Vrijmacht
De wind van Gods Geest blaast waarheen Hij wil, zoals Jezus ons met Zijn eigen woorden duidelijk leert. Soms blaast Hij met Zijn krachtige werking ter ontdekking en bekering in dat gedeelte van de wereld waar Hij Zijn kerk reeds heeft, of nog zal planten. Dan weer in een ander deel van de wereld, in dat dorp, in die stad, of in die gemeente. Hij zegt tot het noorden „geef” en tot het zuiden „houdt niet in, breng mijn zonen van verre en mijn dochters van de einde der aarde.” Dan doet Hij velen komen van het oosten en westen om aan te zitten in Zijn Koninkrijk.
De ervaring leert dat als ergens leven als uit de dood geboren wordt, zich dat uitstrekt naar andere gemeenten. Andere plaatsen lijken tegelijkertijd meer op een vallei van dorre doodsbeenderen en een lichaam zonder geest. Men ziet helaas ook hoe in sommige gemeenten waar de vromen zeer opgewekt in godsvrucht waren, het werk voor een tijd kan stilstaan en verflauwen. Ja, dat zelfs Gods volk afgezonderd schijnt onder de doden als zonder hart, geest en leven. Men moet wel uitroepen: „De kostelijke kinderen van Zion, hoe zijn ze geworden?”Joachimus Mobachius, predikant te Den Bosch (”De staat van een uitverkorene”, 1744)