Het evangelicale Vaticaan
Honderden kerken, tientallen religieuze instituten en thuishaven voor diverse invloedrijke geestelijk leiders. Colorado Springs is de afgelopen decennia uitgegroeid tot het hart van de Amerikaanse Bijbelgetrouwe beweging. Welkom in het ”evangelicale Vaticaan”.

Het uiterlijk van de New Life Church, net buiten Colorado Springs, doet denken aan een vestiging van de bekende Amerikaanse supermarktketen Wal-Mart. Een achthoekige kolos, in saaie, grijsblauwe tinten geschilderd. Alleen een kruis op het dak verraadt dat het hier om een kerk gaat.Ook het interieur heeft meer weg van een Jaarbeurshal dan van een gebedshuis. Maar dan wel een ruimte die van alle moderne technische snufjes is voorzien. Hightechbeamers projecteren afwisselend het beeld van de voorganger en het orkest op enorme plasmaschermen. Geen overbodige luxe als je achter in de zaal zit en de predikant nauwelijks kunt onderscheiden. In de regiekamer regisseren technici de dienst tot in de puntjes. Preken is hier tot industrie verheven.
De New Life Church is slechts een van de tientallen religieuze instellingen in Colorado Springs. Een simpele blik in de ’Gouden Gids’ van Colorado Springs leert dat alleen al onder het kopje ”kerken” 84 verschillende subcategorieën zijn opgenomen, samen goed voor honderden individuele gemeenten. Niet voor niets heeft de stad in de volksmond de bijnaam het ”evangelicale Vaticaan” gekregen.
Omvallen
Gemiddeld trekt de New Life Church op een zondag zo’n 7500 kerkgangers, verdeeld over meerdere diensten. Met een beetje goede wil kan het gebouw 8000 mensen herbergen. In de hoogtijdagen van de megakerk vormden die aantallen zeker geen uitzondering. Het ledental daalde echter dramatisch toen begin november 2006 jaar bekend werd dat de toenmalige voorganger, Ted Haggard, er jarenlang homoseksuele contacten op na hield - een praktijk waar hij in zijn preken steeds met kracht tegen had gewaarschuwd.
„Ons ledental daalde van 14.000 naar ruim 10.000”, vertelt ds. Daniel Grothe, een van de ’hulpvoorgangers’, die zich speciaal met nieuwkomers bezighoudt. Toch heeft het schandaal ook een positief effect gehad, meent de Amerikaanse predikant. „We hebben ervan geleerd dat je met mensen altijd kunt omvallen. De Enige op Wie je steeds aankunt is Jezus Zelf. We moeten ons vertrouwen niet in mensen stellen.”
Zondagmorgen. De uitgestrekte parkeerterreinen rond de New Life Church stromen vol. Verkeersregelaars leiden de stroom auto’s in goede banen. De meeste kerkgangers arriveren ruim voor de aanvang van de dienst. Ze snuffelen rond in de boekenstands, leveren hun kinderen af bij de jeugddienst of maken contact met nieuwkomers, die bij een speciale gastenbalie worden opgevangen.
In de kerk draait niet alles om Woordverkondiging. Ook praktische zaken worden niet uit het oog verloren. Twee medewerkers van de Amerikaanse GGD delen griepprikken uit. „Wij nemen contant geld en cheques aan, of handelen dit rechtstreeks met uw verzekeraar af”, meldt een spandoek. Tegenover de verpleegsters bevindt zich een stand van het thuisfrontcomité, waar bezoekers een kaartje kunnen versturen aan militairen die in Irak of Afghanistan dienstdoen.
Daverend muziekgeweld
Klokslag elf uur stapt ds. Brady Boyd het podium op en kondigt het eerste gezang aan. Een halfuur lang klinkt uit duizenden kelen de lofprijzing, begeleid door daverend muziekgeweld. Hier en daar gaan handen de lucht in. Dan is het tijd voor de collecte, van harte aanbevolen door pastor Brady. Tientallen witte emmertjes gaan de rijen door.
De Amerikaanse predikant bepaalt zijn gehoor vervolgens bij de twee grote Bijbelse geboden: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. De voorganger is bezig aan een prekenserie over ”relaties”. „We moeten eerst in een verzoende relatie met God komen, willen we onze naaste werkelijk kunnen liefhebben”, aldus Brady. „Maar dat betekent niet dat we op onze lauweren kunnen rusten. We moeten dagelijks aan een goede verhouding met onze naaste werken.”
Na de dienst begeeft Brady zich naar de gastenbalie om nieuwkomers de hand te schudden. „We geven gasten een welkomst-cd met informatie over onze kerk mee. Verder kunnen ze een kaartje invullen met hun contactgegevens. Wij benaderen hen dan op een later tijdstip met de vraag of ze nog eens terug willen komen. Per zondag krijgen we zo’n honderd formulieren binnen. Tussen de 30 en de 40 procent van de nieuwkomers sluit zich uiteindelijk bij ons aan”, vertelt ds. Grothe.
Vanwaar die groei? Grothe: „Dat is allereerst natuurlijk Gods werk. Wij proberen er echter als kerk ook alle mogelijke energie in te steken, door een goede samenwerking en coördinatie. Wij zorgen ervoor dat nieuwelingen zich hier zo goed mogelijk thuis voelen. We zijn dan wel een megakerk, maar wij proberen uit te stralen dat wij de grootste kleine kerk zijn. Wij noemen onze kerkzaal bijvoorbeeld nog altijd ”de huiskamer”. We zijn ooit in 1985 met dertig mensen in een kelder begonnen. Dat concept hebben we altijd vastgehouden.”
