Ongecoördineerde, maar breed gedragen klopjacht
NAIROBI - Binnen een halfuur nadat vorige week zondag bekend werd dat Kibaki de nieuwe president van Kenia was, was in de sloppenwijk Kibera de bloedige jacht op leden van zijn Kikuyustam in volle gang.
Het is nog steeds niet bekend hoeveel Kikuyu’s er precies vermoord zijn op die zondag en tijdens de nacht van zondag op maandag. Afgelopen zaterdag troffen bewoners van de wijk bijvoorbeeld nog acht lichamen aan. De stank verried waar hun moordenaars hen hadden verborgen.„Ik heb de doden niet geteld”, zegt voorganger Victor Adams van een vrije gemeente in Kibera. „Maar ik weet wel zeker dat het werkelijke aantal doden in Kibera hoger ligt dan de politie wil toegeven. De overheid heeft er belang bij dat het officiële dodental zo laag mogelijk blijft. Ik heb gehoord dat alleen al in de wijk Soweto van Kibera tachtig Kikuyu’s zouden zijn vermoord. Soweto is in vergelijking tot andere wijken van Kibera nog redelijk rustig.”
Kibera is de op een na grootste sloppenwijk ter wereld. Er wonen 1 miljoen mensen, maar het kunnen er ook meer zijn. Al die mensen leven dicht opeengepakt in huisjes van wisselende kwaliteit. De beste hebben bakstenen muren en een golfplaten dak, andere hebben moddermuren en hout of plastic als dak.
De overgrote meerderheid van de arme bewoners stemde op Raila Odinga, de presidentskandidaat van de oppositie. Richard bemande een van de stemlocaties in Kibera. Hij heeft met eigen handen de stemmen geteld en de aantallen doorgegeven aan de kiescommissie. „Toen vorige week zondag live op de televisie de uitslagen werden bekendgemaakt, zag ik tot mijn grote boosheid dat de aantallen veranderd waren. Razendsnel was het algemeen bekend dat de verkiezingscommissie had gefraudeerd.”
Schreeuwend van boosheid renden inwoners van Kibera naar buiten. In de smalle straatjes, of beter gezegd modderpaadjes, uitten mensen luidkeels hun ongenoegen.
De eigenlijke jachtpartij op Kikuyu’s begon in de armste wijken van Kibera, om precies te zijn in de wijk Kisumidogo. Inwoners van andere wijken zagen rookwolken opstijgen in die wijk en volgden het voorbeeld.
Alle wijken van Kibera hebben hun eigen gangs, bendes van jonge mannen die voor de veiligheid zorgen, omdat de politie in Kibera niet veel te zeggen heeft. Geregeld bevechten die gangs elkaar, maar vorige week zondag hadden de gangs hetzelfde doel: verjaag alle Kikuyu’s, roof hun winkels leeg en verbrand hun eigendommen.
Met stokken, stalen pijpen en panga’s (lange hakmessen die normaal gesproken voor agrarisch werk worden gebruikt) renden jongeren al schreeuwend door de straten. „No Raila, no peace!” (Zonder Raila als president zal er geen vrede zijn.) Gammele deurtjes van winkels van Kikuyu’s werden opengetrapt, gaaswerk voor de schappen kapotgeslagen.
„Ik lag angstig op bed in het kamertje achter mijn kleine winkel toen ik aan de beurt was”, zegt Gloria Njeroge. „Ik hoorde geschreeuw en mijn deur werd opengetrapt. Ik pakte snel wat geld en rende via mijn achterdeur naar buiten, de wijk in op zoek naar veiligheid bij kennissen die buiten Kibera wonen. Nu ben ik even terug, omdat het weer iets rustiger is. Maar zodra ik de schade heb opgenomen, ga ik weer weg. Ik durf hier niet te slapen.”
De jacht op Kikuyu’s verliep snel, kort en heftig. Dit had niemand van tevoren verwacht. Het was nauwelijks georganiseerd, geen geplande, massale moordpartij. Het was een ingeving toen inwoners van Kibera de uitslag van de presidentsverkiezingen live via televisie en radio volgden.
