Vergeten tbc-crisis roept om aandacht
De wereldwijde ontwikkelingen rond tuberculose zijn zorgwekkend, schrijft Arjan Hehenkamp . Het is hoog tijd dat regeringen, internationale instituten en de farmaceutische industrie serieus werk maken van deze vergeten crisis.
Artsen zonder Grenzen publiceerde vlak voor Kerst haar jaarlijkse lijst van tien onderbelichte humanitaire rampen. Een daarvan ging over tuberculose (tbc), een ten onrechte vergeten ziekte waarnaar veel te weinig onderzoek wordt gedaan. Aan de ziekte overlijden jaarlijks 2 miljoen mensen. Met hiv/aids en malaria behoort zij tot de drie dodelijkste ziekten ter wereld.In het begin van de vorige eeuw was tbc in Nederland nog de voornaamste doodsoorzaak. Tuberculose wordt onder meer door hoesten verspreid. De mensen in de overbevolkte volkswijken van voor de oorlog waren daardoor een gemakkelijke prooi.
Tbc is in de 21e eeuw een ziekte van arme landen geworden, geen winstgevend terrein meer voor onderzoek door grote farmaceutische bedrijven. De meest recente medicijnen stammen uit de jaren zestig, de meest gebruikte diagnosemethode uit 1882. Via die methode kan bovendien maar de helft van de besmettingen met tbc worden opgespoord. Per jaar wordt maar 20 miljoen dollar besteed aan tests voor medicijnen tegen tbc, terwijl alleen al in de Verenigde Staten per jaar 300 miljoen dollar wordt uitgegeven aan tests van medicijnen tegen hiv/aids. Tegelijkertijd zien we zorgwekkende ontwikkelingen rond tuberculose in de landen waar we werken.
Resistent
De eerste van die ontwikkelingen is de dubbele besmetting met hiv/aids en tbc. Die twee ziekten gaan namelijk vaak hand in hand. Nadat hiv/aids de weerstand heeft aangetast, kan tbc gemakkelijker toeslaan, zeker in de gebrekkige leefomstandigheden in veel van de landen waarin Artsen zonder Grenzen werkzaam is. De besmetting met tbc onder mensen met hiv/aids is in de afgelopen jaren snel toegenomen. Van alle aidspatiënten die overlijden, sterft de helft aan tbc.
De oude diagnosemethode uit 1882 is zeker niet geschikt om tbc op te sporen bij iemand die ook hiv/aids heeft. Daardoor is tbc inmiddels de grootste doodsoorzaak onder seropositieven. De huidige tbc-medicijnen gaan bovendien het effect van aidsremmers tegen.
De tweede ontwikkeling is de opkomst van varianten die resistent zijn tegen de standaardmedicaties. Juist in de landen waar tbc gemakkelijk een kans krijgt, is de behandeling vaak ook onvolledig. Daardoor ontstaat multiresistente tbc, alleen te behandelen met een 24 maanden durende kuur van zeer giftige medicijnen. Die hebben hevige bijwerkingen, vergelijkbaar met een chemokuur tegen kanker. Vanwege het besmettingsgevaar moeten de patiënten ook nog eens minimaal zes maanden worden opgenomen. Ze kunnen in die tijd niet de kost verdienen voor hun gezin en mogen zelfs geen contact met hen hebben.
Als een van de weinige internationale hulporganisaties heeft Artsen zonder Grenzen op grote schaal projecten voor multiresistente tbc: in Armenië, Abchazië, Georgië, Cambodja, Kenia, Oezbekistan, Thailand en Uganda. Ondanks dat we proberen de omstandigheden optimaal te maken, lukt het door de zware omstandigheden maar 55 procent van de mensen de behandeling af te ronden.
Het gevolg daarvan is dat er opnieuw een resistente vorm van tuberculose ontstaat, de zogenaamde extreem resistente tuberculose, die niet kan worden behandeld. De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat jaarlijks 450.000 mensen multiresistente en 25.000 mensen extreem resistente tbc krijgen.
Deze ontwikkelingen schreeuwen om aandacht. Het is hoog tijd dat regeringen, internationale instituten en de farmaceutische industrie serieus werk maken van deze vergeten crisis en Artsen zonder Grenzen en andere hulporganisaties in staat stellen tuberculose effectief te diagnosticeren en te behandelen.
De auteur is operationeel directeur van Artsen zonder Grenzen.