Lijntjes naar Washington
Tijdens het gesprek gaat de mobiele telefoon van Grothe. Na een korte woordenwisseling fluistert hij een medewerkster van de kerk iets in het oor. „Dat was een meisje met zelfmoordneigingen. Ze heeft al eerder geprobeerd zichzelf en haar acht maanden oude zoontje van het leven te beroven. Ze vraagt of ze met iemand kan praten. Ik heb direct een pastoraal werkster naar haar toe gestuurd.”
Sinds het vertrek van Haggard probeert de New Life Church zich vooral op het gemeenteleven en de pastorale zorg te concentreren. Belde ds. Ted Haggard wekelijks met het Witte Huis om de evangelicale standpunten ten aanzien van actuele kwesties door te geven, ds. Brady laat zich niet met politiek in, aldus Daniel Grothe. „Wij zijn een kerk, geen politiek instituut. We moeten ons focussen op de uitbreiding van Gods Koninkrijk, en niet op de lijntjes naar Washington.”
Niet alle kerken en religieuze instituten in Colorado Springs denken er zo over. Het Amerikaanse weekblad Time Magazine publiceerde twee jaar gelden een lijst van de 25 meest invloedrijke Bijbelgetrouwe leiders, van wie velen uit ’Springs’ afkomstig waren. In de top drie van de opsomming prijkte destijds nog de naam van Haggard, die als predikant van de New Life Church de evangelicale lobby in Washington aanvoerde.
Voet aan de grond
Ook dr. James Dobson, oprichter van het gezinsinstituut Focus on the Family, schaarde Time in het rijtje christelijke leiders dat bij het Witte Huis daadwerkelijk iets in de melk te brokkelen heeft. Alleen al met zijn dagelijkse, dertig minuten durende radio-uitzending bereikt Dobson wereldwijd een gehoor van zo’n 220 miljoen mensen. Momenteel concentreert Focus on the Family zich vooral op ’nieuwe media’: via podcasts en weblogs hoopt de organisatie haar invloed langs digitale weg nog verder uit te breiden.
Begin jaren ’90 verhuisde ’Focus’ van het peperdure Californië naar Colorado Springs, aangelokt door gunstige fiscale voorwaarden. Even ten noorden van de stad beschikt de organisatie over een uitgestrekt terrein met diverse gebouwen, waar zo’n 1300 medewerkers de belangen van de instelling behartigen. Zelfs op de borden langs de snelweg staat Focus on the Family aangegeven. Via een dertiental strategisch gelegen partnerkantoren heeft het instituut ook vaste voet aan de grond in andere delen van de wereld.
Lisa Anderson, directeur publiciteit van Focus on the Family, relativeert echter de politieke invloed die de organisatie heeft. „Als een non-profitinstelling is het ons officieel niet toegestaan te lobbyen. Natuurlijk proberen wij de lijnen met Washington wel open te houden. Dr. Dobson richtte in 1981 een speciale adviesraad, de Family Research Council, op om de politiek bewust te maken van de Bijbelse waarden rond huwelijk en gezin. Verder proberen wij kiezers te mobiliseren om hun vertegenwoordiger in het Congres te benaderen als er zaken op ethisch terrein spelen. Maar onze nadruk ligt op het helpen en adviseren van individuen en gezinnen.”
Grote getallen
Daarvoor heeft Focus on the Family een scala aan middelen beschikbaar. Anderson toont een enorme zaal waar tientallen medewerkers onafgebroken aan het telefoneren zijn. „Dit is werkelijk het hart van onze organisatie. We krijgen hier dagelijks 5000 tot 7000 telefoontjes binnen. Alle bellers worden persoonlijk te woord gestaan. Van 8.00 tot 22.00 uur is de centrale bezet. Buiten kantooruren hebben we dan nog een speciaal noodnummer beschikbaar.”
De telefoontjes variëren van verzoeken om lectuur toe te sturen tot noodkreten van mensen die zelfmoordneigingen hebben, aldus de pr-directeur. „Voor de meer ernstige gevallen beschikken wij over een verwijzingssysteem. Het inschakelen van adequate professionele hulp kan een tijdrovend en ingewikkeld proces voor mensen zijn. Wij bieden daarbij ondersteuning. We proberen ook zo veel mogelijk aan follow-up te doen. Als iemand belt voor een opbeurend gesprek omdat zijn moeder net is overleden, bellen we die persoon na een aantal weken terug om te vragen hoe het gaat. Dat stellen onze cliënten enorm op prijs.”
Radio-uitzendingen en telefoontjes zijn bepaald niet de enige manier waarop Focus on the Family het grote publiek bereikt. Het versturen van lectuur, cursusboeken en beeldmateriaal vormt een andere belangrijke pijler van de organisatie. Ook hierbij geldt de wet van de grote getallen. In een opslagruimte van ruim 5000 vierkante meter worden dagelijks duizenden bestellingen afgehandeld. „We verwerken hier 36,5 miljoen poststukken per jaar”, vertelt Anderson. „Ons materiaal gaat naar meer dan 160 landen in de wereld.”
Gods zegen
Hebben al die inspanningen resultaat? Anderson: „We zijn in de eerste plaats van Gods zegen afhankelijk, laat ik dat vooropstellen. We hebben ook niet de illusie dat wij nu even de wereld in no time kunnen verbeteren. Maar we zijn al heel blij als we -vooral bij ouders- een beetje bewustwording op gang kunnen brengen. Ons meest basale doel is ervoor te zorgen -voor zover dat in ons vermogen ligt- dat ouders hun rol als ouders niet zullen opgeven. Dat gevaar ligt aan alle kanten op de loer.”
„Veel Amerikanen noemen zich wel christen”, vervolgt de pr-directeur. „Maar velen weten niet eens wat ze precies geloven. Hoe kun je dan in de praktijk toepassen wat je gelooft en je kinderen op een gezonde, Bijbelse manier opvoeden?”