Veel aanhangers van de oppositie waren ervan overtuigd dat de overwinning van hun kandidaat was afgepakt. Zij voelden zich de afgelopen jaren al in toenemende mate tekortgedaan door de regering van president Kibaki. Kibaki is een Kikuyu en de afgelopen jaren zijn steeds meer Kikuyu’s op sleutelposities terechtgekomen. Aanhangers van de oppositie gaven daarom de Kikuyu’s de schuld van de fraude die bij het tellen van de stemmen zou zijn gepleegd.
„Als ik ergens ga solliciteren”, zegt Richard, „dan vragen ze mijn naam. Daaraan kunnen ze meestal zien tot welke stam iemand behoort. Als ze horen dat ik geen Kikuyu ben, krijg ik het baantje niet. Het is niet goed dat de 42 stammen van Kenia worden geregeerd door één stam.”
De Kikuyu’s vluchtten naar politiebureaus en naar kerken. Niet naar kerken in Kibera zelf. Dat zou zelfmoord zijn. Velen vluchtten naar kerken net buiten de sloppenwijk. Daar werden ze niet door de politie bewaakt, maar ze verwachtten dat de gangs eerbied zouden hebben voor de godshuizen.
Vorige week zijn echter twee grote kerken net buiten Kibera in brand gestoken. De vrouwen en kinderen die ernaartoe waren gevlucht, kregen nog wel tijd genoeg om weg te rennen. Ingehuurde beveiligers hebben kunnen voorkomen dat een derde kerk in brand werd gestoken. In Kibera wonen veel christenen van verschillende denominaties. „Veel jongeren bidden zelfs voordat ze gaan vechten met de oproerpolitie”, zegt William. „Ze vragen dan of ze niet opgepakt worden en niet gewond zullen raken of gedood worden. Daarna slaan ze erop los.”
Op de vraag waarom christenen elkaar doden vanwege een politiek meningsverschil, zegt William: „Ik denk dat wij hier kiezen voor wetten die Mozes in de bijbel geeft: Oog om oog, tand om tand. Als jullie onze verkiezingsoverwinning afpakken en daarmee het grootste deel van het land en de financiën van Kenia voor jezelf opeisen, dan mogen wij wraak nemen.”
Voorganger Victor Adams wil niets weten van genocide. „Nee, dat was het niet. Het was een ongecoördineerde, maar breed gedragen klopjacht op Kikuyu’s en hun bezittingen.” Adams woont zelf in een wijk vol armoedige flats, net buiten Kibera. Hij heeft niet meegedaan met de klopjacht. Zijn kerk runt een schooltje in de wijk. Die school is gedeeltelijk vernield. Misschien wel omdat Adams zich vreedzaam opstelde en geen partij koos.
Tijdens een wandeling door Kibera wordt duidelijk dat er veel schade is aangericht. Kikuyu’s staan bekend als handelaars. Veel van de winkeltjes in Kibera waren dan ook eigendom van Kikuyu’s. Alleen al in de wijk Soweto zijn tientallen winkels leeggeroofd, enkele platgebrand.
De spanning is in Kibera nog om te snijden. ’s Nachts gaan de mannen niet naar bed. Ze steken kampvuren aan op de grenzen van hun wijk en waken daar om de beurt. Ze lopen patrouilles door de nauwe straatjes. Enkele stroken van Kibera zijn zelfs nog in handen van Kikuyubendes. Zij beschikken, in tegenstelling tot andere inwoners van Kibera, over vuurwapens.
De afgelopen dagen was het rustig in Kibera, maar dat kan snel veranderen. „De grote proef voor Kenia komt dinsdag”, zegt een jongeman op straat. Zijn vrienden om hem heen knikken grimmig. „Voor die dag heeft onze leider Raila een grote demonstratie aangekondigd. Als hij tijdens die demonstratie zegt dat de strijd door moet gaan, dan gaan we verder. Desnoods gaan we hetzelfde doen als wat er in Rwanda gebeurde.”
De demonstratie zou vorige week plaatsvinden, maar is toen afgelast. „Dinsdag gaat het echt door”, zegt Richard. „Heel Kibera zal er zijn. We gaan ongewapend, want het is een vreedzame demonstratie. Als de politie ons tegenhoudt, stoppen we niet. Als ze op ons gaan schieten, dan doen ze dat maar. Wij laten ons dinsdag niet tegenhouden. Sterven we, dan sterven we.”