Uur van de waarheid voor Willem Holleeder
AMSTERDAM - Gaat Willem Holleeder voor de bijl? De rechtbank in Amsterdam velt vrijdag het finale oordeel. Dat wordt spannend. De kans lijkt groot dat de gevreesde crimineel een jarenlange celstraf aan zijn broek krijgt.
Op de achterbank bij rechercheurs van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) was de geplaagde zakenman Willem Endstra glashelder. Willem Holleeder is een misdadiger van het zuiverste soort. Op doortrapte wijze perst hij zakenlieden af. In urenlange gesprekken schilderde Endstra, zelf bankier van de onderwereld, een onthutsend beeld van de misdadige praktijken van Holleeder en zijn handlangers. Twee van de talloze citaten uit Endstra’s mond: „Daar schermt die Holleeder mee, dat hij veertig moordenaars heeft.” En: „Hij is een supercharmeur. Hij weet ook de politie in te pakken als hij in de cel zit. Dat weten jullie. Bewaarders, alles.”Niet alzo, weersprak Willem Holleeder de afgelopen maanden tijdens het megaproces de ernstige aantijgingen aan zijn adres. Holleeders refrein: „Ik heb niemand afgeperst. Pertinente onzin. Ik word er flauw van.” Met zijn criminele vrienden -zoals de beruchte misdadigers John Mieremet en Sam Klepper- consumeerde Holleeder naar eigen zeggen slechts „broodjes en drankjes.”
Wat is waarheid? Het antwoord op die vraag is niet eenvoudig, zo liet rechtbankvoorzitter M. Verpalen de afgelopen maanden in de Bunker in Amsterdam meer dan eens doorschemeren. „Het is een zware taak om ons een weg te banen door dit dossier.” Vrijdag hakt de rechtbank de knoop door. De voordracht van het vonnis zal ruim drie uur vergen.
Vuile handen
Voor het openbaar ministerie is duidelijk dat Holleeder het brein is achter de afpersing van zeker drie zakenlieden, te weten Willem Endstra (geliquideerd in mei 2004), Rolf Friedländer en Kees Houtman (geliquideerd in november 2005). De aanklagers J. Plooy en S. de Vries eisten een maand geleden twaalf jaar cel tegen de Heinekenontvoerder. Acht medeverdachten hoorden straffen van één maand tot vier jaar cel tegen zich eisen.
Holleeders advocaat Jan-Hein Kuijpers vroeg vrijspraak voor de afpersingen. Kern van de kritiek van de strafpleiter is dat het verhaal van Willem Endstra onbetrouwbaar is. De vastgoedmagnaat had zelf vuile handen en probeerde vooral zijn eigen hachje te redden. De tientallen getuigen, die Endstra’s verhaal bevestigen, hebben allen uit de mond van Endstra zelf een leugenachtig verhaal gehoord. „Dus blijft één getuige plus 300 getuigen één getuige”, vertelde Kuijpers in zijn pleidooi.
Pijnlijk genoeg heeft de politie het verhaal dat Endstra tegen CIE-rechercheurs -een soort geheime dienst van de politie- ophing nooit bij de vastgoedhandelaar zelf kunnen checken. De man is vermoord. Endstra heeft geen officiële aangifte gedaan. Dat had te maken met een diepgewortelde angst voor zijn vermeende kwelgeest Holleeder, maar hield ook verband met het feit dat hij zelf nauwe banden met de onderwereld had.
Afschieten
Ondanks die beperkingen lijkt justitie voldoende wettig en overtuigend bewijs tegen Holleeder in stelling te hebben gebracht. Van groot belang zijn bijvoorbeeld de gedetailleerde verklaringen van Bram Zeegers, jarenlang de vertrouweling van Endstra. Zeegers, die een week na zijn getuigenverklaringen onder verdachte omstandigheden overleed, schetste op indrukwekkende en overtuigende manier dat Endstra de laatste maanden van zijn dood als een dier werd opgejaagd. Zeegers vertelde bijvoorbeeld dat Endstra soms een pistool meenam. „Hij wilde zich niet als een hond laten afschieten.”
Als het gaat om de vermeende afpersing van Endstra heeft justitie meer pijlen op de boog. Tientallen getuigen uit de omgeving van de vastgoedman bevestigen dat Endstra zich in een uiterst benarde positie bevond. Cruciaal lijkt ook dat Anita Schuts, jarenlang de partner van Endstra, heeft verklaard dat ze in 2003 persoonlijk een envelop met 50.000 euro aan Holleeder heeft overhandigd. Dat moest in opdracht van Endstra. Toen Anita Schuts aanvankelijk tegenstribbelde, zei Endstra: „Wil je dan dat ik vermoord word?”
In advocatenkringen wordt nog wel eens gesuggereerd dat de megastrafzaak van de afgelopen maanden in de kern draait om het woord van Endstra tegenover het woord van Holleeder. Dat is apert onjuist. Zo stoelt de verdenking voor de afpersing van Kees Houtman vooral op uiterst belastende verklaringen van het slachtoffer zelf, diens vrouw en cafébezoekers van een kroeg waar Houtman zou zijn geïntimideerd door Holleeder en zijn handlangers.
Al met al is er veel voor te zeggen Holleeder lange tijd op te sluiten. Zeker is dat het boek na vrijdag nog niet dicht is. Ongetwijfeld zal een van de partijen in hoger beroep gaan. Ook zal Holleeder waarschijnlijk nog terecht moeten staan voor zijn betrokkenheid bij liquidaties.