Jeremia 50:5 Hebt u wel ooit levendig onder ogen gekregen, tot op deze dag, dat u op een allergevaarlijkste dwaalweg gewandeld hebt? Dat u zich een weg hebt voorgesteld, die tevoren wel recht scheen in uw ogen, maar waarbij u toen zag dat het einde van die een weg des doods was. Bent u ooit wel eens op die weg tot stilstand gebracht? Er staat in Jeremia 6:16: „Staat op uwe wegen, en ziet toe.”

Dit mag u niet vreemd voorkomen. Zoiets moet eerst voorafgaan, zal men op de rechte weg gebracht worden. Wij toch allen (ik zowel als gij) wandelen van nature op de brede weg tot het verderf. Daarop worden we geboren en worden we opgevoed. Daarop gaan wij voort totdat de Heere de mens stuit in zijn zondige loop en hem krachtdadig aan zichzelf ontdekt.

Bent u op die weg wel ooit in een heilige verlegenheid over uw staat en in een radeloosheid, aan het navragen gebracht. Heeft u ooit gevraagd naar Zion en wat de rechte en goede weg is om daar te komen? Hebt u zich daarvoor al gewend tot de Heere, om Hem te vragen om licht in een verborgen en ootmoedig gebed? Bent u wel eens naar Gods kinderen gegaan, om raad te vragen en te tonen dat uw eeuwige welstand u ter harte ging?

predikant te Den Bosch

(”De staat van een uitverkorene”, 1744)