Al langer was bekend dat Huibers de ark op ware grootte wilde gaan nabouwen. Inmiddels heeft hij hiervoor 27 pontons in Amerika besteld. In februari 2008 moet de bouw van de ark starten. „Eind januari liggen de pontons als het goed is in Rotterdam. Dan komen ze direct naar Sliedrecht. Mondeling is ons de vergunning toegezegd”, aldus Huibers.De Volkerhaven, naast de loods van IHC, moet de ligplaats van de ark worden. Hier wil Huibers eerst de pontons aan elkaar koppelen, om vervolgens te gaan bouwen. De ark moet 176 meter lang, 28,5 meter breed en 20 meter hoog worden.

Burgemeester M. C. Boevée bevestigt dat de gemeente wil meewerken aan het verlenen van een vergunning. „Huibers is met dit idee bij ons gekomen. Ik ben aan het kijken of we een overeenkomst kunnen sluiten.”

Omdat er ook al langer plannen zijn om het gebied te ontwikkelen met een clustering van watergebonden bedrijven, houdt Boevée een slag om de arm. „Ik kan niet garanderen dat de volledige afbouw mogelijk is. Voorlopig maken we een overeenkomst voor een halfjaar. Daarna kijken we per maand of per halfjaar verder.”

Huibers is dan ook van plan om de ark in etappes te bouwen. „We beginnen met de eerste verdieping. Dan varen we naar Keulen, om de ark daar open te stellen voor publiek. Daarna varen we terug naar Sliedrecht en bouwen de tweede verdieping. Ten slotte varen we naar Amsterdam en bouwen we daar de derde verdieping.”

Het kan ook nog heel anders lopen, geeft Huibers aan. „Als het een groot succes wordt, blijven we misschien wel liggen. Je weet maar nooit.”

Het megaproject zal volgens Huibers enorme publiciteit opleveren. „Ik stel me zo’n 5000 tot 6000 mensen per dag voor. In het winterseizoen dan. In de zomer het dubbele.” Naast bezoekers verwacht hij, evenals in Schagen, waar hij zijn eerste ark bouwde, pers te ontvangen vanuit de hele wereld.

Burgemeester Boevée wil hier graag gebruik van maken. „We zetten Sliedrecht hiermee op de kaart. Als wij ons bij de wereldpers vanuit de baggerhistorie en vanuit de huidige watergebonden werkgelegenheid en het maritieme kunnen profileren, vind ik dat uitstekend.”