Straf Holleeder opsteker voor justitie
AMSTERDAM - Met het vonnis tegen Willem Holleeder en vijf handlangers hebben de misdaadbestrijders in Nederland vooralsnog een fraaie overwinning behaald. Na het debacle in de zaak tegen de Hells Angels kon het openbaar ministerie die opsteker ook wel gebruiken.
Duizenden uren van noeste en volhardende recherchearbeid hebben hun vruchten afgeworpen. Aangevoerd door de aanklagers Koos Plooy en Saskia de Vries zijn politie en justitie er in geslaagd de zware misdaad een gevoelige slag toe te brengen.Een man als Holleeder, een van de meest gevreesde criminelen van Nederland, laat zich immers niet zomaar pakken. Geslepen als de Heinekenontvoerder is, weet hij precies wat je wel en niet moet doen om uit handen de politie te blijven. Wat dat betreft bood de zaak-Holleeder de afgelopen maanden een intrigerend kijkje in de onderwereld. Het is een milieu van achterdocht, van afluisterapparatuur, van altijd voorzichtig zijn met je telefoon, van toeslaan op plaatsen waar je je veilig waant voor de sterke arm.
Hoe weegt de rechter de veelbesproken achterbankgesprekken, waarin Willem Endstra zich tegenover rechercheurs beklaagde over de misdadige afpersingspraktijken van Holleeder?
Op die prangende vraag kwam gisteren het antwoord. Voorzitter Rino Verpalen benadrukte dat de rechtbank „extra behoedzaam” is omgegaan met de verklaringen van Endstra. Allereerst omdat de verdediging nooit de kans heeft gehad Endstra aan de tand te voelen over zijn uitlatingen. De vastgoedmagnaat is immers vermoord. In de tweede plaats omdat Endstra „redenen had om niet het achterste van zijn tong te laten zien.” De flamboyante zakenman had zelf ook connecties in de onderwereld.
Toch kan op diverse onderdelen worden aangetoond, betoogt de rechtbank, dat Endstra wel degelijk de waarheid sprak. Doorslaggevend daarbij is dat andere getuigen, zoals twee van Endstra’s kantoormedewerkers en zijn vertrouweling Bram Zeegers, het verhaal van de geplaagde vastgoedhandelaar bevestigen.
Toorn
Cruciaal voorbeeld daarvan is de bedreiging van Endstra op het kantoor van Bram Moszkowicz, voorheen raadsman van zowel Endstra als Holleeder. De rechtbank acht bewezen dat Endstra daar in december 2002 met een wapen zwaar onder druk is gezet om met miljoenen over de brug te komen. De bedreigers waren onder anderen Holleeder en de Joegoslaaf Paja M., die daarvoor vrijdag is veroordeeld tot twintig maanden cel. Het incident is door diverse intimi van Endstra bevestigd.
Van belang is dat ook een voormalige secretaresse van Moszkowicz heeft verklaard dat er zich in die periode een intimiderend incident op kantoor heeft afgespeeld. De secretaresse zou wel eens de getuige kunnen zijn die het verschil uitmaakt tussen een veroordeling en vrijspraak.
Gegeven het vonnis van gisteren zal Bram Moszkowicz zich achter de oren moeten krabben. In februari van dit jaar stortte hij zijn fiolen van toorn uit over zo’n beetje alles en iedereen. De advocaat zou zijn weggepest door onder anderen journalist Jort Kelder (die de advocaat een „maffiamaatje” noemde) en de officieren van justitie. Nu de rechter onomwonden stelt dat het kantoor van Moszkowicz uitvalsbasis was voor misdadige praktijken, zou de raadsman zichzelf de vraag moeten stellen in hoeverre hij in de tang van Holleeder zat.
Als er één persoon is die respect verdient in de zaak-Holleeder, is het Maria Houtman. „Zonneklaar is dat ze als getuige een centrale plaats inneemt in het onderzoek”, aldus de rechtbank. Eerst als anonieme getuige en later onder eigen naam legde de weduwe van de in november 2005 vermoorde Kees Houtman uiterst belastende verklaringen af tegen onder anderen Holleeder, René van D. en Richard G.
Maria Houtman is een van de weinige getuigen die met eigen ogen zagen hoe een afpersing verliep. De afpersers, getooid met helmen, bedreigden haar man in 2004 bij zijn huis en dreigden de woning met dynamiet op te blazen. Ook nadien bleven de kwelgeesten, Holleeder voorop, Houtman achtervolgen. Kort voor zijn gewelddadige dood was Houtman veranderd in een „krijsende zenuwbal”, verklaarde een getuige.
Schaduwkanten
Aan het vonnis in de zaak-Holleeder kleven voor justitie ook schaduwkanten. Zo gaan de Turkse krachtpatsers Senol T. en Ozan T. vrijuit voor de afpersing van zakenman John Wijsmuller. Tegen hen was respectievelijk vier en twee jaar cel geëist.
De rechtbank erkent dat er op „merkwaardige” wijze geld door Wijsmuller naar de Turken is gesluisd, maar ziet onvoldoende bewijs voor afpersing. Dat is onbevredigend. Zeker ook omdat Endstra tamelijk gedetailleerd heeft verklaard over de kwellingen die Wijsmuler zou hebben moeten ondergaan. Misschien kan justitie in hoger beroep meer uit deze zaak slepen.