Wallen
Opzoomeren. Het woord is nog maar enkele jaren geleden aan ons taalbezit toegevoegd. De Rotterdammer Cornelis Willem Opzoomer, een negentiende-eeuwse vrijzinnige hoogleraar theologie, heeft waarschijnlijk nooit vermoed dat zijn naam nog eens model zou staan voor het schoonpoetsen van stadswijken. De Opzoomerstraat in Rotterdam diende als schoolvoorbeeld dat inmiddels door meer dan 1600 andere straten is gevolgd.
Maandag was Amsterdam aan de beurt. Postcodegebied 1012, beter bekend als de wallen of de rosse buurt, wordt flink onder handen genomen. „De oudste buurt van Amsterdam moet weer een plek zijn waar het goed toeven is en waar de stad trots op kan zijn”, meldt de gemeente.De oudste buurt van Amsterdam staat bekend om wat de minder Bijbelvaste Nederlander wel het oudste beroep ter wereld noemt: de prostitutie. Het gedoogbeleid van de gemeente dateert inderdaad niet van vandaag of gisteren. Al in 1413 wezen burgemeesters, schout en schepenen het gebied rond de Damstraat aan als werkterrein voor prostituees. Zo bezien hebben de bordelen op de wallen oude papieren.
Dat is bepaald geen reden om trots te zijn op dit stadsdeel. Het verbaast dat het gemeentebestuur dit zelf constateert. Immers, naast de grachten en het Anne Frankhuis zijn de wallen voor de stad een trekpleister van formaat. Slechts een klein deel van de toeristen laat de smalle straatjes met raamprostituees in het oude centrum links liggen.
Dat Amsterdam nu het roer om wil gooien, is mede te danken aan het doorzettingsvermogen van wethouder Asscher. In 2005 bevroeg hij de inwoners op de stelling: ”Liever een toerismeattractie minder dan medeplichtigheid aan misbruik van vrouwen”. Het aantal Amsterdammers dat deze opvatting deelt, is even groot als het aantal dat het ermee oneens is. Desondanks heeft Asscher doorgezet, geruggensteund door burgemeester Cohen, en ligt er nu een concreet plan voor het opzoomeren van de wallen.
Het hoofdstedelijk gemeentebestuur verdient daarvoor een compliment. Het plan is immers niet zomaar een oekaze om alle ramen en bordelen te sluiten. Dat Amsterdam de naam heeft van het Sodom van Nederland heeft niet alleen te maken met de wallen of de Gay Pride, maar ook met de coffeeshops, vrouwenhandel en andere kleine en georganiseerde criminaliteit. Of, om de ambtenarenterm te gebruiken: de criminogene infrastructuur. Daar moet een eind aan komen en als het lukt om het huidige plan te realiseren, kan het toerisme op peil blijven.
Het is een illusie dat een praktijk die zes eeuwen lang gedoogd is, binnen een paar jaar zal verdwijnen. Het risico op een vlucht naar de illegaliteit mag echter geen reden zijn om de mensonwaardige prostitutiepraktijk niet aan te pakken. In de nog op te stellen strategienota moet het gemeentebestuur hier goede oplossingen voor zoeken, zeker gezien de toestroom van Oost-Europese prostituees.
Een mooi neveneffect van de Amsterdamse aanpak is ook dat de Oude Kerk, midden op de wallen, straks weer met goed fatsoen bezocht kan worden door toeristen. Die kerk, het oudste stenen monument van de stad, heeft namelijk nog oudere papieren dan de prostitutie: hij stamt uit 1306.