Albertine Agnes stelde kerkbezoek in Diez verplicht
Slot Oranienstein is op een steile kalkrots gebouwd. Vanaf een terras aan de achterzijde is ver in de diepte de rivier de Lahn te zien. Hoe vaak zal Albertine Agnes, een van de dochters van prins Frederik Hendrik, hier gestaan hebben?
De Oranjefietsroute langs plaatsen in Duitsland waar het voorgeslacht van de Nederlandse koninklijke familie woonde, gaat na de burcht Nassau in de gelijknamige plaats steil omhoog. De afdaling verloopt even later heel wat sneller.Kilometersver slingert het fietspad zich langs de rivier de Lahn. Diez komt in zicht. De stad is van ver te herkennen aan het markante grafelijke slot uit de elfde eeuw, dat hoog boven de historische huisjes uittorent. In dit slot met zijn dikke muren woonden de vorsten van Nassau-Diez-Oranje. De mannen waren vaak afwezig, want ze hadden hun handen vol aan het stadhouderschap van Friesland, en later van alle Nederlanden. Daarom regeerden vooral de vrouwen in Nassau-Diez.
In het slot is sinds 2006 een jeugdherberg gevestigd en opende in oktober 2007 een museum voor stads- en streekhistorie de deuren.
Comfortabeler
Ten noorden van Diez ligt Oranienstein, een van de stamsloten van het Nederlandse koningshuis. In de hal van het slot prijken foto’s van het bezoek van koningin Juliana aan Oranienstein op 27 oktober 1971, portretten van koningin Beatrix en prins Claus, van prins Willem-Alexander en prinses Máxima. En de stamboom van het Oranjehuis, zoals die in meerdere kastelen in dit gebied te zien is.
Het slot werd in de jaren 1672-1684 in opdracht van gravin Albertine Agnes gebouwd op de ruïnes van een benedictijns nonnenklooster. Albertine Agnes was toen, na de dood van haar man, regentes, ook in Friesland.
Meestal was de vorstin in de Nederlanden, maar als ze in Diez was, wilde ze eigenlijk een comfortabeler onderkomen dan het middeleeuwse kasteel. Daarom besloot ze tot de bouw van een nieuw slot bij de rivier. Ze betaalde 8384 rijksdaalders toen ze de vroegere kloostergoederen in 1676 aankocht.
De halfronde oosttoren van het slot staat op de fundamenten van het klooster. Vanwege de symmetrie is er vervolgens ook een westtoren bijgebouwd. Albertine Agnes vernoemde het slot naar Willem van Oranje, zoals haar zusters dat met de kastelen Oranienburg bij Berlijn, Oranienbaum bij Dessau en Oranienhof bij Kreuznach hadden gedaan.
Voor een protestantse kerk bevat de kapel ongewoon veel afbeeldingen. De wand- en plafondschilderingen zijn van de Nederlander Jan van Dyck. Op het plafond zijn het laatste avondmaal en de uitstorting van de Heilige Geest afgebeeld. De kapel wordt nog wekelijks voor kerkdiensten gebruikt. De vroegere molen, beneden bij de rivier, doet dienst als restaurant.
Verplicht kerkbezoek
De bevolking van de streek rond Diez leefde ruw en onverschillig, ook als gevolg van de Dertigjarige Oorlog. Albertine Agnes pakte die situatie rigoureus aan: ze verbood danspartijen, drinkgelagen, het ’s nachts op straat rondzwerven en het folteren en verbranden van vermeende heksen. Straten moesten voortaan wekelijks worden schoongemaakt en de mesthopen voor de huizen moesten worden verwijderd. Albertine Agnes verplichtte de inwoners tot het trouw bezoeken van de kerkdiensten, zowel ’s zondags als doordeweeks. Ze stelde een dokter aan en zorgde voor een gratis apotheek.
Haar schoondochter vorstin Henriëtte Amalia van Anhalt-Dessau liet Oranienstein tussen 1704 en 1709 verbouwen tot het barokpaleis zoals dat nu te bezichtigen is. Henriëtte Amalia ligt in de kloosterkerk van Diez begraven.
Ballingen
Prins Willem V -de afgezette stadhouder- en zijn vrouw woonden ook enige tijd op slot Oranienstein. Dat was van 1801 tot 1806. Dit was de periode nadat ze eerst zes jaar als ballingen in Engeland verbleven. De prins overleed in 1806 tijdens een bezoek aan zijn dochter in Braunschweig. Daar werd hij begraven, en pas in 1958 is de kist overgebracht naar de koninklijke grafkelder in Delft.
Toen zijn zoon Willem VI (de latere koning Willem I) weigerde tot de Rijnbond toe te treden, waarmee zestien Duitse staten zich aan Napoleon verbonden, nam de Franse keizer hem zijn bezittingen af. De prins verloor daarmee Oranienstein. Willem vertrok met zijn familie naar een zwager in Berlijn. Napoleon liet de inventaris van Oranienstein in 1811 per opbod verkopen.
Nadat de keizer verslagen was, ontving Willem door de besluiten van het Wener Congres het groothertogdom Luxemburg. Zijn stamland Nassau moest hij echter aan de koning van Pruisen afstaan.
Kadetten
Vanaf 1868 deed Oranienstein dienst als kadettenschool. Voor de leraren werden er huizen bij het slot gebouwd. Nadat Duitsland de Eerste Wereldoorlog verloor, nam het Franse bezettingsleger het slot in 1919 in gebruik. Pas tien jaar later werd het, mede door Nederlandse invloed, weer aan de Duitsers overgedragen. De nationaalsocialisten vestigden er in 1934 een politiek vormingsinstituut. Zij verdrongen het Nassause museum uit het gebouw. Dat gebeurde in mei 1940, symbolisch voor de verdringing van het Nassause vorstenhuis uit Nederland in diezelfde maand.
In 1945 herhaalde de geschiedenis zich: na de Duitse nederlaag trokken Franse militairen in het kasteel. Later besloot de Duitse Bondsrepubliek tot een grondige renovatie van het monument. Op 23 mei 1962 werd het gebouw aan het leger overgedragen. Tegelijkertijd ging het Oranje-Nassaumuseum open, op de plaats van de vroegere kloosterkerk.
Dit is de tweede aflevering in een serie over de Oranjefietsroute in en rond het Duitse graafschap Nassau.