Enge poort
„Gaat in door de enge poort…”
Mattheüs 7:13 Een enge poort is doorgaans ook klein. Hij loopt niet zo direct in het oog als een grote, ruime en wijde poort. Een enge poort zal men gemakkelijk voorbijlopen. Zo is het ook met Jezus gelegen. Hij is verborgen voor het oog van de wereld. Van nature is de mens blind en onkundig jegens Hem als het enige middel van behoud. Hoe gemakkelijk loopt de mens nadat hem deze enge poort is bekendgemaakt, er niet aan voorbij? Wat zwerft hij niet jammerlijk buiten Jezus om? Hoe tast hij hier niet als een blinde aan de wand? Hoe zoekt hij het heil niet langs andere, verkeerde bijwegen buiten Jezus te bekomen, zelfs dan als hij meent door Jezus te zullen ingaan en denkt overtuigd te zijn dat Jezus alleen de weg ten leven is en dat hij zo op Jezus zijn vertrouwen stelt.
Echter lopen de meeste mensen de rechte ingang van deze enge poort mis. Zij zoeken die buiten Jezus door een andere weg. Het is de weg van eigengerechtigheid, of van een blote zucht om behouden te worden, of men steunt, zo men zegt, op Gods barmhartigheid. Zo zijn er velen het juiste spoor hier droevig bijster en worden door hun bedrieglijk hart jammerlijk bedrogen. Men gaat niet gemakkelijk door een enge poort, maar alleen met moeite. Soms moet men er zich met geweld doorheen dringen, zodat zelfs het vlees wordt gekneusd.
Joachimus Mobachius,
predikant te Den Bosch
(”De staat van een uitverkorene”, 1744)