„Je moet de taal van de musici spreken”
MAASTRICHT - Het ene moment heeft ze een trompettist in haar spreekkamer die niet meer weet hoe hij z’n instrument moet aanblazen, een andere keer een gitarist die nauwelijks nog een snaar kan aanraken. Revalidatiearts Marjon van Eijsden: „Het is van het grootste belang dat je de taal van de musici spreekt.”
Peter Thissen (37) belichaamt een van de succesverhalen van Van Eijsden. De gitarist uit Geldrop raakt in februari 2006 geblesseerd doordat de wijsvinger van zijn linkerhand tussen een laatje bekneld raakt. Na een „heftige periode” met veel optredens in korte tijd -hij vormt samen met Frank Lamm het gitaarduo Duolisme- raakt Thissens vinger dusdanig overbelast dat spelen onmogelijk wordt. Het zou om een peesschedeontsteking gaan.Waar hij ook aanklopt, bij officiële artsen, maar ook in het alternatieve circuit, niemand kan hem helpen. Een plastisch chirurg adviseert hem zelfs zijn vinger te laten amputeren. Het lijkt duidelijk: nooit meer gitaar spelen. Totdat Peter van het spreekuur voor de kunsten in het Academisch Ziekenhuis Maastricht hoort. Hij blijkt er direct terecht te kunnen.
Van Eijsden: „Peter was bang gemaakt. Zijn vinger zag helemaal blauw, hij was uit het lichaamsschema geraakt. Zijn hersenen hadden zijn vinger afgestoten.”
Peter gaat cynisch het eerste gesprek in. Maar algauw verandert zijn houding. „Er gebeurde iets in mijn hoofd.” Op advies van Van Eijsden begint hij een intensief traject bij een van de ergotherapeuten. Zo’n tien keer reist hij naar Maastricht; maar vooral thuis moet hij aan de slag. Met succes: in oktober kan hij zijn therapie afronden. In november kan Peter alweer op tournee naar Maleisië.
Vrijdagmiddag speelde het gitaarduo in het Maastrichtse ziekenhuis een miniconcert. Als dank.
Marjon van Eijsden (58) heeft al jaren een passie voor musici die in de problemen komen doordat ze geblesseerd raken. Ze heeft de ervaring dat muzikanten bij artsen vaak op onbegrip stuiten. „Een pianist die last heeft van zijn arm krijgt het advies drie maanden geen piano te spelen. En tegen een violist die ogenschijnlijk niet meer verder kan, wordt gezegd dat-ie maar trompet moet gaan spelen. Gruwelijk! Een arts kan zo veel kwaad aanrichten.”
Van Eijsden kent de muziekwereld. Ze speelt zelf altviool en piano. En dat komt haar van pas. „Je moet verstand hebben van muziek, zodat je een musicus in zijn eigen taal kunt benaderen. Dat wekt vertrouwen.”
Haar persoonlijke interesse voor muziek zette de revalidatiearts om in een professioneel en multidisciplinair spreekuur voor de kunsten. Het initiatief ging precies een jaar geleden in Maastricht van start. In een medisch team werken de verschillende disciplines -waaronder neurologie, kno en orthopedie- nauw samen. En: alle behandelaars hebben iets met muziek.
Zelf is Van Eijsden gespecialiseerd in RSI-klachten. Ze was in 1993 de eerste in Nederland die de aandoening ontdekte. Binnen afzienbare tijd hoopt ze op een onderzoek naar RSI-klachten bij beeldschermwerkers te promoveren.
RSI en andere aspecifieke klachten, waarvoor geen duidelijke oorzaak aanwijsbaar is, hebben alles met de hersenen te maken, zegt de revalidatiearts. „Er is dan sprake van een schakelfout in de hersenen. Ik heb bijvoorbeeld een jazzpianist gehad die geen tien minuten achter elkaar kon spelen. Zodra hij de piano aanraakte, had hij pijn. Dat is het geheugen van de hersens: als er een piano in beeld komt, is de klacht er weer.”
Veel problemen ontstaan doordat musici, vooral autodidacten, in hun opleiding te weinig aandacht hebben besteed aan houding en beweging. „Dan treedt het fenomeen dystonie op, waarbij veel meer spieren worden gebruikt dan nodig”, zegt Van Eijsden. Met het oog op preventie is de arts daarom betrokken bij orkesten en conservatoria, zodat verkeerde gewoontes in een vroeg stadium kunnen worden gecorrigeerd.
Musici hebben Van Eijsdens hart, dat is duidelijk. „Ik vind het hartstikke leuk werk. Musici zijn bijzondere mensen.”