Pinnen het vaakst in super
AMSTERDAM - Nederlanders pinnen het vaakst in de supermarkt. Vorig jaar had in supermarkten ruim 35 procent van alle pintransacties plaats.
Dat blijkt uit maandagmorgen gepubliceerde jaarcijfers van Currence, de eigenaar van de betaalvormen pin en chipknip. Na de supermarkten namen benzinestations (9,5 procent) en modewinkels (8 procent) de meeste pintransacties voor hun rekening.Het aantal pinbetalingen in Nederland is vorig jaar met 9,5 procent gestegen ten opzichte van 2006, naar 1,588 miljard. Dat betekende de hoogste groei sinds 2002. De chipknip werd gebruikt voor 175 miljoen betalingen, een toename van 6,4 procent. Chippen gebeurt het vaakst bij aankopen in kantines, bij het parkeren en bij automaten.
In Nederland wordt nog altijd het vaakst met contant geld betaald. Dat gebeurt in ongeveer 65 procent van de gevallen. Dik drie op de tien transacties worden gepind, de rest gebeurt met de chipknip of anders.
Currence verwacht dat het aantal pintransacties de komende jaren met nog eens 1 miljard groeit, vooral doordat mensen steeds vaker ook kleinere bedragen pinnen. Currence denkt dat de bordjes op toonbanken die bijbetaling vragen voor het pinnen van lage bedragen op termijn zullen verdwijnen. Onderzoek heeft aangetoond dat pinnen voor de winkelier in de meeste gevallen even goedkoop is als contante betalingen.
Vanuit het oogpunt van veiligheid zijn zowel de winkelier als de consument sterk gebaat bij het terugdringen van ’gewoon’ geld, omdat (gewelddadige) criminelen vooral uit zijn op contanten, aldus Currence. De laatste jaren neemt de hoogte van de gemiddelde pintransactie af. Vorig jaar lag het gemiddelde op 43,75 euro, tegenover 44,22 euro in 2006. In 2002 bedroeg het gemiddelde pinbedrag 47 euro.