet.” Toch kunnen er door geldgebrek niet meer cellen bij worden gebouwd. De minister presenteert binnenkort een plan met alternatieven voor gevangenen om straffen uit te zitten.

Gestraften kunnen bijvoorbeeld thuis via elektronisch toezicht hun straf voldoen. Ook zouden er meer gevangenen in een cel kunnen en andere gebouwen dan gevangenissen kunnen als noodgevangenis worden ingericht. Donner verwacht niet dat het cellentekort met de maatregelen is opgelost. „Het blijft hozen in een lekke boot. Maar ik kan meer hoosblikjes verschaffen zodat de boot minder water maakt.”