„Het was in vijf seconden gebeurd”
KINDERDIJK - Onder grote publieke belangstelling is zaterdagmiddag op de werf van IHC Dredgers in Kinderdijk de sleephopperzuiger Breydel te water gelaten. Ook 250 Belgische studenten waren er getuige van.
De Vlaamse baggergroep en waterbouwspecialist Deme besloot eind 2005 twee zusterschepen te laten bouwen bij IHC. Op 30 juni van dit jaar liep de Brabo van stapel en zaterdagmiddag de Breydel.De kiel voor het schip werd op 3 juli gelegd. „Nieuwe schepen bouwen gaat sneller dan dat er in ons land nieuwe regeringen worden gevormd”, aldus de directeur van Deme. De tewaterlating werd verricht door Veerle Vercruysse, directeur van de Vlaamse tak van het milieubedrijf van Deme.
De 9000 kuub sleephopperzuiger Breydel kan in principe door één man worden bediend omdat in de lessenaar in de stuurhut de functies voor het baggeren en het varen zijn gecombineerd.
Volgens directeur A. Roelse van IHC Dredgers is de gifgroene sleephopperzuiger „mooi door lelijkheid.” De bulb of „puist” aan de voorkant van het schip zit er om energie te besparen. „Hij verlaagt de weerstand van het varende schip, waardoor er minder energie nodig is voor dezelfde snelheid.”
De Breydel is volgens Roelse niets anders dan een varende stofzuiger. „Zand opzuigen op maximaal 43 meter diep, zonder dat je kunt zien wat je aan het doen bent. Een baggerpomp met een vermogen van 3000 stofzuigers. In een klein uurtje zit de stofzak vol en in tien minuten is hij weer geleegd als de bodemdeuren worden opengezet. De beuninhoud is 1 miljoen huishoudemmers.”
De scheepsbouw in Nederland zit weer in de lift. De orderportefeuille van de IHC Merwedegroep zit overvol. Volgende maand loopt er voor de eerste keer een nieuw schip van de vorig jaar verworven werf in Krimpen aan den IJssel. De onderneming kan veel nieuwe mensen gebruiken.
Ook Deme vist in de personeelsvijver. Deme liep weliswaar een contract voor de aanleg van de Tweede Maasvlakte mis, maar mag weer wel de Westerschelde uitdiepen.
Het bedrijf voert ongeveer zestig projecten uit over de hele wereld. „We zijn veel te weinig bekend bij het Belgische publiek. Terwijl we land voor de toekomst maken.”
De baggeraar nodigde een groep van 250 laatstejaarsstudenten bouwkunde, werktuigkunde, elektromechanica, mijnbouwkunde en maritieme wetenschappen van verschillende Belgische universiteiten en hogescholen uit om zaterdag de tewaterlating bij te wonen.
Joost vanden Broucke (21) uit Gent wil industrieel ingenieur worden. „De sector spreekt me aan. De scheepvaart zit me in het bloed. Mijn vader was kapitein en is nu loods. Dat men van veel staal zo’n schip kan maken dat ook nog blijft drijven, is een technisch hoogstandje. Over een jaar of tien ziet zo’n schip er net zo uit. De vooruitgang zit in de details, denk ik. De tewaterlating ging wel erg snel. Ik dacht dat het millimeter voor millimeter zou gaan, maar het was in vijf seconden gebeurd.”
Een vrije zaterdag had studie- en plaatsgenoot Ewoud Vromant (23) er best voor over. „Anders moesten we toch studeren. Ik had graag op het schip zelf gekeken, maar daar was helaas geen mogelijkheid voor. De techniek achter het varen en baggeren had ik best wel willen zien. Waarom Deme zijn schepen bij IHC laat bouwen, weet ik niet. Een andere Belgische baggeraar, Jan de Nul, laat zijn schepen bouwen in Spanje of Oost-Europa. Dat zal financieel wel interessanter zijn, maar daar houden wij ons niet zo mee bezig. De scheepsbouw- en de vliegtuigindustrie trekken me aan. Dat zoiets enorms kan drijven of in de lucht blijft hangen. De Breydel is maar een klein schip, moet je eens van die enorme olietankers zien.”
Voor Tineke van Damme (24) kent elektromechanica geen geheimen. „Graag zou ik bij Deme of een ander Belgisch bedrijf willen werken. Nee, niet in het buitenland, ik blijf liever in mijn eigen buurt. Van kinds af aan ben ik al gepassioneerd door het water. De rust op het water, dat doet het. De ceremonie vanmiddag vond ik indrukwekkend. Ik miste alleen wel de technische achtergronden. Bijvoorbeeld hoe ze zo’n schip recht achteruit in het water laten glijden. Zit de boot vast aan een kabel? Hoe komt het gevaarte in beweging? Met die vragen blijf ik nu zitten.”