Het wijste woord ooit gesproken
Titel: ”Over literatuur. Beschouwingen en opstellen”
Auteur: Herman Hesse
Uitgeverij: Aspekt, Soesterberg, 2007
ISBN 978 90 5911 591 0
Pagina’s: 374
Prijs: € 19,95.
De Duits-Zwitserse schrijver Hermann Hesse (1877-1962) is behalve een boeiend verteller van romans en novellen ook een begenadigd essayist geweest. Daarvan leggen zijn opstellen over literatuur, zijn recensies en zijn brieven aan beginnende schrijvers een mooi getuigenis af. In de Hessebibliotheek van uitgeverij Aspekt verscheen onlangs een bundel van Hesses voornaamste publicaties over literatuur. Het eerste dat aan Hesse opvalt, is zijn vrijheid met betrekking tot de keuze van onderwerp en de manier van schrijven over bijvoorbeeld het verzamelen van boeken, het uitkloppen van stof uit boeken en de selectie van boeken die geschikt zijn als vakantielectuur. Gemaakt lollig wordt Hesses toon nooit, maar er zit wel een fijne humor in veel van wat hij schrijft.
Het mooiste stuk uit de bundel is ”Het geschrapte woord”. In 1947 kreeg Hesse uit Amerika een brief van een joodse Duitser die, op de vlucht voor Hitler, naar de VS was geëmigreerd. Deze vrome joodse Duitser maakte bezwaar tegen een zinsnede in een van Hesses boeken. In ”Der Kurgast” had Hesse geschreven dat de spreuk ”Heb uw naasten lief als uzelf”, dit „wijste woord, dat ooit werd gesproken” ”zeer verbazingwekkend ook al in het Oude Testament staat”. De man in Amerika vond dit een belediging van de Thora en verzocht Hesse om het woord ”verbazingwekkend” te schrappen. In zijn stuk denkt Hesse hardop na. Wat moest hij doen: trouw blijven aan de weergave van de persoonlijke weg die hij doorliep, een zoektocht met vooroordelen en fouten waarvan het aanstootgevende woord mede de getuige was, en verduidelijken waarom hij het woord liet staan?
Hesse schrijft dat hij een dergelijke verduidelijking niet meer aankon: „Daartoe zou een mate van zekerheid, van geloof aan mijzelf en de zin en waarde van mijn werk nodig zijn, die ik nu niet meer zou opbrengen. Ik schreef de lezer in New York een korte brief, dat ik tegemoet gekomen was aan zijn wens, en schreef mijn uitgever een mededeling, dat bij een eventuele herdruk van ”Der Kurgast” op bladzijde 154 het woord ”verbazingwekkend” moest worden weggelaten.” Ik vind die keuze zeer respectabel.
Heldere ogen
Op menige plaats in dit boek heft Hesse een lofzang op de literatuur aan. Hij ziet van de letterkunde een kracht uitgaan die vergelijkbaar is met de kracht van de liefde. Net als de liefde weet de literatuur het meest uiteenlopende met elkaar te verbinden. De liefde als het fundament in de beleving van kunst is het ideaal: „Zij alleen geeft zekerheid, zij alleen heeft gelijk, omdat ze niet op haar eigen gelijk uit is.” Misschien, zo mijmer ik op Hesse door, is het wezen van de kunst wel het duidelijkst aanwezig in de vrijheid die zij verschaft. Het is de vrijheid die tot de hoogste zekerheid leidt. Zoals je met alle vezels in je weet dat die ene mens degene is naar wie je hebt verlangd, zo schenkt de kunst aan haar ontvanger een vergelijkbaar weten dat alle kennis, alle verstand en kritische beoordeling te boven gaat.
Maar, die ervaring tot de jouwe maken vergt veel tijd, veel leestijd om de literatuur uit vroeger eeuwen en die van de eigen tijd een kans te geven. Hesse laat zijn eigen ontwikkeling zien aan de hand van de Duitse literatuurgeschiedenis en daarnaast ook met behulp van de wereldliteratuur. De romantiek, met schrijvers zoals E. T. A. Hoffman, heeft zijn bijzondere interesse. Maar het laatste woord hebben toch eerder die schrijvers die de eenvoudige dingen des levens zodanig onder woorden kunnen brengen dat die eenvoud in hun werk het grootste belang krijgt. Tot deze schrijvers rekent Hesse onder anderen Joseph von Eichendorff en Adalbert Stifter: „En juist zij, deze idyllische schrijvers, deze eenvoudige kinderen van God met hun heldere ogen, voor wie de grashalm tot openbaring werd, juist zij, die we de kleineren noemen, geven ons het beste… Ze zijn, naast de groten met hun rijke gedachten, als goede moeders naast vaders, en hoe vaak hebben we een moeder oneindig veel meer nodig dan een vader!”
Hermann Hesse nodigt de lezer uit om een eind weegs met hem door het landschap van de letterkunde te wandelen. Dat landschap heeft vooral een Duitstalig karakter. Soms overlappen de hoofdstukken elkaar qua besproken auteurs. Mij spraken de hoofdstukken het meest aan die over het belang van het boek in concurrentie met andere cultuurvormen gaan. Daaruit blijkt dat Hermann Hesse in het nadenken over onze huidige cultuur een tijdgenoot is.
De vertaling van dit boek is op veel plaatsen jammer genoeg niet goed. Voor een tweede druk is een fijne stofkam aan te bevelen die de vele ongerechtigheden eruit haalt.