ExxonMobil wil megaterminal in zee
NEW YORK - De grootste olie- en gasproducent van Amerika, ExxonMobil, heeft de bouw aangekondigd van een grote drijvende aardgasterminal op ruim 30 kilometer voor de Amerikaanse kust.
Het project gaat minstens een miljard dollar (680 miljoen euro) kosten en is bij goedkeuring van de autoriteiten het grootste offshoregasproject van Amerika.De terminal zal ter hoogte van de staat New Jersey in zee worden gebouwd. De Verenigde Staten hebben een groeiende behoefte aan aardgas, dat voorziet in een kwart van het landelijke energieverbruik. Een belangrijk deel daarvan komt tot nu toe uit Canada, dat echter in toenemende mate zelf gebruik wil maken van deze energiebron.
Daarom is het noodzakelijk meer vloeibare aardgas te importeren uit Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Dit aardgas wordt dan op de drijvende terminal voor de kust omgezet in gasvorm en via pijpleidingen naar het vasteland gepompt.
Door de groeiende behoefte aan energie zijn er verschillende nieuwe aardgasterminals voorzien in de VS, maar de vestiging daarvan stuit op tal van bezwaren. Het belangrijkste bezwaar betreft veiligheid. „Sinds de septemberaanslagen in 2001 zijn veel gemeenten -begrijpelijk- bang dat zo’n terminal in of naast hun gemeente een aanlokkelijk doelwit vormt voor terroristen. Een aanslag op zo’n faciliteit zou vreselijke lokale en regionale gevolgen kunnen hebben”, aldus analist Jeremy Wilson van de Rand Research Organisatie.
Om deze reden kozen verschillende oliemaatschappijen voor offshorelocaties. Er zijn vier offshoreprojecten aangekondigd langs de Amerikaanse zuidkust in de Golf van Mexico. In 2004 werden twee kleinere projecten goedgekeurd voor de kust van Massachusetts in het noordoosten. Daarna kondigden Koninklijke Shell, transCanada en de groep Atlantic Sea Island Group twee projecten aan voor de kust van New York bij Long Island. Al deze projecten liggen echter betrekkelijk dicht onder de kust en hebben kritiek gekregen van veiligheidsdeskundigen en van milieugroepen.
„Daarom hebben wij besloten om ons project ver buiten de kust te plannen. Het zal vanaf de kust niet eens te zien zijn en door de grote afstand zijn de veiligheidsrisico’s miniem”, aldus Ron Billings, constructiecoördinator bij ExxonMobil. „Door het toepassen van moderne technieken kunnen bezwaren voor het milieu -voornamelijk vervuiling van het zeewater- tot een minimum worden beperkt.” Hij zegt dat het overigens nog wel een paar jaar zal duren voordat BlueOcean Energy, zoals de terminal genoemd wordt, het eerste aardgas naar de kust zal pompen.
De bureaucratische voorbereidingen voor de constructie van de geplande drijvende installaties in de Golf van Mexico en in de Atlantische wateren zijn inderdaad omslachtig, bevestigt Jeremy Wilson. „Er zijn bouw- en exploitatievergunningen vereist van lokale, regionale en landelijke autoriteiten. Dat is voor wat betreft het economische aspect en de milieueisen waaraan voldaan moet worden. En dan komt het ministerie voor Binnenlandse Veiligheid er in de vorm van de kustwacht ook nog aan te pas om alle veiligheidsvraagstukken door te lichten”, aldus Wilson.
De bouw of constructie van alle eerdergenoemde projecten moet nog beginnen. Billings zegt de reserves en de veiligheidsoverwegingen van de autoriteiten ten volle te begrijpen en te respecteren. „Aan de andere kant wijzen wij er natuurlijk op dat hoe langer het allemaal duurt, hoe nijpender de energienood wordt. Voor dat argument zijn de autoriteiten uiteraard ook gevoelig. Maar als wij realistisch zijn, dan mogen wij niet verwachten dat dit project niet eerder dan over zeven tot acht jaar op volle toeren zal draaien.”